vrijdag, juni 30, 2006

Naarden

Ook Jan de Bouvrie kan je hier tegenkomenK. is vertrokken, op familiebezoek naar the States. Wederom alleen, want die vliegangst van mij is dan wel min of meer onder behandeling, maar nog te prominent aanwezig om gezellig mee te gaan.
De afgelopen dagen stonden dus in het teken van de trip. K. moest ongeveer driehonderd keer kwijt dat ze me zou missen en kwam er gisteren halverwege de avond, tot haar teleurstelling achter dat ik honderd keer achterstond, met zeggen dat ik haar ook zou gaan missen. Met een pruilende onderlip constateerde ze dat ik niet zoveel van haar hou, dan dat zij van mij houdt.
Nu hou ik heel erg veel van K. en weet ik zeker dat ik haar de komende dagen erg ga missen. Het alleen eten, alleen slapen, geen uitwisseling van gekke grappen, geen gezamenlijke trimtochtjes,dat zal even wennen zijn. Maar eerlijk is eerlijk, naast alle ellende en eenzaamheid die me de komende dagen ten deel zou vallen, zag ik ook wel wat pluspunten van mijn tijdelijk herwonnen solobestaan. Een relatie is namelijk, naast een van de mooiste cadeautjes die je kan krijgen op deze aarde, ook een compromis. Een soort poldermodel waar beide partijen veel profijt van hebben, maar waarbij er ook concessies gedaan moeten worden in de vorm van onderhandelingen. Zo onderhandel je op dagelijkse basis wie er gaat koken, afwassen en wie er wanneer van de computer gebruik mag maken. Daarnaast wordt er in dit huishouden ook onderhandeld over wie de lunch voor de volgende dag maakt en hoelang er s’avonds op het schommelbankje in de tuin gezeten gaat worden. Als het aan K. ligt de hele avond, want die kan echt genieten van een zwoele zomeravond, maar ik heb er doorgaans na een half uurtje wel genoeg van.
Daarbij zijn er een paar dingen die absoluut verboden zijn, zoals roken (door mij aan de huisstatuten toegevoegd) en elk onfatsoenlijk contact met het menselijk lichaam van mijn kant, zoals aan de tenen plukken, het met de vingers knakken of het krabben van de genitaliën. (opgelegd door K.)
Regels en concessies die de olie zijn van deze relatie, maar die vandaag even niet meer golden. Dus deed ik eens een keer wat onverwachts. Er hoefde namelijk even niets overlegd te worden. Op weg van het vliegveld naar huis nam ik in een opwelling de afslag Naarden. Altijd al benieuwd geweest hoe dit stadje er uit zou zien, maar het was nooit belangrijk genoeg om daar een gezamenlijk uitje van te maken.
Ik parkeerde mijn auto net buiten het stadje en wandelde het stadje in. Op een vrijdagochtend om een uur of tien was ik daar blijkbaar de enige toerist en genoot van het moment wat helaas toch niet helemaal perfect was. Okay, ik knakte eens wat met mijn vingers en deed eens een keer wat in een opwelling, door onverwacht een oud stadje te bezoeken. Het probleem was alleen dat ik het opeens met niemand kon delen. Toch jammer. Ik had namelijk ook graag een paar grappen met K. willen uitwisselen over de artistiek/kakkineuze bevolking van dit stadje. Maar dat kon nu niet.
Dus deed ik thuis uitgebreid verslag in een mailtje aan K. en stuurde haar ook nog wat foto’s mee. Het is toch leuker als ze er bij is.

dinsdag, juni 27, 2006

Go Togo!

Misschien over 4 jaar dan“Ik had eigenlijk wel een stukje verwacht over de wedstrijd van zondag”, zei collega J. terwijl we met de rest van de collega’s puddingbroodjes en gevulde koeken stonden weg te happen ter ere van het vertrek van twee stagiaires.
Eerlijk gezegd kon het hele Oranje gebeuren me geen zak meer schelen en ik begreep eigenlijk niet meer waar ik me die twee weken zo druk over had gemaakt en waarom ik die zondagavond nog schreeuwend en scheldend voor de t.v. had gezeten. Vroeger was ik na het verliezen op een E.K. of W.K. nog minstens een week in zak en as geweest, nu ging ik na twee minuten teleurstelling weer over tot de orde van de dag.
Belangrijke voetbalwedstrijden van het nationale team konden vanaf nu voorgoed in het rijtje worden gezet van die dingen waar je korte tijd erg opgewonden over kan doen, maar waar de glamour bij het bereiken van de climax ook bij toverslag verdwenen is, net als bij dat gedoe tussen de lakens of bij het bereiken van het laatste level in Monkey Island deel 2. Het is leuk voor even, maar achteraf ben je vergeten waarom je het allemaal zo belangrijk vond.
Daarbij geneerde ik me eigenlijk een beetje over het diepgewortelde nationalisme dat blijkbaar toch nog in me zit en waar ik me op dit soort voetbalmomenten onvoorwaardelijk aan over kan geven. Opeens beleef ik blijkbaar een “wij” gevoel met mensen waar ik in het normale leven niets mee heb. Mensen die toevallig in hetzelfde land wonen en waarvan het gros het liefst stemt op een kaal persoon die spelend op onderbuikgevoelens de halve natie achter zich weet te scharen of op een mevrouw zonder hart die claimt “niet links, niet rechts, maar recht door zee” te zijn en vervolgens totalitaire regimes homo-vriendelijk verklaart.
Nationalisme is eigenlijk niet hip, niet cool en al helemaal niet als de kille wind van het “ieder voor zich” door het land waait.
Dus herinner me er de volgende keer aan om, in plaats van mee te schreeuwen met een land vol lamgezopen en volgevreten oranje fans, me te scharen achter het legioen van een Afrikaans land met arme maar vriendelijke negers, die wel een zetje in de rug kunnen gebruiken en die de “ego-boost” van het winnen van de finale meer nodig hebben dan wij. Laat die mensen maar eens trots zijn op hun land. Go Togo!

zondag, juni 25, 2006

Bud sucks

Uit die broek!Even boos worden hoor.
Werden vroeger kledingvoorschriften alleen opgelegd door kerk (lange rokken, rare hoedjes) en staat (leger en openbare nutsbedrijven). Tegenwoordig denken bepaalde bedrijven ook uit te kunnen maken wat je in je vrije tijd wel en niet mag dragen. De bewering dat de werkelijke macht niet meer in de handen ligt van staatshoofden en regeringen, maar in die van multinationals begint zo wel erg de waarheid te worden.
Je zou er maar staan, in Nürnberg, in je Bavaria leeuwenhosen en je word gesommeerd het ding uit te trekken. Sta je daar in je onderbroek. Als je even pech hebt loop je naast die blaasontsteking ook nog een boete op wegens schennispleging en wie is de boosdoener? Een Amerikaans biermerk dat graag wil dat we hun laffe, smakeloze pisbier drinken. (Okay, eigenlijk is het de schuld van de FIFA, die exclusieve contracten afsluit met een ieder die met dit soort miljoenenbedragen over de brug kan komen). Weet je wat, Amerikaanse bierbrouwer? Je mag die broek wel houden, steek hem maar in je Bud. Ik trek thuis wel een biertje open.

zaterdag, juni 24, 2006

Kwade reuk

Mag jij al wel roken, jongetje?Na het hartkastje verhaal besloot ik maar wat meer te gaan sporten. Het hart bleek gezond, dus een beetje sporten kon geen kwaad. Daarbij was ik me mentaal aan het voorbereiden op de daadwerkelijke vliegangstcursus die in Augustus zou beginnen en daarbij zou veel sporten me misschien kunnen helpen. Een gezonde geest in een gezond lichaam zullen we maar zeggen.
Ook K. zat er over te denken om de sport frequentie wat op te schroeven, dus besloten we de Oprah powerwalk sessies maar langzaamaan te veranderen in trim sessies. Vijf keer in de week rennen en fietsen zou moeten kunnen, of was dat te hoog gegrepen? We schaften in ieder geval echte loopschoenen aan en ik vond een leuk afgeprijsd Nike trimsetje bij de Scapino. Een winkel die K. een beetje het Kwantum gevoel gaf (that makes me saaad), maar waar ik me als prijsbewuste klant volledig in mijn element voelde.
Het enige wat nog ontbrak was een hartslagmeter. Een serieuze sporter kan tegenwoordig niet meer zonder. K. schafte er een aan bij Perry Sport, maar ik dacht slim te zijn en raadpleegde de Marktplaats site. Het geluk lachte me daar toe in de vorm van een Zwollenaar die zijn of haar hartslagmeter voor de helft van de prijs aanbood. Het ding was nooit gebruikt en had bij wijze van spreken altijd in de schuur gestaan. Het enige nadeel, bleek later, was dat de betreffende Zwollenaar een aardige maar doorrookte Zwolse kunstenares was. In haar, naar zware shag ruikende huis annex atelier vond dezelfde dag de overdracht van het hartslaghorloge nog plaats. Tevreden over de vijfentwintig euro die ik bespaard had reed ik naar huis en legde het horloge op de koffietafel. Terwijl ik op de bank de gebruiksaanwijzing doorlas kreeg ik opeens zo’n deja vu moment. Ik waande me opeens weer op mijn studentenflat, huize Bordelaise, waar LeBrat en consorten er altijd voor zorgden dat de gordijnen en het plafond voorzien werden van zo’n gezellig jaren zeventig roetlaagje. Maar LeBrat en mijn andere Bordelaise vrienden waren in geen velden en wegen te bekennen. Ik keek opzij, naar de koffietafel. Daar lag mijn Polar borstband. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik en rook voorzichtig aan het zwarte plastic. “Verrek, het ding ruikt naar Samson en zijn drumband die gezellig op de Brandaris een shaggie staat te roken”, dacht ik hardop.
Nu, een week in een rookvrije omgeving te hebben vertoefd is het ding zijn kwade reuk nog steeds niet kwijt en sta ik open voor uw ontsmettingstips. Roept u maar!

woensdag, juni 21, 2006

Vreemd loopje

niet zo lekker als drie in de panNakker blijft me inspireren. Of ik kan beter zeggen: “Nakker je blijft me inspireren” (want hij leest dit log). Vanmiddag kwam ik hem tegen op de gang en we pakten even ons entertain-moment, verveeld als we waren na een saaie werkdag. Hij deed me even een vreemd loopje voor. Zo liep hij altijd als hij verveeld, relaxed of moe was. Tenminste, dat beweerde hij. Ik weet het eigenlijk niet meer wat hij met dat loopje wilde uitdrukken, maar hij terwijl hij dat deed hield hij zijn linkerhand een beetje slapjes voor zijn borst. Daarmee viel er een luikje open in mijn brein. Dat gebeurt vaker als ik met Nakker in gesprek ben. Ik moest opeens denken aan familie van der Dool. Zo noem ik ze maar eventjes. Eigenlijk heetten ze anders, maar ik ben bang dat ze dit stukje al googelend een keer tegen komen en dat zou me ervan weerhouden om hier wat over deze familie te vertellen.
Familie van der Dool was bevriend met onze familie. Alhoewel, bevriend. We kenden ze uit de kerk en ze woonden in mijn jeugd bij ons om de hoek. Volgens mij hadden mijn ouders gemengde gevoelens over deze familie. Aan de ene kant waren het kerkgenoten, broeders en zusters dus, maar aan de andere kant werden ze beschouwd als Tokkies avant le lettre. Maar aangezien we eigenlijk niet over Tokkies mochten oordelen (het waren per slot van rekening ook mensen en wij waren gereformeerd) werden ze in ons leven toegelaten.
Dus pasten de oudere dochters bij ons op en deden de zoons een poging om vrienden met mij en mijn broertje te worden. Wat niet helemaal lukte. Okay, op zondag zat ik wel eens bij (laten we hem) Joop (noemen) op z’n kamer, maar de enige reden daarvoor was dat ik zelf geen radio had en zo de voetbaluitslagen kon horen bij “Langs de Lijn”. Harko (ook niet zijn echte naam), de oudere broer van Joop die niet helemaal vooraan had gestaan toen ze I.Q. aan het uitdelen waren was degene aan wie ik moest denken toen Nakker het luikje in mijn bovenkamer liet openklappen. Harko had namelijk ook een vreemd loopje. Als hij op zondag de kerk kwam binnenlopen liep hij altijd een beetje voorovergebogen en zijn rechterhand hield hij daarbij gebogen voor zijn borst, met zijn hand slapjes naar beneden. Mijn moeder zei dan steevast: “Het lijkt wel alsof ie een bosje wortelen vasthoudt”. Harko werd door zijn vreemde loopje dus niet meer echt serieus genomen door ons. (Laat dit een les voor je zijn Nakker!)
Wat wel een groot voordeel was van de vanderDooltjes, was dat ze een keer in de maand voor de deur stonden met een groot bord drie-in-de-pan; een soort kleine dikke pannenkoekjes met rozijnen er in. Ma van der Dool maakte blijkbaar steevast teveel pannenkoeken, want deze waren over. Dit bezoek werd altijd met gejuich begroet en zo kocht de familie van der Dool onze vriendschap met een groot bord pannenkoeken. Zelfs als ze gebracht worden door iemand met een vreemd loopje, zeg je geen nee tegen drie-in-de-pan!

zaterdag, juni 17, 2006

Bijzonder

Wat? De wijn bovenop?Amerikanen zijn vaak vriendelijk. Schijnt in de landsaard te zitten. K. protesteerde hevig toen ik gisteren, op de fiets richting huis, beweerde dat dat kwam omdat de helft van hen een schietijzer op zak heeft. So, you dont want to piss anyone off. Leek me logisch.
K. legde de oorzaak meer bij het feit dat het gros van de inwoners van de nieuwe wereld uit Engeland afkomstig is. Een land dat een grote traditie heeft op het gebied van manieren.
Maar wat de reden ook is, de Amerikaan stoot niet graag iemand tegen het hoofd. Daarom gebruikt hij graag eufemismen. Dat valt vooral op bij interviews met politici of filmsterren. Een vraag wordt vaak gewaardeerd met de opmerking “interesting!”. Interessante vraag stel je daar! Ondertussen kijkt de betreffende persoon naar zijn persagent om te zien of-ie al weg mag.
Vandaag hoorde ik bij de Albert Heijn dat we hier in Nederland het trucje ook ontdekt hebben. Een man, die bij de kassa zijn vrouw gade sloeg terwijl ze de boodschappen in een plastic tasje probeerde te organiseren, zei tegen haar: “Wat een bijzondere manier van inpakken heb jij!”. Het nietszeggende woord was: “bijzonder”. Onthoud dit. Dit woord kan je te pas en te onpas gebruiken als je niet kan laten om ergens een opmerking te maken, maar toch buiten schot wil blijven. Alsof je vanachter een muurtje een bommetje gooit.
Eigenlijk bedoelde hij natuurlijk: “Wat zet jij die spullen schots en scheef in die tas zeg! Dat doe ik een stuk beter. Vreemd eigenlijk dat vrouwen in al die jaren dat ze boodschappen doen nog niet geleerd hebben om normaal een tas in te pakken. Doen jullie dan werkelijk alles op gevoel? Wij mannen doen pas boodschappen vanaf de jaren zeventig, toen jullie zo nodig moesten emanciperen en vanaf de eerste dag wisten wij dat de flessen rechtop moeten en de zware dingen onderop. Wat doe jij? Jij begint met de eieren. Kan je dan ook niets goed, domme doos?”
Maar de man zou wel gek zijn om zo zijn gal te spuwen, hij wil namelijk vanavond nog bij haar in bed. “Erg bijzonder, die manier van inpakken van jou”, zegt de man dus. “Ach schat”, zegt de vrouw: “dan pak jij toch nog gewoon even een doosje?”
“Wuppies erbij?”, vraagt de caissière. “Graag!”, zegt de man. “Erg bijzonder trouwens, die wuppies”

donderdag, juni 15, 2006

Wereldvrede?

de volgende keer bijt ik je oor er af“Ik vind het saai”, zegt K. terwijl ik naar de zoveelste wedstrijd van het Wereldkampioenschap Voetbal zit te kijken. Saai? Saai? Hoe kan je dit nou saai vinden, denk ik, maar realiseer me tegelijkertijd dat je af en toe wel 90 minuten naar een spelletje zit te kijken waarin niets gebeurt totdat er in de laatste minuut nog een keer wordt gescoord. Enig geduld is dan vaak wel vereist.
Maar toch kan je niet ontkennen dat het een apart gebeuren is, zo’n WK. De hele wereld, minus de V.S. zit aan de buis gekluisterd. Het lijkt ook wel alsof er verder niet veel gebeurt in de wereld. Alsof er naast voetbalnieuws geen ander nieuws is.
Stond de krant twee weken geleden nog vol met berichten over Irak en onze missie in Afghanistan. Deze week schreef de krant over het feit dat Van Persie iets gezegd zou hebben over Robben. Dat ie alleen maar voor zichzelf speelt of zo.
Heel Nederland houdt de adem in. Zou dit weer het begin zijn van een affaire zoals die in 1974, met die vrouwen bij dat zwembad, of zoals toen bij het WK in Amerika met dat gedoe over “de kabel”?
Verder zie ik op RTL 4 Vader Abraham opeens in beeld. Hij vindt dat Albert Heyn hem wel eventjes op de hoogte had kunnen stellen van het feit dat ze in het kader van het WK oranje wuppies uitdelen bij de boodschappen. Nu het een rage is, ziet de enige autochtone Nederlander die nog een baard heeft, met lede ogen zijn centjes in andermans zakken verdwijnen. Groot nieuws dus. Vader Abraham boos? Dat kunnen we niet hebben.
En verder? Verder is het vet komkommertijd in de media. Ja, er is wat gedoe over pedofielen. Sommigen proberen een partij op te richten, ergens anders wordt er eentje van een universiteit geweerd en België heeft weer een nieuwe Dutroux.
Maar verder lijken de terroristen massaal voor de buis te hangen om hun nationale teams in actie te zien.
Misschien moet het WK maar eindeloos voortduren. Laten we, als straks de finale is geweest, maar gewoon weer overnieuw beginnen met een nieuwe WK. Dan blijft het lekker rustig in de wereld en kunnen alle opgewonden standjes hun agressie en nationalisme kanaliseren in het kijken naar voetbalwedstrijden.
Zie daar, het begin van de wereldvrede. Kan ik meteen even van mijn “to do lijstje” afstrepen; “een plan bedenken voor wereldvrede: check!”. Nu de afwas nog.

dinsdag, juni 13, 2006

Entertainmoment 1

Dans m eruit Fred!Waarom zijn we hier, op deze aardbol? Wat is de zin van het leven? Dagelijks stellen miljoenen mensen zich deze vraag. De ene helft van deze vragenstellers vindt de oplossing in religieuze zingeving en de andere helft komt er niet helemaal uit en besluit naast het ondergaan van de verplichte dingen waar het leven vol mee zit, maar zoveel mogelijk momenten van geluk en plezier te vergaren.
De werkdag op een kantoor als het onze is eigenlijk een afspiegeling van het normale leven, maar dan op een wat kleinere schaal. Naast het feit dat er door de meeste collega’s best een stuk werkvreugde wordt ervaren, zie je toch veel mensen op zoek naar deze kleine momenten van plezier. Naar gesprekjes die vaak niet over het werk gaan, maar die de werkdag toch op een bepaalde manier opfleuren. Mea Culpa. Ik ben een van die mensen die af en toe bewust even naast een bureau gaat staan om te kijken of iemand nog wat leuks te vertellen heeft.
Nakker is een gewillig slachtoffer. Niet in staat om zich langer als een half uur op iets te concentreren heeft hij een niet te stillen honger naar vertier. Daarom snijden we af en toe een willekeurig onderwerp aan, om de gedachten even te verzetten. Een paar weken geleden kwam een van ons met de gewaagde stelling dat een van de belangrijkste drijfveren van de mens een niet te stuiten overlevingsdrang is. Hoe we op het onderwerp kwamen weet ik niet meer, maar we kwamen tot de conclusie dat hoe ver heen iemand ook is, de drang om te overleven blijft hoe dan ook overeind. Alhoewel, was dat nu wel zo? Nakker stond naast mijn bureau en staarde peinzend voor zich uit. We filosofeerden verder. Stel je voor dat je op het dak van een gebouw iemand tegen het lijf loopt die net van plan is om een eind aan zijn leven te maken door zich naar beneden te werpen. Wat zou deze persoon doen als je hem er op dat zelfde moment vanaf probeert te duwen? Zou hij zeggen: “Ga je gang maar”, of zou hij je uit een soort instinct toch proberen te ontwijken? Blijft het instinct van de overlevingsdrang op zo’n moment overeind? Onze hersens kraakten. We kwamen er niet uit, maar hadden onze hersenen weer zodanig gekieteld, dat we weer energie hadden voor het laatste uurtje van de dag.
Vandaag hadden we ons entertainment moment toen de hit “It’s like that” van Run DMC Vs Jason Nevins uit de radio klonk. “Echt stoer, zo’n dancebattle”, zei Nakker en verwees daarbij naar de bijbehorende videoclip waarin twee groepen ghetto kids elkaar met danspasjes proberen af te troeven. “Als ik nu jong was ging ik dat ook doen”. “Wat houd je tegen” riep ik, ervan overtuigd dat je je roeping moet volgen, ook al ben je een midden dertiger.
“k’Weet niet precies hoe dat er uit zou zien met mijn ouderwetse danspasjes en of ik iemand er uit zou dansen met the Twist of the Mashed Potatoe”.
De gedachte aan groepen oudere jongeren die dancebattles zouden houden met de vogeltjesdans hield ons daarop nog zeker tien minuten bezig en maakte dat deze dag niet in de boeken ging als een saaie dag, maar als een dag dat ik wederom erg moest lachen om een absurde gedachte.
Ik heb mindere dagen meegemaakt.

Entertainmoment 2

pittig mannetje, die K.Halverwege de ochtend stond ik op het kantoor van B. de printer leeg te halen en bespraken het feit dat collega C. met het blijde nieuws was gekomen dat ze weer zwanger was.
Aangezien ze hiermee al de vierde zwangere vrouw op de afdeling was vroegen we ons hardop af wie deze rij vallende dominostenen in gang had gezet.
R en B, die ondertussen ook binnen waren komen lopen, kwamen na enige tijd nadenken tot de conclusie dat het part time kok K. moet zijn. K. die tegenover B. aan zijn bureau zat te werken, keek verwonderd op, zich van geen kwaad bewust.
R en B gingen verder, het was zo klaar als een klontje, sinds dat K. ons enkele dagdelen was komen helpen met het inventariseren van de lopende contracten begonnen de slachtoffers te vallen en raakte de een na de ander zwanger.
Als een volleerde Sherlock Holmes kwam B. uiteindelijk met de oplossing voor dit raadsel. `Volgens mij heeft ie een speciale kruidenmix`.

maandag, juni 12, 2006

Ploegleider

ploegleider, een vak apartAls je, zoals ik, de middelbare leeftijd bereikt gebeurt er iets vreemds met je tijdsbesef. Het eerste wat verandert is dat je moeilijker leeftijden van anderen kan inschatten.
Als kind en als tiener ben je in staat tot op een jaar nauwkeurig de leeftijd te raden van andere kinderen die bij je op school zitten. Maar als je ouder wordt mag je blij zijn als je er geen tien jaar naast zit als een van je collega’s je onverhoeds laat raden naar zijn of haar leeftijd (iets wat eigenlijk nooit een goed idee is, komt alleen maar ellende van)
Het tweede wat er gebeurt is dat het verleden langzaamaan verandert in een grauwe brij van gebeurtenissen. Tot aan je studententijd is het allemaal nog allemaal nog lekker overzichtelijk en heb je het idee dat het leven in een redelijk chronologische orde aan je voorbij trekt, maar daarna beginnen de jaren als waterverf door elkaar heen te lopen.
Zo weet ik dat ik in het verleden een blauwe maandag bij Wegener Tijl heb gewerkt, maar of dat nu een vakantiebaantje is geweest of een van die uitzendbaantjes die me na mijn diensttijd in mijn schoot werd geworpen, ik zou het niet meer weten. Wat ik nog wel weet is dat het in de negentiger jaren is geweest en dat ik daar een zomerlang de post heb rondgebracht. Van de vele rotbaantjes die ik heb gehad was dit een van de interessantere. s’Ochtends kwam je daar binnen om eerst uitgebreid koffie te drinken. Daarna werd de post gesorteerd en met behulp van een karretje rondgebracht. Op mijn gemakje zwierf ik zo over de redacties en kwakte van tijd tot tijd een stapeltje post op iemands bureau. “Easy peasy”, zou Jamie Oliver zeggen. Aan het eind van de dag ging ik altijd verkwikt en uitgerust weer naar huis. Geen gek werk dus en stukken beter dan kratten opgooien bij het distributiecentrum van Ahold (weet ik uit ervaring).
Naast het feit dat ik daar op de postkamer makkelijk werk had, mocht ik ook nog eens meedoen met de Tour de France pool. Deze pool was de pool der pools, de überpool zal ik maar zeggen (bedankt Bee, voor de umlaut). Nu ik vandaag de dag meedoe met de WK pool op mijn werk en de WK pool op K’s werk, waar ik overigens strak onderaan sta (de pool des verderfs), denk ik daar nog wel eens met weemoed aan terug. Met je groepje eigen gekozen renners kon je punten verzamelen en als je aan het einde van de rit het meeste punten had won je de pot. Een simpel maar effectief idee. Nog nooit heb ik zo intens de Tour de France beleefd. Elke middag reed ik als een speer naar huis om thuis te kijken of een van mijn renners punten voor me had verdiend. Ik won uiteindelijk net niet, maar had me als ploegleider die zomer erg vermaakt. Maar welke zomer dat nou geweest is, ik zou het niet meer weten.

zaterdag, juni 10, 2006

De halve marathon van Zwolle


klik voor groter formaat
Toen Bureaumaatje hoorde van mijn nieuwe hobby: hardwandelen Oprah style, probeerde hij me over te halen voor een of andere hardloopwedstrijd in September. Was maar 5 kilometer, zei hij. Toen hij de twijfel van mijn gezicht aflas vroeg hij me of ik dan in ieder geval kwam kijken bij de halve marathon van Zwolle. Daar zou hij namelijk acte de presence geven samen met Nakker en de Witte Keniaan.
Dus daar stond ik dan vanavond, met mijn camera in de aanslag klaar om zijn inspanningen voor het nageslacht te vereeuwigen. Maar dat viel nog niet mee. Na een paar supersnelle Kenianen sjokte de halve bevolking van Zwolle er achter aan en daar moest ik ze maar uit zien te pikken. Toen ik na een half uur geconcentreerd kijken en mijn hoofd meedraaien bijna last kreeg van een whiplash zag ik Bureaumaatje en de Witte Keniaan in de verte opdoemen. Ik pakte vlug mijn camera en nam deze foto. Zoals je kunt zien zijn ze eigenlijk te snel om scherp op de foto te krijgen. Petje af jongens, om in deze hitte zo hard te kunnen lopen.
Maar waar was jij Nakker? Thuis voetbal kijken?

vrijdag, juni 09, 2006

Kort nieuws

De tranen springen me in de ogen bij de aanblik van zo veel vernuft1. Dacht ik in het verleden bij de naam Hercules nog aan een Griekse god, of aan een tekenfilm uit de Disney stal. Sinds gisteren is deze naam in dit huishouden synoniem aan een haspel karretje voor de tuinslang. Met de aanschaf van deze Hercules (bij de Action voor negenvijfenegentig) zoek ik nadrukkelijk naar de grenzen van mijn pas verworven burgerlijkheid. How bourgeois can you get? Tot welke hoogten kan ik dit opdrijven en wat valt er nu nog aan te schaffen om uiteindelijk gekroond te worden als Uberburger? (Kan iemand mij trouwens nog even die code geven voor de umlaut? Is wel handig, ook in verband met eventuele wedstrijdverslagen tegen die Mannschaft)

2. Vandaag werd ik bij de supermarkt geholpen door een reuzenwuppie. Ik twijfelde nog eventjes of ik nog steeds zou kunnen afrekenen in euro’s, maar dat bleek geen probleem. Persoonlijk houd ik trouwens meer van smurfen. Die smurfen namelijk altijd wat beter als je je smurf smurft.

3. K. is de laatste tijd nogal geobsedeerd door Oranje merchandise. Bij de Blokker, V&D en de Trekpleister moet ze telkens even kijken of er wat van haar gading bij ligt. Zo werd er de laatste tijd al het een en ander aangeschaft zoals een oranje boa, een oranje boerinnenkapje en een oranje pruik. Met dat laatste artikel op haar hoofd veranderde ze plotseling in een uit de kluiten gewassen Annie. (van Tomorrow, tomorrow, I love you, tomorrow, weet je wel). Ben benieuwd of dit plaatje in de toekomst nog een keer terug zal keren in een angstaanjagende koortsdroom. Verder vroeg ik me ook af of er zoiets bestaat als “teveel ingeburgerd” (ze vroeg vandaag namelijk ook of we het huis nog gingen versieren met oranje vlaggetjes)

4. Eigenlijk wilde ik vandaag nog een vlammend anti Flippo betoog gaan schrijven. Het monster van hiernaast werd vandaag namelijk door haar moeder naar binnen gelokt met de mededeling dat er friet geserveerd zou worden. In mijn jeugd zou dat beantwoord worden met een groot gejuich en tranen van geluk, maar de betreffende kleuter reageerde met het gestapo bevel: “IJS!!”. Na dit woord enkele malen vanuit de tuin naar binnen geschreeuwd te hebben, reageerde de moeder gedwee met: “Okay, maar kom je dan na je ijsje binnen om te eten?”. Hier zakte mijn broek van af en ik stond in de tuin. Stond dus mooi voor gek. Daarom besloot ik tot een vlammend betoog tegen vervelende kinderen. Maar aangezien K. deze dagen probeert om met al deze beproevingen op een Zen manier om te gaan (acknowledge and move on) liet ik het maar even zitten.

donderdag, juni 08, 2006

Liedje van de week (Billy)

Een man met een goede Afro kan ik altijd wel waarderenTerwijl ik op mijn 16e, via Supertramp (nog wel okay) en the Alan Parsons Project (onacceptabel) op het spoor was gekomen van de funk en jazz (toch wel redelijk hip voor een gereformeerde puber die is opgegroeid met de Johannes de Heer bundel), zat K. op het zelfde moment op haar meisjeskamer de volgende tekst mee te zingen:

“The reflex is an only child, he’s waiting in the park
The reflex is in charge of finding treasure in the dark
And watching over lucky clover isnt that bizarre
Every little thing the reflex does leaves you answered with a
Question mark”

Waar dit over gaat is mij volstrekt onduidelijk. Het lijkt alsof er een groep dronken dichters een avondje heeft zitten brainstormen en met deze tekst op de proppen is gekomen. Ik kan er geen chocola van maken.
Ondanks deze onbegrijpelijke woordenbrij was K. toch zwaar besmet met het DuranDuran virus, totdat ze uiteindelijk, tijdens een concert van deze band, getuige was van het feit dat Simon Le Bon eigenlijk helemaal niet kon zingen. Van het ene moment op het andere moment veranderde ze van een verstokte fan in iemand die de liedjes wel aardig vind maar eigenlijk toch meer geïnteresseerd was in the Beatles
Deze voorliefde voor the Beatles is tot nu toe nog nooit verdwenen. Waarschijnlijk om het simpele feit dat the Beatles wel echte muzikanten waren en zelfs live wat fatsoenlijks ten gehore konden brengen.
In onze Billy kast staat dus een vreemde mix van Country,New Wave, the Beatles (K.) en allerlei soorten funk en jazz (Ik). Als een computerprogramma al onze cd’s zou kunnen inlezen en vervolgens een artiest zou moeten adviseren die we allebei leuk vinden zou waarschijnlijk de naam van Billy Preston op het scherm verschijnen.
Billy is per slot van rekening de vijfde Beatle en speelt hun liedjes in een leuke jazzy, funky uitvoering.
Het toeval wil dat we een paar jaar geleden deze vrolijke krullenbol een keer live hebben gezien, op een jazzfestival in Rotterdam. We hadden eigenlijk kaarten gekocht omdat ik Incognito wel weer eens een keer live wilde zien en omdat we op dat moment niet zoveel geld te makken hadden en dit festival aanmerkelijk goedkoper was dan het North Sea Jazz festival. Incognito was leuk, maar Billy, die we op de koop toe kregen, was eigenlijk net zo leuk. En nu is ie dood. Moge hij rusten in vrede en daarboven af en toe nog een leuk Beatles liedje inzetten. Strawberry Fields forever of zo.

maandag, juni 05, 2006

Zit niet zo te kijken!


Klik op foto
(met dank aan: Todd Levin)

zaterdag, juni 03, 2006

Klusfun

Beton storten? Een eitje!Vroeger op de lagere school kregen we het vak handenarbeid. Met behulp van hamer en beitel maakten we bijvoorbeeld een leuk houten huisje en van een klomp klei draaiden we een mooie asbak die we in een oven afbakten en vervolgens aan pappa kado deden op vaderdag.
Later werd aan het lesprogramma het vak textiele werkvormen toegevoegd. Met het kleine beetje testosteron in ons jongenslichaampje beseften we ergens wel dat dit niet helemaal in de haak was en dat ons waarschijnlijk een loer gedraaid werd door de lobby van een groepje fanatieke dolle Mina’s, maar manmoedig punnikten we er op los en breiden we met breinaalden zo dik als een tentstok, om het resultaat vervolgens op een geel geverfd plankje te spannen. Het leek zowaar wel kunst!
Natuurlijk is het goed om kinderen creatief te stimuleren, maar ik vraag me toch wel eens af of dit vak niet gewoon vervangen had kunnen worden door het vak: “Klussen”.
Aan breien en punniken kom ik de laatste tijd namelijk niet meer echt toe, maar ik moet wel opdraven als er geklust moet worden en daarbij mis ik vaak de nodige basisvaardigheden. Laatst nog; K. wilde graag een droogmolen in de tuin, zodat ook wij op ons werk zouden kunnen rondlopen met die frisse ozon-achtige geur in onze kleren. Zo gezegd, zo gedaan. Bij de Blokker kochten we voor negenendertigvijfennegentig een fris blauw exemplaar en eenmaal thuis gekomen wilde ik meteen even de houder het gras in rammen.
K., die, in tegenstelling tot mij, altijd de moeite neemt om de gebruiksaanwijzing te lezen verpestte samen met de buurvrouw, die gezellig over de schutting hing, meteen de “timmerfun”. “Die houder moet eerst in beton gestort worden”, beweerden ze eigenwijs. Ik, die ben opgegroeid met 4 zussen, nam me voor om niet te zwichten voor deze groepsdruk van de andere sekse, sloeg de naar de maffia riekende opmerking in de wind en hamerde rustig door.
Helaas hing de droogmolen dezelfde avond, na het ophangen van twee spijkerbroeken, al meteen op half zeven. Ik twijfelde nog even of ik zou adviseren de was symmetrisch op te hangen zodat de molen niet meer zo vervelend naar een kant over zou hellen, maar dat zou mijn onkunde op klusgebied waarschijnlijk alleen maar benadrukken.
Teleurgesteld bedacht ik me dat deze afgang me bespaard had kunnen worden als ik, in plaats van op de lagere school de kruissteek te oefenen me had kunnen bezig houden met de beginselen van het klussen. Les 1: hoe installeer ik een droogmolen.
Nu hoor ik in de verte iemand roepen dat ik ook gewoon kan beginnen met gebruiksaanwijzingen te lezen, maar die negeer ik gewoon. Ooit een man ontmoet die een gebruiksaanwijzing leest? Zie je nou wel!

Plopperdeplop!

..en dat is in ontspannen toestand!Meestal vind ik het niet zo erg als K. mensen mee neemt naar huis. Maar deze vreemde vogel begon meteen op te scheppen over de grootte van z'n geslacht.
Alsof het een wedstrijd is. Pfff...

donderdag, juni 01, 2006

Vliegangst (deel 2)

Als jij nou eens met babystapjes een heel eind oprot..Met een knoop in mijn maag reed ik afgelopen maandag naar het kantoor van mijn nieuwe therapeut. Ik vroeg me al fietsend af waar ik nu eigenlijk bang voor was. Deze man ging me per slot van rekening helpen om mijn vliegangst te overwinnen en als dat zou lukken zou ik verlost zijn van een zware last. Dus eigenlijk zou de vlag uitmoeten want het was bevrijdingsdag. Maar helaas werkte het niet zo. Ik hou er doorgaans niet zo van om mijn angsten in de ogen te moeten kijken en zeker niet samen met een therapeut die overigens als twee druppels water op Harry de Winter leek. Kon ik maar lekker over muziek praten, dat zou me een stuk makkelijker af gaan.
Helaas bleek Harry hele andere plannen te hebben en stelde me voor aan zijn hulpje. “Je hebt er toch geen bezwaar tegen als hij er bij zit?”, zei Harry en wees naar iemand die het neefje van Jan Peter zou kunnen zijn. Ik stelde Harry gerust. Van deze bebrilde jongeman, die zichtbaar zijn best had gedaan om zijn haar in een rechte scheiding te kammen, verwachtte ik geen moeilijke vragen.
“Kijk”, zei Harry: “Dit ben jij” en hij tekende een onhandig stokpoppetje met een paar onduidelijke pijlen er bij. Jan Peter keek geïnteresseerd mee, alsof hij iets hoorde wat hij op de universiteit nog niet geleerd had. “Wat gebeurt er met jou als je last hebt van je vliegangst? Je schiet meteen van fase 1 in fase 3, de stress. In de tussenfase, laten we die fase 2 noemen heb je last van een hoop irreële gedachten. Die gaan we ontleden.”
Ik dacht aan dr.Phil met z’n constante interesse naar de “internal dialogue” van z’n gasten. “Verder gaan we het traject van hier naar het daadwerkelijk vliegen in kleine stukjes delen. Jij schiet namelijk meteen in de stress omdat je bij het oplossen van je vliegangst meteen aan het vliegen en het vliegtuig zelf denkt. Concentreer je eerst maar eens op het eerste stapje en dat is meteen je opdracht voor de volgende week. Meld je daadwerkelijk aan voor de officiële vliegangst cursus. Die met de flightsimulator, je weet wel.” Ik wist het inderdaad wel, want weken daarvoor had K. wat folders voor me aangevraagd, als een niet zo subtiele hint dat het tijd was om te gaan vliegen.
Opeens moest ik aan Bob denken, uit de film: "What about Bob?". Bob had ook geleerd om zijn angsten te bezweren door alles met baby stapjes te doen. Dus ging hij met baby stapjes de bus in, om met baby stapjes naar de voordeur van zijn therapeut te lopen. Toen die open deed kon hij niet vermoeden dat dit het begin was van een lange zomer waarin Bob hem en zijn familie met babystapjes het bloed onder zijn nagels vandaan zou halen.
Ik was dus Bob geworden en zou me straks op het vliegveld met baby stapjes inchecken om daarna het hoekje om de pijp uit te gaan, zo de kist in.
(Excuses voor de grap met baard)


 

 Subscribe in a reader