Friese genen

Was ik maar als LeBrat. Al zeven jaar ouder dan mij lijkt hij zijn “cool” altijd te behouden.
Ook al weet ik dat hij een gevoelige jongen is, hij lijkt altijd nuchter de wereld in te staren. Hij is dan ook een Fries. Waarschijnlijk zit hem dat in de genen. Net als Douwe uit Expeditie Robinson , heeft ook LeBrat de houding dat niets hem kan deren. De blik in zijn ogen van: “dat maakt me de pis niet lauw”.
Gisteravond, toen hij hier op verjaardagsvisite was, vertelde hij bijvoorbeeld nog even over zijn serie oogoperaties. Hij had er afgelopen tijd niet een, maar drie moeten doorstaan. Met mijn hypochondrische inslag had ik daar waarschijnlijk een half jaar van moeten bijkomen, maar LeBrat niet. Die deed alsof hij net een verplicht familiebezoekje achter de rug had. Even vervelend, maar niets om je over druk te maken.
Ook gaf hij me nog wat tips, hoe je frauderende glazenwassers moet aanpakken. Als ze je teveel laten betalen ga je gewoon met ze in discussie. Maakt niet uit dat ze er uit zien alsof ze je tussen hun duim en wijsvinger kunnen vermorzelen. Je moet je gewoon niet laten intimideren.
Maar toen hij laatst, na een korte wandeling met z’n moeder, zijn kwakkelende vader voorover gevallen op z’n knieën en zijn voorhoofd in de tuin zag liggen, sloeg een lichte paniek toe. Samen met een buurvrouw (die een verpleegster bleek) hezen ze hem weer overeind. Het leek allemaal erger als het was. De buurvrouw zei: “Ik zag hem daar al een tijdje zo liggen”. Door deze opmerking herpakte LeBrat zich weer en hervond zijn Friese genen. “Wat dacht u”, zei hij, “ik doe maar niks, volgens mij ligt hij daar wel lekker?”
Daarmee was de paniek weer verdwenen. “Heit” zette zijn bril weer op z’n neus en het leven ging gewoon weer door.