maandag, juni 30, 2008

Wake up en smell the coffee.

Als ik eerlijk ben merk ik vaak niets van de beloftes die worden gedaan op verpakkingen van bepaalde producten. Als er: “vernieuwd!” op staat of : “nu nóg lekkerder” doe ik serieus mijn best om positief te zijn over het vernieuwde of nog lekkerdere artikel, maar eigenlijk merk ik er nooit iets van. Ik heb niet het idee dat ik langer doe met het flesje Dreft en die Mars of Snickers smaakt naar mijn mening nog steeds hetzelfde. Misschien ís er wel iets veranderd, maar het probleem is dan dat de oude versie niet meer te verkrijgen is en je het dus ook niet meer blind kan testen.
Verder merk ik eigenlijk ook nooit dat de scheerschuim voor de gevoelige huid iets anders doet dan de normale en heb ik ook nooit gemerkt dat mijn haar meer ging glanzen van shampoo voor glanzend haar. Ligt dat aan mij? Lange tijd heb ik gedacht van niet en dacht ik dat ik gewoon belazerd werd door de industrie die mijn zuurverdiende centen uit de zak wilde kloppen.
Maar tegenwoordig ben ik daar toch iets voorzichtiger in. Lange tijd heb ik namelijk ook mijn twijfels gehad over het effect van koffie. Mensen die beweerden dat ze zonder kop koffie s’ochtends maar moeilijk op gang konden komen vond ik maar aanstellers. Totdat er kortgeleden een koffieautomaat op onze afdeling geplaatst werd dat ook cappucino gaf. Voorzichtig liet ik op een middag de kruidenthee voor wat ie was en tapte een dampende kop Douwe Egberts. Wat ik niet voor mogelijk hield gebeurde. De middagdip, waardoor het na middagpauze normaal leek alsof ik anderhalf uur tot aan mijn knieën door een dikke brij moest waden, verdween in drie minuten als sneeuw voor de zon. Helder en geconcentreerd keek ik opeens naar mijn beeldscherm. Koffie hielp zowaar!
Nu nog even in plaats van dat DE automaat een Starbucks filiaal in ons ziekenhuis.
Dan worden we pas echt productief.

Labels:

zaterdag, juni 28, 2008

Langs de meetlat.

“Ben ik eigenlijk wel een Esquire man?”, vroeg ik me af toen ik het nieuwste nummer van dit blad doornam in de trein. Op de cover stond Jessica Simpson afgebeeld. Ze stond onder de douche in een vleeskleurige jurk en ze had het koud, dat was duidelijk te zien. De Esquire man houdt blijkbaar van domme bimbo’s, als ze maar op een stijlvolle manier gefotografeerd worden. Ook heeft hij brede kaken en draagt hij een kek jasje met sokken in een bijpassende kleur. Zo matchy-match dat de Panorama man in zijn driekwart korte broek en shirt-met-een-biermerk-erop, vertwijfeld zou uitroepen: “Je bent toch geen wijf, man?!”.
Voor de rest scoort hij zijn punten op de Mannenmeetlat van Esquire’s Vanessa Oostijen, die op het plaatje bij het artikel de betreffende meetlat met beide handen stevig beet houdt en er uitziet als Vrouwtje Theelepel die klaar staat om met een ferme sprong in je broek te belanden om de lengte van je jongeheer te meten. Eng.
Maar hoe kan je punten scoren op de Mannenmeetlat? Door de volgende vragen te beantwoorden:

1. Heb je ooit een berg beklommen?
Alleen met de auto (levert vast geen punten op. Cumulatieve puntentelling: 0)
2. Heb je wel eens een bejaarde dame geholpen met oversteken?
Vast wel, maar ik kan het me eigenlijk niet meer herinneren. Spreekt dat dan niet voor me, dat ik dit soort dingen doe en vervolgens weer vergeet? Alsof het de normaalste zaak van de wereld is? (Niet lullen. Nog steeds 0 punten.)
3. Knip je je neusharen?
In opdracht van mijn vrouw. Ja dus. (1 punt!)
4. Heb je ooit een vliegtuig bestuurd?
Nee, maar al wel 8 keer in een vliegtuig gezeten. Vrouwtje Theelepel sais no. (Nog steeds 1 punt.)
5. Nat of droog scheren?
Nat, sinds jaar en dag. Van mijn vader geleerd. (1 punt erbij. Al 2 punten!)
6. Heb je ooit een weddenschap van meer dan duizend euro afgesloten?
Ben je gek? Ik ken trouwens ook geen mensen die zomaar duizend euro zouden willen inzetten. (Niets mee te maken. 0 pt erbij.)
7. Heb je wel eens een vrouw uit een brandend huis gered?
Hebben we daar geen professionele brandweerlieden voor? Daarbij, waarom levert alleen de vrouw punten op. Is het redden van kinderen niet veel nobeler? (Vrouwtje Theelepel vind van niet. 0 punten mietje)
8. Heb je ooit triosex gehad?
Nee, maar wel eens van gedroomd. Ik was fantastisch! (Toch geen punten erbij)
9. Heb je alle continenten bezocht?
Nee, maar aan het eind van het jaar bezoek ik mijn tweede. (Dit gaat er puntsgewijs was treurig uitzien.)
10. Heb je ooit een pak op maat laten maken?
Nee, maar ik heb wel eens 4 broeken voor 70 euro aangeschaft bij C&A. (Daar zou Mevrouw Esquire graag punten voor aftrekken, ware het niet dat ik nog bijna geen punten heb)
11. Ben je zelf ooit de baas geweest?
Jazeker. Van mijn eigen bedrijf Lay Out Producties. Gespecialiseerd in geboortekaartjes en strips. Inmiddels al geruime tijd ter ziele. (1 punt erbij. 3 totaal)
12. Heb je ooit armpje gedrukt in het café.
Nee, in zulke café’s kom ik niet. In mijn voormalige favoriete café kon je wel meedoen aan een Triviant competitie. (zucht..)
13. Heb je ooit meer gedaan voor een goed doel dan alleen maar geld overmaken?
Jawel, ik heb zeker twee keer geld opgehaald voor de Geestelijk Gehandicapten (hoewel ik eigenlijk vond dat die het, vergeleken met kindertjes uit Ethiopië best wel goed hadden en ik me daardoor afvroeg of ik het geld niet beter kon overmaken naar de derde wereld) en 1 keer voor stichting Simavi. (Goed voor een punt. 4 in totaal)
14. Ben je ooit hopeloos verliefd geweest?
Alleen maar. Mijn zicht werd op de HAVO voortdurend belemmerd door rondfladderende vlinders. Niet dat ik ooit in actie kwam, maar dat werd hier niet gevraagd. (Vooruit, een punt. 5 alweer)
15. Heb je ooit een volle baard laten staan?
Niet echt. Wel een halfvolle, die ik er na drie weken in Griekenland door een plaatselijke barbier weer liet afscheren. (Een halve punt, en nog een halve extra omdat ik de moed heb gehad om de door een Griekse barbier te laten scheren. Totaal: 6)
16. Heb je ooit een vis gevangen?
Jawel. Een voorntje en ook een keer een heel klein palinkje. Verder ook heel veel garnalen die we dan op vakantie zelf kookten en pelden. (Weer een punt. Totaal: 7. Dit begint zowaar ergens op te lijken)
17. Heb je ooit in een Ferrari gereden?
Nee, Ferrari’s vind ik lelijk. (Zo wordt je natuurlijk nooit een Esquire man. 0 Punten)
18. Heb je Kees de Jongen gelezen?
Ja! Heb daarna nog weken in de zwembadpas gelopen (Puntje erbij. Totaal 8)
19. Heb je ooit een doelpunt gemaakt?
Ja, regelmatig. Voetballen op een veldje in de buurt. Nooit op voetbal gezeten trouwens, wat me wel spijt. Wel jaren pianoles gehad. (We gaan de goeie kant op. 9 punten totaal)
20a. Heb je ooit de liefde bedreven met een buitenlandse vrouw?
Ik doe niets anders. (Scoort weer lekker. 10 totaal nu.)
20b. Heb je ooit de liefde bedreven met een buitenlandse vrouw en haar vriendin?
Zie antwoord 8.
21. Heb je ooit een hond gehad?
Echte mannen nemen een poes (no pun intended)
22. Kun je zelf een knoop aan je jas naaien?
Ja natuurlijk. Als je maar lang genoeg vrijgezel bent, kun je op de duur alles zelf. (11 punten)
23. Heb je ooit een penisverlenging overwogen?
Aan mijn lijf geen polonaise. Ik vond amandelen knippen al erg genoeg.
24. Heb je ooit gezoend met een topmodel of een celebrity?
Nee, zoenen die lekkerder dan?
25. Heb je ooit een gedicht of een haiku geschreven?
Ja, vorige week nog. Een geweldig afscheidslied voor een collega op de wijs van “Heb je even voor mij”. Dat lied heeft nog dagenlang in mijn hoofd gehangen.

Totaalscore: 12 punten. Ik ben dus een halve Esquire man.
Eigenlijk voel ik me redelijk genaaid. Altijd werd me gezegd dat je pas in het leger een man wordt. Ik dus een jaar in dienst van het vaderland geweest, krijg je daar van Esquire geen enkele punt voor.
Misschien scoor ik beter langs de feministische meetlat van Ciska Dresselhuis.

Labels:

donderdag, juni 19, 2008

The Gipper

Met mijn specifieke roots (geref.vrijg.) vrees ik nog vaak met grote vreeze voor het hellende vlak. De gladde zeephelling waarop al menigeen zijn grip op het leven heeft verloren om al glibberend het verderf tegemoet te glijden. Als je niet uitkeek glee je van een feestje met bier en popmuziek , via complete bacchanalen waar iedereen het met iedereen deed, naar een plaatsje onder een brug met een naald in je linker- en een fles jonge jenever in je rechterhand. Het was dus uitkijken geblazen, oppassen waar je je voeten neerzette.
Maar als je het hellende vlak had ontweken was je er nog niet. Er was ook nog zoiets als verdwazing. Dat je een onschuldige hobby had die, zonder dat je er erg in had, zich ontwikkelde in iets waar je niet meer buiten kon. Sportverdwazing. Voordat je het wist had je het opgelopen. De ene dag speelde je nog nietsvermoedend een potje voetbal met de jongens in de buurt en een paar maanden later kon je geen uitzending van Studio Sport meer missen.
Toen ik vanmiddag met Nakker het pauzerondje liep, vroeg ik me even af of ik dat punt bereikt had. Drie weken geleden was er nog niets aan de hand en ondanks het feit dat de EK er aan kwam kon voetbal me eigenlijk gestolen worden. Ik kon me wel driehonderd dingen bedenken die ik belangrijker vond. Maar vandaag vroeg ik me tijdens onze wandeling af hoe het verder moest met onze jongens, nu het niet meer zeker was of onze beste verdediger Boulahrouz, wegens privé omstandigheden, de volgende wedstrijd wel zou meespelen.
Nakker en ik schetsten twee scenario’s. Of Khalid zou meedoen, bewondering afdwingen van de hele wereld en een heldenwedstrijd spelen, of hij zou niet meespelen wat zou resulteren in een speciaal soort motivatie bij het team. Het "win one for the Gipper” fenomeen. Uitleg in het kort (voor degenen die te lui zijn om het Wikipedia artikeltje te lezen): the Gipper was een beroemde Amerikaanse football speler die jong stierf en volgens de legende op zijn sterfbed zijn coach vroeg er een te winnen voor the Gipper, wat resulteerde in een miraculeuze overwinning op het team dat tot op dat moment ongeslagen was gebleven.
Oranje zou er ook een kunnen winnen voor the Gipper, Boulahrouz. Ik kreeg er al helemaal een warm gevoel van. Totdat ik de stem van Freek de Jonge door mijn hoofd hoorde echoën: “het is maar een spelletje…..-elletje”.
Ik leek de realiteit even kwijt. Even leek ik te zijn uitgegleden over de groene zeep. Verdwaasd bedacht ik me dat ik het feit dat hij een kind was kwijtgeraakt even voor het gemak opzij had geschoven voor een spelletje dat opeens zo belangrijk had geleken als de slag bij Heiligerlee terwijl ik me nog zo had voorgenomen om daar niet in te trappen.
“Het is maar een spelletje” is nu dus mijn mantra. Ik herhaal (en adem door de neus): “het is maar een spelletje”.

Labels:

zaterdag, juni 14, 2008

Wandelen met Bee

Met je beste vrienden, die niet direct dichtbij wonen, moet je minstens een paar keer per jaar even afspreken voor een goed gesprek. E-mail contact, Hyven of chatten is prima, maar elkaar in levende lijve zien is essentieel voor een goede vriendschap. Dus spraken Bee en ik met elkaar af voor een stevige wandeling op de hei, want de beste gesprekken heb je als je ergens mee bezig bent, het liefst met een monotone klus zoals behangen of gewoon lopen.
Nu is Bee, naast een vrouwelijke vrouw ook een stoer wijf. Zo eentje die met haar wortels in de Zeeuwse klei, als kind al een gezonde dosis onverzettelijkheid door haar aderen had vloeien. Zo’n eigenheimer die bij Ren je Rot in plaats van bij haar klasgenoten, in haar eentje in een vak ging staan en dan gewoon kon doorlopen naar de ballenbak.
Bij zo iemand ga je niet lopen klagen als ze je in gestrekte draf over het Dwingelderveld laat marcheren. Als ze dan met een lichte twinkeling in de ogen vraagt of ze niet te snel loopt, want “volgens mij hoorde ik je wat hijgen” , dan ontken je gewoon. “Ik, hijgen? Echt niet!”. Want voordat je het weet geraak je in die vervelende discussie over wie nou het sterke en het zwakke geslacht is.
Na een speedmars van 3 uur leek afgelopen vrijdag het einde in zicht. Half kreupel strompelde ik achter Bee aan naar de blauwe Volvo die ergens bij het theehuis zou moeten staan. Na een uur de hele omgeving van het theehuis te hebben uitgekamd hadden we de Zweedse middenklasser nog niet gevonden. Zou Bee dan toch gewoon zo’n vrouw zijn zoals mijn eigen vrouw? Zo eentje zonder richtingsgevoel, die altijd links gaat als het rechts is? In dat geval, waarom liep ik dan in vredesnaam de hele tijd als een kreupel, mak lammetje achter haar aan? Het antwoord op deze vraag zal Bee met alle plezier even inkoppen: omdat je als man de vrouw natuurlijk gewoon moet gehoorzamen. Ook als is het je eigen vrouw niet en ook al laat ze je uren door het bos dwalen op zoek naar een blauwe Volvo.
Als je dan eindelijk in de auto zit, op weg naar het station en Bee vrolijk in een appeltje happend vertelt dat ze de dag daarop vier Engelse mijlen gaat rennen dan vraag je in je eerstvolgende stukje op je blog natuurlijk gewoon: “Volgende keer weer? Maar dan natuurlijk niet zo’n kort stukje he!”

Labels:

dinsdag, juni 10, 2008

Wij zijn de beste (deel 2)

Hij heeft gelijk, maar ik vind het moeilijk om toe te geven. Z’n kop staat me namelijk niet aan. Die irritante grijns op zijn gezicht, dat betweterige toontje, z’n vervelende stukjes in de VPRO gids en dan die pogingen om z’n misantrope boodschap door m’n strot te duwen. Daar hou ik niet zo van. Dus na “Blauwe Maandagen” vermeed ik hem maar een beetje. Totdat ie met Tirza een aantal belangrijke prijzen in de wacht sleepte. Toen werd ik toch weer benieuwd. Dus kocht ik het boek van de bebrilde krullenbol voor een paar euro’s bij de Wehkamp (!) en las het in een paar avonden uit. Een goed verhaal, concludeerde ik, dat ook nog eens goed is geschreven. De mens in deze westerse samenleving komt er alleen niet zo goed vanaf. Onder het dunne laagje beschaving, waar ie zich krampachtig aan vast probeert te houden, is hij eigenlijk niet meer dan een beest.
Dat Arnon Grunberg daarin gelijk heeft, daar kwam ik gisteravond weer achter.Van het idee van de wereld als klein dorp, waarin je nationaliteit eigenlijk geen rol van betekenis meer speelt en waar ik twee stukjes geleden nog helemaal enthousiast over kon worden, daar bleef, toen ik me eenmaal voor de t.v. had verschanst, weinig meer van over. Zonder enige terughoudendheid, wierp ik het laatste restje beschaving van me af en brulde mijn nationale voetbalteam (“Schiet hem er in, nu!!!) naar de overwinning. “Doe toch eens even normaal”, probeerde K. die voor het eerst kennis maakte met de Nederlandsche leeuw in mij, er af en toe tussendoor. Maar mijn nationalisme was blijkbaar toch sterker dan mijn mededogen voor de trommelvliezen van mijn partner.
Was ik achter die beschaafde façade dus eigenlijk niets meer dan een nationalistisch beest? Is de mens van nature echt zo slecht? Is Arnon Grunberg eigenlijk een Calvinist?
Maar toen ik vandaag langs het huis van onze Vietnamese buurman reed en de oranje vlaggetjes zag, die hij in zijn tuin had opgehangen kreeg ik eventjes een warm gevoel van binnen. Het waakvlammetje van de hoop op beter, van het geloof in de goede bedoelingen van sommigen onder ons, werd weer even aangewakkerd. Misschien gaat die multiculturele samenwerking dan toch werken. Nieuwe Nederlanders die samen met ons, bleekscheten, het nationale team aanmoedigen. Dat geeft hoop op een betere wereld.
Misschien is het wel gezonder om in Toon Hermans te geloven dan in Arnon Grunberg.

Labels: ,

vrijdag, juni 06, 2008

Bezweringsritueel

Wel doen of niet doen? Ik neig sterk naar wel, want ik moet nog minstens 25 jaar mijn brood in het zweet des aanschijn verdienen en ik heb zware vermoedens dat het versturen van inkooporders en het uitzoeken van probleemfacturen me na verloop van tijd wat gaat vervelen.
Daarom zit in het auditorium van een groot scholencomplex en luister naar een man in een pak. Hij is het hoofd van een afdeling met zo’n naam die je na 2 seconden alweer vergeten ben. Iets met communicatie en marketing of zo. Hij heet ons van harte welkom. Ik wapper mezelf koelte toe met het programma van de open dag, want het is benauwd die dag. “Als je met een van onze deeltijdopleidingen begint“, vertelt de man, “dan moet je wel weten waar je aan begint. Het zal je hele leven gaan beïnvloeden. Het is niet iets wat je zomaar moet gaan doen. Stel het thuisfront op de hoogte van je plannen en overleg met je partner hoe je dit gaat organiseren”.
Ik krijg het nog warmer. Angst voor het onbekende, denken dat ik het niet kan, dat zijn eigenschappen die er bij mij al ingebakken zitten. De ervaring leert dat als ik daar naar blijf luisteren mijn leven er uit gaat zien als een bewolkte lentedag. Goed genoeg, maar je hoopt toch dat het zonnetje een keer gaat doorbreken.
Misschien moet ik mijn jasje even uitdoen. Ik vouw hem zo klein op dat hij in het minuscule rugzakje past dat ik heb meegenomen. Het enige dat er inzit is een blocnote en een pen. “Altijd een schrijfblok meenemen als je naar een vergadering gaat”, adviseerde het toenmalige hoofd van de inkoopadministratie me eens. Dan kom je wat gemotiveerder over.
Er gaat een jongen naast me zitten. Hij lijkt het nog warmer te hebben dan ik. De klamme haren in zijn nek doen me denken aan de pels van de visotter die ik laatst zag in Planet Earth, de gelauwerde natuurdocumentaire serie van de BBC. Op zijn schoot ligt een folder van een masteropleiding. Waarvoor, dat kan ik niet zien. Misschien moet ik hem even een vriendelijk knikje geven , bedenk ik me, maar hij blijft strak voor zich uit kijken. Rare vogel. Waarom zit-ie zo vreemd rechtop? Ik mis de helft van de toespraak van het pak en zie de stramme robot naast me een raar ritueel uitvoeren. Hij buigt zich lichtjes voorover en lijkt met zijn armen, gebogen in een vlekkeloze hoek van 90 graden, de afstand tot de stoel voor hem te schatten. Zachtjes tikt hij de rugzitting aan. Dit herhaal hij nog twee keer, rommelt wat met de folder op zijn schoot en gaat weer rechtop zitten. Zijn blik nog steeds strak naar voren.
“..en nu kunt u naar het locaal van de opleiding van uw keuze. Daar kunt u alle vragen kwijt die u wilt stellen. Dank u wel voor uw aandacht”, zegt onze spreker. Mijn buurman staat op en ik volg hem, de trap op naar beneden.
Misschien heb ik ook iets nodig om mijn angst mee te bezweren, bedenk ik me, een vreemde gewoonte waarmee ik alle twijfels en onzekerheden, die dit soort keuzes met zich mee brengen kan bezweren. Zou dat helpen?

Labels:

zondag, juni 01, 2008

Wij zijn de beste.

Waar was jij toen Nederland het EK voetbal won in 1988? Ik kan het me eigenlijk niet goed herinneren. Wat ik wel weet was dat ik bij mijn ouders was, niet echt de meest enthousiaste Oranje fans die je je kunt voorstellen, maar wel gezellige meekijkers. Na de gewonnen wedstrijd gingen we nog even de straat op. Zelfs in het bedeesde dorp waar ze wonen werd er gefeest en reden de dronken fans toeterend door de straten. Onze jongens hadden gewonnen en ook de mensen die eigenlijk niet van voetbal hielden en nog nooit een wedstrijd hadden bezocht waren oprecht gelukkig. Alsof we de slag bij Heiligerlee hadden gewonnen, of die bij Nieuwpoort. Of hadden we toen het onderspit gedolven? Misschien dat Geert Mak het nog weet. In ieder geval appelleerde de overwinning op de Germanen in 1988 waarschijnlijk aan vroegere veldslagen, iets dat waarschijnlijk in onze genen zit of in ons collectieve geheugen. Waarom laten mensen die anders altijd neerkijken op de wekelijkse waanzin van het voetbalgebeuren opeens hun reserves vallen als ons nationale team, ons Oranje zegeviert op alle fronten?
Opeens zijn we allemaal Trots op Nederland. Klinkt een beetje eng vandaag de dag.
Zelf ben ik een gematigde voetbalfan en sinds ik niet meer alleen woon ben ik nog gematigder geworden. Sinds die tijd koop ik geen 2 cd’s meer per week en mis ik geregeld de samenvattingen van eredivisiewedstrijden. Ingrediënten van een lang vervlogen vrijgezellen leven die zomaar weer de kop kunnen opsteken. Zeker in tijden als deze, als corporate Nederland er zijn zinnen op heeft gezet om die Oranjekoorts er weer eens goed in te pompen bij de consument.
Eigenlijk,als ik er verstandelijk naar kijk, vind ik dat opgeklopte nationalisme niet zo opbouwend. We zouden, nu de wereld door goedkope vliegreizen en internet eigenlijk een groot dorp is geworden, allemaal wereldburgers moeten zijn en met elkaar als individuen omgaan. Als ik in Volkskrant Magazine kamerlid Fleur Agema hoor zeggen dat ze toch zeker weet dat onze cultuur beter is dan de islamitische dan word ik echt een beetje misselijk. Nationalisme, het windmolen en tulpen gevoel, lijkt steeds meer geclaimd te worden door bedenkelijke types.
Maar goed, voetbal als vervanger van bloedige veldslagen, zoals die bij Heiligerlee, is natuurlijk best nuttig. Het kanaliseert de testosteron, die bij ons mannen, toch door de aderen vloeit en als we door die wekelijkse uitzending van Studio Sport, de Champions league en de interlands elkaar de hersens niet meer inslaan, dan moeten we vooral met chips en bier op de bank onze nationale teams aanmoedigen, in plaats van zwaarden en geweren.
Daarbij lijkt Oranje, een voetbalteam met autochtone en tweede generatie allochtonen, op wat incidenten na (dat gezeik over de kabel) toch steeds maar weer een bewijs dat een multiculturele samenleving kan werken als je een gezamenlijk doel hebt.
Dus vul ik maar weer de E.K pool in en ga ik straks vast wel met een raar hoedje op de bank zitten om onze jongens aan te moedigen. Voor een paar weken ben ik trots op Nederland.
Maar daarna gaan we weer gewoon normaal doen he!

Labels:


 

 Subscribe in a reader