maandag, februari 28, 2005

bijslapen

“Voorslapen”, “slaap inhalen”; allebei verschijnselen die niet echt bestaan. Je moet de slaap op het moment slapen en niet ervoor of erna. Dat realiseer ik me nu, net nadat K. me vanaf haar werk ruw, door een onzintelefoontje, uit mijn R.E.M. slaap heeft getrokken. Ik lag net lekker in het zonnetje op de bank, hard bezig om wat slaap in te halen. Een uurtje daarvoor had Tricky (onze kat) me ook al, door een paar keer hard op de deurklink van de buitendeur te springen, duidelijk gemaakt dat ze het niet eens was met deze irreguliere slaapuren en liet ze me niet met rust totdat ik haar naar buiten had gelaten.
Er zit op dit moment dus niets anders op dan maar op te staan en de restanten van wat eens een geslaagde Oscar avond was, op te gaan ruimen.
De Oscar ging gisteren inderdaad naar ProSieben. Het kanaal dat gisteren onze Oscar avond gered heeft. En hoe! Geen Duitse nasynchronisatie, geen vervelend commentaar en zelfs een geheel, door Duitse handen onberoerde, red carpet show van ABC als voorafje. Hulde dus voor onze duitstalige vrienden. Volgend jaar zullen we ze rijkelijk belonen door weer op dit kanaal af te stemmen.
De Oscar uitreiking zelf was weer een aaneensluiting van interessante en langdradige momenten. Momenten van verontwaardiging (“Wat! Weer een Oscar naar Hilary Swank?) en momenten van ontroering (“Die Jamie Foxx weet tenminste hoe hij een acceptance speech moet houden”).
Verontrustend was wel (en ik vind het erg vervelend om het onderwerp weer aan te snijden) het interview dat Jay Leno afgelopen week had met Chris Rock. In dit gesprek werd duidelijk dat grote groepen Amerikanen die hele Oscar uitreiking niet kijken. Ze vermijden de hele uitzending het liefst. De reden daarvoor is, dat het kijken van de show beschouwd wordt als een homo-aangelegenheid, zoals bij ons het Songfestival. Alleen “women and gay people” kijken hier naar. Ook de reden waarom Chris Rock de boot een paar keer had afgehouden. Hij wil natuurlijk niet geassocieerd worden met de gay community, dat zou z’n carriere alleen maar kunnen schaden.
Vreemd ook dat K. me dat nooit verteld heeft. Zit ik hier jaar in jaar uit samen met haar commentaar te geven op de jurken die de revu passeren, terwijl ik natuurlijk voetbal zou moeten kijken. Wat zal haar familie wel niet van me denken? Zouden ze ooit van het begrip “metrosexueel” hebben gehoord?

zondag, februari 27, 2005

Oscars

In ons multiculturele huishouden worden alle feestdagen gevierd. Dat “vieren” stelt meestal niet zo veel voor. Meestal koken we iets uitgebreider en staan we onszelf toe om snacks te eten. (Dorito’s en Ben & Jerry’s icecream) Met Kerst en Halloween wordt het huis daarbij ook nog eens op traditionele wijze gedecoreerd. De gangmaker hiervoor is K. Zelf geef ik niet zoveel om feestdagen. De kosten en moeite van het organiseren weegt bij mij vaak niet op tegen de fun van het vieren. Daarbij komen dit soort feestdagen nogal vaak voor, omdat we de Nederlandse en Amerikaanse feestdagen vieren. Ik heb dus meestal wat aansporingen nodig om uiteindelijk mijn steentje bij te dragen met de voorbereidingen. Met Thanksgiving sta ik dus toch, na een drukke werkdag, samen met K. tot een uur of 8 in de keuken, om vervolgens de kalkoen en de “twice baked potatoes” in tien minuten naar binnen te werken. Hetzelfde ritueel herhaalt zich een maand later nog eens met Kerst. Een lange voorbereiding in de keuken met een climax van 10 minuten en de opluchting daarna, dat het leven gewoon weer doorgaat. Maar goed; dr Phil zegt altijd: “when the wife’s not happy, the whole family isn’t happy”. Dus zullen de feestdagen gevierd worden.Gelukkig is het begin van het jaar altijd rustig, op het gebied van de verplichte feestdagen. Het enige wat zich dit jaar vervroegd aandient is de Oscar uitreiking. Het uitreiken van de Oscars is iets wat in dit huishouden verplicht gevolgd moet worden en dat doe ik geeneens met tegenzin. Ik hou namelijk erg van films, ben een grote filmliefhebber en volg nauwgezet wat er gebeurt in de filmwereld. Voor deze goede zaak wil ik best een uurtje in de keuken staan om gehaktballetjes te draaien en eieren te vullen. Het kijken van de Oscaruitreiking gaat namelijk ook hier gepaard met het nuttigen van snacks. Die feestregel wordt in geen geval geschonden. Gisteren stond het gehakt dus al in de koeling, de bak met ijs in de vriezer en we hadden zelfs een fles bubbelwijn gekocht, om het extra feestelijk te maken.
Vanochtend keken we dus in de t.v.-gids om uit te zoeken hoe laat het feest kon beginnen en schoten meteen in de stress toen we er achter kwamen dat geen van de zenders het dit jaar uitzond. Betaalkanalen in binnen en buitenland hadden de rechten opgekocht en zenden het lekker achter de decoder uit. Zelfs de BBC, waar we de afgelopen jaren toch altijd terecht konden, zend het spektakel niet uit. Net voordat een algehele depressie zich bij ons aandiende las ik op mijn favoriete filmforum dat we terecht kunnen bij ProSieben. Een vage Duitse satellietzender die we via onze TV Home Digitaal decoder kunnen ontvangen.
Benieuwd hoe dit zal aflopen. Hopelijk wordt dit geen eindeloze ergernis door een simultaan sprekende Duitse presentator die de hele avond het feest nasynchroniseert. Maar we zullen wel zien. De vieze smaak van een Duitse Oscaravond kunnen we altijd nog naspoelen met een fles Franse Brut.

zaterdag, februari 26, 2005

De weg kwijt

Vandaag kon ik eindelijk mijn nieuwe Nishiki Cascade testen. Mijn nieuwe mountainbike had ik al twee weken geleden opgehaald bij dhr.Pleij uit Wierden, die een installatiebedrijf combineert met de verkoop in mountainbikes. Hij had, naar zijn zeggen, jarenlang deel uitgemaakt van de nationale Mountainbike selectie, onderdeel: “downhill”, dus verstand van mountainbikes had hij zeker. Nu had ik zelf nog nooit van “downhill” gehoord, maar in mijn belevenis is dat een sport die vooral beoefend wordt door maniakken die zich zonder enige angst op een mountainbike van een heuvel willen storten. Nu heb je bij ons in de buurt weinig echte heuvels en mocht je je daar toch vanaf willen storten, dan loop je hoogstens het risico je kleine teen te kneuzen.
Toch wilde ik vorige week mijn fiets wel even uitproberen. Kijken hoe hard hij kan, hoe de geveerde voorvork zich gedraagt en hoe licht hij eigenlijk wel niet fietst, vergeleken met mijn ouwe trouwe Trek mountainbike. Zo gezegd, zo gedaan. Samen met K, die ook wel eens mee wilde en nu mooi mijn oude Trek kon gebruiken, reden we met de fietsen achterin de Clio, naar het Heerderstrand, waar ze een leuke mountainbikeroute van 15 kilometer hebben. Precies genoeg om je fiets even lekker uit te kunnen proberen.
Als een kalf dat voor de eerste keer de wei in wordt gelaten, stond ik te trappelen om de fiets uit te proberen. Helaas was ik een beetje vergeten dat K. vergeleken met mij een mountainbike-beginneling is. Ik fiets namelijk al een jaar of twee wekelijks mijn ritje. K. moest het allemaal dus nog een beetje uitproberen en bij uitproberen horen geen snelheden van 30 km per uur. Dus ging het op z’n elf-en-dertigst het Zwolse Bos door en ik kon daarbij mijn ongeduld niet meer verbergen. Of K. niet wat harder kon, hoorde ik mezelf zeggen. Zelfs ’s maandags ochtend op weg naar ons werk reed ze altijd sneller. Gelukkig liet K zich niet van de wijs brengen door mijn ongevoelige gedrag en volbracht ze gewoon de tocht.
Een week later, om precies te zijn vandaag, werd ik gestraft voor mijn ongeduld. Opnieuw reed ik de auto naar het Heerderstrand om mijn nieuwe ATB nu eens echt uit te testen. Het was lekker koud, maar ik was niet van suiker, dus daar liet ik me niet door weerhouden. Daarbij was er tussen Heerde en Hattem een nieuwe mountainbike-route uitgezet en die kon ik nu mooi eens proberen. De blauwe bordjes volgend, ging ik met een straf tempo de bospaden over. “Leuke route”, dacht ik nog, genietend van het Gelderse landschap. Totdat ik opeens blauwe bordjes tegenkwam met tegenstrijdige informatie. Bovenop een pijl rechtdoor en op de voorkant van het paaltje een pijl die naar links wees. “Maak uw keuze” leek het paaltje te zeggen. Dat deed ik dan ook maar, met als gevolg dat ik bij Hattem in een soort lus terecht leek te komen, waar ik niet meer uitkwam. De route leek je 30 keer de Leemcule om te willen leiden. Na nog enkele paaltjes met tegenstrijdige pijlen, besloot ik na 2 uur zelf de weg maar terug proberen te vinden. “De fiets was nu wel eens een keer genoeg getest geweest. Na een half uurtje kwam ik wonder boven wonder weer op de bekende witte paaltjes route terecht die me weer naar mijn auto terug bracht.
In de auto realiseerde ik me verkleumd dat dit al de tweede keer is dat ik in Hattem verdwaal. Twintig jaar geleden verloor ik, op weg naar het ouderlijk huis van mijn toenmalige love-interest, ook volledig mijn richtingsgevoel in de enige Vinex locatie die Hattem rijk was. Toen ik uiteindelijk op mijn plaats van bestemming aankwam, stonden haar ouders al in hun pyama’s, klaar om naar bed te gaan.
Hattem is gewoon de Bermuda driehoek van oostelijk Nederland, dat is een ding dat zeker is.

vrijdag, februari 25, 2005

Burgerlul

“Normen en waarden”. Nog nooit werd deze uitdrukking zoveel gebezigd als de laatste paar jaren en door niet de minste mensen. Onze eigen minister president werd groot surfend op de golf van de morele verontwaardigheid die na enkele traumatische gebeurtenissen in onze samenleving over ons land spoelde. De hele uitdrukking werd daardoor uitgehold en is verworden tot een van de grootste cliche’s die je je kunt bedenken: “normen en waarden”, “snorren en baarden”, “wormen en maden”. Ik ben wel eens benieuwd wat op dit moment de geldende normen en waarden zijn. Niet dezelfde als vroeger in ieder geval. Ik heb het idee dat vandaag de dag de omgekeerde norm geldt. Burgerlijkheid heeft namelijk afgedaan. Het heeft de uitstraling van een pan spruitjes. De norm is bungeejumpen uit een helikopter, een piercing door je ooglid, kinderen die “lekker ondeugend zijn” en seriele monogamie.
Alles waar 20 jaar geleden nog iemand mee te shockeren viel is nu een tragische norm geworden. Een norm die zwaar op je kan drukken, zeker als je een burgerlul bent als ik.
Ik ben namelijk blij met mijn Vinex woning, ik ben blij met mijn werkdag van 9 tot 5. Juichend ren ik vrijdagmiddag de trap af het weekend in, om na het eten een DVD in de machine te drukken en heerlijk coccoonend de avond door te brengen. Vakantie? Lekker met de auto naar Frankrijk om daar een weide uit te zoeken waar ik mijn tent op kan zetten. Niks survivalen in het Amazonegebied of pinquins tellen op Antarctica.
Het vreemde is dat de avontuurlijken onder ons zich in Honduras verbazen over het rustige leven wat die mensen daar leiden. Niks geen stress en wat afspraken betreft? Daar houdt niemand zich aan. Je mag blij zijn als mensen een uur later nog eens op komen dagen. Hoe fantastisch moet het zijn om zo te leven. Terug thuis storten ze zich weer in hun hondenbaan, waarin ze zich tot s’avonds laat de tering werken om daarna, na een uurtje squashen en een fles wijn, hun broodnodige 3 uur slaap pakken.
Wake up! Burgerlijheid is het nieuwe verzet. Je ziet de voortekenen al in de krant staan. Mensen zijn moe van het consumeren. Vrije tijd is de nieuwe luxe. Minder werken en meer genieten zonder je elke 5 jaar over een BurnOut(het nieuwe depressief zijn) hoeft heen te zetten. Durf burgerlijk te zijn en maak je niet druk over die feestjes waar iedereen het heeft over z’n werk en spannende bezigheden. De eerste vraag als je niet weet waar je het over moet hebben is daar altijd: “..en wat doe jij nou?”. “Ik zit graag lekker op de bank met een tijdschrift”, zal binnen enkele jaren het rebelse antwoord zijn op deze vraag. Of mensen stellen een rebelse daad en vermijden dit soort feestjes helemaal! Ik verheug me er nu al op.

woensdag, februari 23, 2005

vergeten

In de liefde bestaat er zoiets als: "opposites attract". In mijn relatie gaat dat voor een groot gedeelte niet op. We zijn namelijk allebei zo verstrooid als de neten. En met verstrooid bedoel ik dat we allebei geneigd zijn van alles te vergeten en te verliezen en dat we altijd van alles kwijt zijn.
Als kind liep ik al minutenlang mijn sokken te zoeken, terwijl ze gewoon voor het trappetje van mijn stapelbed lagen en K's vader verzuchtte vaak: "you couldn't find your ass with both hands". Dit om even te illustreren, dat als je twee van dit soort mensen bij elkaar zet het af en toe danig uit de hand kan lopen.
Op een normale ochtend worden in ons huishouden de zinnen: “waar zijn mijn sleutels?”, “waar is mijn sjaal?” en “waar is mijn muts” als mantra’s herhaald. Voordat we de deur uit zijn, is de paniek al 20 keer uitgebroken, omdat er ook nog eens een element als tijdsdruk meespeelt. We spelen namelijk al maandenlang het spelletje: “hoe-vaak-kan-je-de-snoozeknop-van-je-wekker-indrukken-zonder-te-laat-op-je-werk-te-komen”. Die combinatie tussen tijdsdruk en vergeetachtigheid maakt elke ochtend reuze spannend.
Deze morgen stonden onze sterren ook nog eens verkeerd. De hele dag leek een aaneenschakeling van vergeet en verlies momenten. Allereerst vergat K haar sjaal, zodat we bij het verlaten van onze wijk, meteen weer rechtsomkeer konden maken naar huis. Ik maakte daar op weg naar ons werk nog wat op en aanmerkingen over totdat ik op mijn werk arriveerde en een kaal gevoel op mijn rug bespeurde. Ik was mijn tas vergeten., wat niet zo erg zou zijn, ware het niet dat mijn lunch daar in zat en ik dus mijn halve pauze moest opofferen aan het in de rij staan bij Bakker Bart. Het uiteindelijke vergeet/verlies moment kwam daarna, toen K haar fietssleuteltje verloren bleek te zijn. Ze had me haar sleuteltje, tesamen met haar handschoenen en muts even in verzekerde bewaring gegeven om haar portemonnaie weer in haar tas te stoppen. Van deze drie artikelen had ze een ingewikkeld pakketje gemaakt, waarbij de handschoenen in haar muts zaten en het sleuteltje daar weer ergens bovenop lag (het kan ook andersom geweest zijn). Bij de heroverdracht bleek dit toch niet zo’n slim plan te zijn geweest en waarschijnlijk ligt het sleuteltje nu ergens tussen twee tegels op de winkelpromenade.
De rest van de dag heb ik dus maar erg voorzichtig gedaan en buiten het feit dat ik mijn wekelijks overleg met een collega vergat ben ik geloof ik niets meer vergeten. (Maar het kan natuurlijk best zo zijn dat ik ben vergeten dat ik nog iets anders was vergeten)
Oh, voordat ik het vergeet: nog even een speciale link voor Martin.

dinsdag, februari 22, 2005

Het pakket

In tijden van stress droomde ik vroeger vaak dezelfde droom, of in ieder geval een droom die altijd dezelfde soort elementen leek te bevatten.
In mijn droom bestuurde ik een auto, een motor, of in ieder geval iets op wielen met een stuur. Het vervelende was alleen dat ik meestal ergens naar toe moest maar geen progressie maakte. Dat kwam dan bijvoorbeeld omdat ik in de auto op de achterbank zat, maar toch moest sturen, of dat ik wel op de voorbank zat, maar het stuur zo groot als een wagenwiel was, of dat ik niet bij de pedalen kon. Zo kon ik een hele nacht in een auto (proberen) te rijden, maar nergens terechtkomen. Meestal werd ik dan ook zeer gefrustreerd wakker. Huis tuin en keuken psychologen weten hier vast wel wat van te maken.
Hetzelfde gevoel, maar dan “in real life” had ik deze week met een pakketje dat we besteld hadden bij Amazon. Na het eerste seizoen van Will & Grace in zijn geheel op DVD te hebben gekocht en bekeken, waren we namelijk wat ongeduldig geweest en het tweede seizoen, dat hier in Nederland nog niet uit is, er maar meteen achteraan besteld.
Omdat we er niet lang op wilden wachten hadden we ook maar gekozen voor “expresse post”. Zo zou het maar tussen de 5 en 10 dagen duren voordat het pakketje uit Amerika hier aangekomen zou zijn. Je betaalt er wel voor, maar je hoeft in ieder geval niet lang te wachten.
Toen dag vijf aangebroken was werd K al wat nerveus. Ze wilde toch wel snel naar huis, want je weet maar nooit. Misschien dat het pakje al gearriveerd zou zijn. Natuurlijk was dat te mooi om waar te zijn. Thuis aangekomen lag alleen de Vinexbode op de mat en geen pakje. K teleurgesteld natuurlijk, maar ja, niets aan te doen. Helaas herhaalde dit ritueel zich ongeveer een dag of tien. Na het werk meteen naar huis, want misschien dat de DVD in de bus lag, maar keer op keer kwamen we van een koude kermis thuis en duurde het bij K ongeveer een uur voordat haar teleurstelling weggeëbd was.
Toen het pakje ongeveer een week te laat was en de spanning zo ongeveer ondraaglijk geworden was, besloot K te gaan klagen, per slot van rekening hadden we voor de snelle service betaald. Amazon reageerde sportief en in de veronderstelling dat er dan wel iets mis gegaan zou zijn met de eerste zending, besloten ze de DVD nog maar een keertje op te sturen.
Dit maal op de “super-express” manier. Meer dan 4 dagen zou het zeker niet duren.
Dat gaf een hoop rust. We hoefden de volgende dag uit werk niet naar huis te racen, maar deden het rustig aan. Tien voor half zes bij huis aangekomen zagen we nog net de rode TNT bus de hoek omrijden. De gehele beroepsgroep van postbestellers verwensend konden we het briefje van de grond rapen, waarop stond dat we het pakje na het weekend bij het postkantoor konden afhalen. Gloeiende, gloeiende!
Daarmee was het verhaal nog niet afgelopen. Vandaag kwam DHL, op een voor tweeverdieners onmogelijke tijd (2 uur s’middags), aan de deur om het tweede pakje af te leveren. Hiervoor dienden we 25 euro invoerbelasting en inklaringskosten te betalen. Een bedrag dat volgens hun site niet kon kloppen. Die 25 euro was zo ongeveer even duur als de DVD zelf. Om hiervoor bezwaar aan te tekenen zouden we eerst moeten betalen en vervolgens zou DHL een klachtendossier voor ons kunnen opstarten.
Gaat dus mooi niet door. We zullen het pakje gewoon weigeren. DHL stopt de DVD maar op een plaats waar de zon niet schijnt.
Toch blijft het altijd waden door de modder, sturen terwijl je op de achterbank zit, met dit soort koeriersdiensten. Het hele idee om om 2 uur s’middags een pakje af te leveren in deze tijd van tweeverdieners geeft mij altijd het idee dat de hele wereld aan de eenentwintigste eeuw is begonnen, maar dat de postbestellers met z’n allen lekker in de jaren 50 zijn blijven hangen. En dan kun je natuurlijk wel gaan klagen, maar het is vaak zoals mijn collega J pleegt te zeggen: “je doet een poep, je doet een plas, maar het blijft toch zoals het was”

zaterdag, februari 19, 2005

Attitude

Mijn band met muziek is een innige. Vroeger, toen ik lange periodes geen speciale levenspartner had, vulde ik dat gat op met veel muziek. Dat mechanisme, van: “geen vriendin, dan maar een overdadige muziekverzameling” zie ik nog steeds “in full effect” bij bepaalde vrienden van me die te lang vrijgezel zijn geweest. Ze hebben allemaal een veel te grote muziekverzameling. Al het geld dat normaal opgegaan zou zijn aan avondjes uit met je lief ging ook bij mij op aan vrachtladingen cd’s.
Vanaf het moment dat ik op kamers ging en een studiebeurs kreeg, rekende ik uit hoeveel geld ik over hield en hoeveel lp’s ik daarvan zou kunnen kopen. Nou is een studiebeurs niet echt een vetpot, maar ik zag wel kans om elke maand een lp te kopen en elke twee weken een exemplaar van het muziekblad Oor. Dit tijdschrift spelde vervolgens van de eerste tot de laatste pagina en zoog zo allerlei informatie op, waar ik later niets meer aan had. Mijn eigen harde schijf in mijn hoofd werd vervuild door het feit dat ik er allerlei nutteloze muziektrivia op downloadde. Ik was een echte muziektrivia-spons.
Dit resulteerde weer in het feit dat ik een erg uitgesproken mening kreeg over muziek. Ik luisterde en las er zoveel over dat niemand me er meer iets over hoefde te vertellen. Als iemand mij iets nieuws wilde laten hoorde vond ik het per definitie niets, of had ik het zelf al aangeschaft en luisterde er al een half jaar naar. Als ik bij vrienden op bezoek was zocht ik in hun muziekverzameling de lp die ik zelf ook had en vroeg of ik die op mocht zetten. Mocht dat niet en moest ik noodgedwongen naar The Cure of Depeche Mode luisteren, dan gaapte ik opzichtig en maakte ik non verbaal wel duidelijk dat deze muziek toch echt niets voorstelde.
Ook was ik altijd druk bezig om mijn muziek te pluggen. Ik vond mijn muziek zo fantastisch dat ik de hele wereld er mee wilde verblijden. Zoveel mensen tastten nog in het duister, maar als ze mijn zelf samengestelde cassettebandjes zouden horen zouden de schellen van hun oren vallen en zouden ze eindelijk weten wat goede muziek was.
Ik had op dit gebied dus iets, wat de Amerikanen een “attitude” noemen en niet zomaar een attitude, maar een heel hardnekkige. Ik heb me, wat mijn muzieksmaak betreft, in die dagen vast niet populair gemaakt. Mijn vriend G zei laatst nog “Je had het altijd over je muziek en je liet iedereen er naar luisteren, maar als ik iets nieuws had, iets wat jij normaliter goed had gevonden, stond je er niet open voor. Gewoon omdat je het zelf niet eerst had ontdekt”. Ik moet eerlijk zeggen dat hij daar waarschijnlijk gelijk in had.
Ik denk dat ik vandaag de dag die attitude wel een beetje verloren heb. Tenminste; dat hoop ik. Ik woon nu al jaren samen met K en muziek neemt daardoor ook niet helemaal meer de eerste plaats in. Ik luister nog wel geregeld naar muziek, koop ook nog wel cd’s, maar zeker niet elke week en de Oor komt er alleen nog maar in als er een gratis cd bij zit. Ook maak ik geen “Ary’s favourites” cassettebandjes meer voor vrienden. Het cassettebandje is trouwens toch een erg verouderde muziekdrager. Toen ik afgelopen week op onze zolder zat vond ik twee grote dozen met cassettebandjes. Mijn droom was om ooit een Ikea Billy kast te hebben waarin ik ze allemaal op display had kunnen zetten. Met de mooi getekende ruggetjes naar voren. Ik stak destijds namelijk enorm veel tijd in de grafische vormgeving van mijn bandjes. Op de ruggetjes tekende ik met balpen het logo van de band en het hoesje was niet klaar voordat alle tracks voluit uitgeschreven op de achterkant stonden.
Vandaag besloot ik toch maar om de ruim 300 bandjes, die nu in zes plastic zakken in de gang stonden, naar de kringloopwinkel te brengen. Misschien dat er ergens, drie hoog achter, nog een verstokte cassettebandjesdraaier was die ik hiermee nog een plezier zou kunnen doen.
Zelf vond ik die cassettebandjes er opeens zo armoedig uitzien, dat ik mijn Billykast-idee maar voor gezien hield. Die kast zou straks toch al helemaal propvol staan met cd’s en lp’s.
Toch moest ik, op weg naar de kringloopwinkel, toch weer even denken aan de Prediker, met z’n “alles is ijdelheid”. Al die uren die ik in mijn cassettebandjes verzameling had gestoken, om ze later met hun ruggetjes naar voren in een Ikeakast te hebben staan, bleken nu voor niets te zijn geweest.
Ben benieuwd of ik over twintig jaar opnieuw de gang naar de kringloopwinkel zal maken, maar dan met 6 plastic zakken vol met recordable cd’s.

donderdag, februari 17, 2005

Bekeken

Okay, ontkennen heeft geen zin. K en ik houden van televisie kijken. Vooral films, documentaires en reality pulp kan ons bekoren. Deze programma's worden door ons dan ook met zorg geselekteerd uit de VPRO gids. We bestuderen de gids als-ie binnenkomt en strepen de programmas die we willen zien aan met een highlighter en nemen op wat we niet kunnen zien, zodat we die programma's op een later tijdstip weer af kunnen kijken.
Helaas zit tv-kijken als hobby een beetje in het verdomhoekje. Bij mijn zus B en bij vrienden G&J staat de t.v. zelfs niet meer in de huiskamer, maar ergens achteraf op een zolder, zodat ze er zeker van zijn dat er niet teveel wordt gekeken. Hun kinderen hebben tv-kijken dan ook maar ingewisseld voor de computer. Lekker MSN-nen!
Boeken lezen wordt in onze kringen een stuk beter gewaardeerd. Ook in het algemeen wordt hoger opgegeven over mensen die veel lezen, die worden getypeerd als belezen mensen. Mensen die vaak en lang voor de t.v. hangen worden met minder respect bejegend en worden al helemaal niet getypeerd als "bekeken" mensen.
Ik merk dan ook dat ik zelf een beetje in de verdediging schiet als iemand wat te zeggen heeft over mijn kijkgedrag. Vandaag hadden we het op ons werk over de t.v. programma's die we wel eens zagen. Ik, als redelijk "bekeken" persoon kon er natuurlijk lekker over meepraten waarop een collega van me opmerkte dat ik waarschijnlijk "alles keek". Deze opmerking was niet kwaad bedoeld, maar ik merkte dat ik onmiddelijk in de verdediging schoot.
Zoveel t.v. keek ik toch niet? Meestal zakken we pas na negenen, als het huiswerk is gedaan en de lunch voor de volgende dag is gemaakt, op de bank om een DVD te kijken of om onze opgenomen programma's te bekijken. Daarbij kan je ook niet zeggen dat al onze vrije tijd opgaat aan de "glauwkast" (zoals mijn moeder onze televisie altijd noemde). De afgelopen jaren heb ik vier cursussen met succes afgesloten en K is ook hard bezig met haar studie. Die paar uur rust achter de beeldbuis is ons wel gegund zou ik zo zeggen. Daarbij zijn wij ook zeker belezen en hebben we een brede interesse. Eigenlijk zou ik mezelf niet zo hoeven te verdedigen, zoals ik hier doe. Tevreden t.v. kijkers zijn geen onruststokers en het Calvinistische werkethos zou alleen tot een uur of 9 moeten gelden. Daarna moet je lekker kunnen doen wat je wilt. Wil je een plantje stekken, of een stoeltje verven; ga je gang! Maar laat ons lekker onze programma's kijken en bekritiseren. Ik nodig hierbij alle hobbykijkers van harte uit om te werken aan een "coming out". Schaam je niet, kijk lekker t.v.!
Goed ijkpunt om uit te vinden of je een gewone hobbykijker bent of t.v. verslaafd, is het moment dat je t.v. kapot gaat, zoals bij ons op het ogenblik het geval is. De t.v. is niet echt kapot, maar er is iets mis met het aan/uit knopje, of de afstandsbediening. Als je geluk hebt gaat-ie aan, en als je pech heeft blijft die uit. Zak je in zo'n geval weg in een diepe depressie, dan wordt het misschien tijd om een andere hobby te zoeken.
Gelukkig was dat bij ons niet het geval (wij hebben namelijk nog een t.v. op de slaapkamer ;-))

woensdag, februari 16, 2005

Vormgeven, een vak apart

Toen vanmiddag bij de Albert Heijn voor de zoveelste keer de helft van de fucking plastic zakken van het haakje vielen, terwijl ik er toch echt maar eentje probeerde te bemachtigen realiseerde ik me dat de hele dag vol zit met dit soort momenten.
Momenten dat industrieel vormgevers, kantoorinrichters en meer van dat soort uitschot schromelijk tekortschieten.Hoe moeilijk kan het zijn om een systeem te bedenken waarbij je gewoon 1 plastic tas kan pakken. Een of ander haakje dat de rest van de plastic tassen fatsoenlijk tegenhoudt.
Het gehannes met verkeerd bedachte huishoudelijke oplossingen begint s'morgens al, als je gewoon een pak yoghurt probeert te openen. Je kent het systeem wel; de flapjes terugvouwen en het hele tuitje weer naar voren trekken, zodat er een mooi schenkmondje ontstaat. Negen van de tien keer is het karton echter niet zo stevig meer als dat het zou moeten zijn. Geen idee hoe dat komt; misschien wel doordat het betreffende pak langer dan 1 dag in de koelkast staat. Het gevolg is alleen wel dat je het pak niet meer normaal open kan krijgen. De flapjes gaan wel naar achteren, maar bij het naar voren trekken van het schenkmondje gaat het mis. Het karton vouwt alle kanten op, maar er ontstaat verdorie geen opening! In verdere pogingen om het karton los te scheuren gaat er vaak van alles mis. Je scheurt het pak te ver open, de yoghurt komt op je schoon gestreken overhemd en voordat je het weet stap je met een chagereinig gezicht op je fiets.
Op je werk probeer je je frustratie te verbergen en je collega's een beetje tegemoet te komen door ze een kopje koffie in te schenken. Helaas zit de koffie bij ons in een volledig verkeerd ontworpen thermoskan. Eentje waar je met de beste wil van de wereld geen koffie uit kan schenken zonder na te druppelen op belangrijke papieren die op het bureau van je collega liggen. Met een beetje geluk word je alleen maar uitgelachen. Ary is een beetje een kneus, kan geen koffie schenken, haha. Op mindere dagen krijg je een veeg uit de pan, terwijl het toch echt de schuld is van de verkeerd vormgegeven thermoskan.
Om het een beetje goed te maken met je collega, bied je aan de rommel op te ruimen. Opdeppen met papieren handdoekjes is de beste optie. Op naar het toilet. Daar hangt zo'n "fantastische" handdoekendispenser. Bovenin vul je hem met harmonica gevouwde papieren handdoekjes en van onderen trek je ze er weer uit. Ik wil de persoon nog wel eens ontmoeten die daar gewoon 1 handdoekje uitgetrokken krijgt. Meestal trek je de hele harmonica er in 1 keer weer uit, zodat je met een hele stapel handdoekjes zit, die je uit pure armoe maar in de prullebak deponeert. Daar gaat weer een halve boom.
Terug naar huis moet je nog even langs de supermarkt. Je vermijd de Albert Heijn, want daar hangen de plastic zakjes op zo'n rothaakje. Op naar de Edah. Daar wacht de ultieme vormgeversramp; het winkelwagentje. Met het winkelwagentje is echt alles mis. Allereerst heb je het vakje waar het muntje in moet. Vaak past je muntje niet, of je hebt geen muntje bij je. Voor het wisselen van briefgeld, om het felbegeerde muntstuk te krijgen, sta je eerst 10 minuten voor lul bij de kassa. Je probeert de aandacht van de kassajuffrouw te krijgen, maar die zit daar al zo'n 8 uur producten over de scanner te halen, dus die denkt: "ik doe lekker rustig aan". Als je eenmaal je muntje hebt bemachtigd, moet je weer helemaal terug naar de winkelwagentjes, waar je precies dat ene wagentje pakt met een loenzend linkervoorwiel. Het wiel moet recht vooruit, maar wil steeds naar links, de zorgvuldig opgestapelde blikken sperciebonen in. Als je toch de eindstreep, de kassa, hebt gehaald en het kreng buiten weer in de rij winkelwagentjes wil duwen, blijkt het laatste winkelwagentje in de rij niet mee te willen werken. Het opklapbare raamwerk, wat als kinderzitje dienst doet, klapt niet ver genoeg naar boven, zodat je je kar met geen mogelijkheid de rij in geduwd krijgt en het kettinkje van het laatste karretje bij lange na je muntslotje niet bereikt. Hoe krijg je nu in vredesnaam je 50 eurocent terug? Grof geweld helpt nooit, dus draai je je karretje met de duwkant naar het kettinkje toe en bevrijd je muntje uit het slotje. Dat het karretje helemaal omgekeerd voor de rij staat en het voor andere klanten absoluut onmogelijk maakt hun karretje kwijt te raken, zal je een zalige rotzorg zijn. De Edah lost zijn eigen karretjesproblemen maar op.
Vreemd toch, hoe de mensheid in staat is om een raket naar de maan te sturen, maar dat een fatsoenlijk winkelwagentje iets is waar ze hun hersens nog steeds over breken.

dinsdag, februari 15, 2005

Later lach je er om (Genante verhalen deel 1)

Nu ik ongeveer een weekje bezig ben met dit weblog is het misschien eens tijd om een nieuwe rubriek in het leven te helpen. "Genante verhalen". Iedereen heeft wel eens van die momenten die je het liefst overgeslagen zou hebben.
Mijn meest genante moment van 2004 is ongetwijfeld mijn woordenwisseling met de sympathieke, doch onverzettelijke medewerker van Groen Rijk Hattem, een tuincentrum hier in de buurt.
Afgelopen zomer beulde ik me namelijk af om voor de winter de modderpoel die achter ons huis lag, om te toveren tot een tuin waar ik enigszins mee voor de dag kon komen. Het hoefde geen hof van Eden te worden, maar ik moest in ieder geval bewijzen dat ik geen doetje was en dat ik best een fatsoenlijke tuin kon aanleggen. In mijn paranoide beleving staan er namelijk altijd mensen klaar om mij, met enig dedain, te wijzen op het feit dat ik op het kantoor misschien wel m'n mannetje sta, maar dat ik in de tuin, met mijn handicap van twee linkerhanden, geen zak voorstel. (mijn vader, de buurman aan de rechterkant etc.etc.)
Met knikkende knieen begon ik dus maar de tuin af te graven. Dag in dag uit stond ik enkeldiep in de modder om het slik uit de tuin te scheppen en in kruiwagens naar het gronddepot aan de buitenkant van onze wijk te rijden. Toen dat eenmaal voor elkaar was liet ik een paar kuub zand op de parkeerplaats storten en begon het hele verhaal opnieuw. Dit keer andersom. Ik kruide tot ik een ons woog om het zand in mijn vers gegraven gat te storten. Toen het zand er eenmaal in lag was het tijd om de stratenmakers te bellen. Die legden twee mooie platjes in de tuin en het enige wat me nog restte was het leggen van een mooi vlak gazonnetje. Hoe krijg ik een mooi vlak gazonnetje? Met die vraag worstelde ik vervolgens weer een paar dagen. Ik won advies in bij G, die tuinontwerper is, bij de oude overbuurman en online en uiteindelijk besloot ik het er maar op te wagen. Ik bestelde op advies van de buurman aan de rechterkant, wiens gazonnetje een mooie donkergroene kleur had, precies 33 rolletjes bij Groen Rijk Hattem. Twee rolletjes teveel, want je weet maar nooit.
De dag brak aan dat de rolletjes geleverd zouden worden. De vrachtwagen van Groen Rijk reed de parkeerplaats op en samen met de sympathieke (doch onverzettelijke, maar dat merkte ik later pas) mederwerker van Groen Rijk sjouwde ik de rolletjes uit de vrachtwagen en legde ze op de parkeerplaats, klaar om naar mijn tuin gekruid te worden. Na een kop thee begon ik aan die klus. Eigenlijk kon ik geen kruiwagen meer zien. Mijn armen waren de afgelopen weken zeker tien centimeter langer geworden en mijn blaren op mijn handen hadden zich omgevormd in een dikke laag eelt. Dit zou de laatste keer zijn dat ik deze kruiwagen zou gebruiken, speelde me door mijn hoofd. Vijf keer kruien was genoeg. Elke keer laadde ik 6 rolletjes in de kruiwagen en reed ze de tuin in, waar ik een mooie stapel maakte van de grasstroken.
Toen K thuiskwam vroeg ze me: "heb je de rolletjes nog geteld?" Stomme vraag, dacht ik nog. Zo'n tuincentrum weet toch waar ze mee bezig zijn. Waarom zouden ze minder leveren. Op aandringen van K begon ik toch maar te tellen en kwam niet verder dan 30. Nog maar eens overnieuw. Het zal toch niet waar zijn? Drie rolletjes tekort! Zo kon ik natuurlijk niet beginnen. Zwaar geirriteerd pakte ik de telefoon en kreeg de sympathieke medewerker aan de lijn. "Ik heb er echt 33 geleverd" begon hij. "Ik sta er naast" antwoordde ik, "en het zijn er echt maar 30". Er van overtuigd dat hij zijn "de klant is koning policy" zou gebruiken, vroeg ik hem er nog maar even 3 na te leveren. Maar ik had helaas buiten de standvastigheid van de niet meer zo sympathieke medewerker gerekend. Wat volgde was een half uur durend gesprek, waarbij ik mijn stem zo verhief dat de nieuwe buurvrouw haar hoofd boven de schutting uitstak om te kijken wat er aan de hand was. Alles om de Groen Rijk medewerker er maar van overtuigen dat ik gelijk had en hij niet. "Je kan blijkbaar niet tellen" beet ik hem toe, waarop hij zei "ik mag dan wel dyslectisch zijn, maar tellen kan ik wel". "NIKS MEE TE MAKEN DAT JE DYSLECTSICH BEN, IK WIL MIJN GRASZODEN!!", schreeuwde ik bijkans. Na een half uur durend gesprek, wat eigenlijk geen gesprek mocht heten verbrak ik de verbinding, er spijt van hebbend dat ik geen ouderwetse telefoon had, want dan had ik de hoorn er demonstratief op kunnen gooien.
Terwijl ik nog namopperde, vroeg K of ik wel zeker wist dat ik alle rolletjes naar de tuin gereden had. Ik werd bijna weer kwaad. K dacht toch niet dat ik stom was of zo. Natuurlijk had ik alle rolletjes naar de tuin gereden, maar als ze me niet geloofde zou ik het wel even laten zien. Loop maar even mee. Toen ik het eind van de brandgang naderde zag ik ze liggen: drie half uitgedroogde grasrolletjes, klaar om naar de tuin gereden te worden. Op dat moment had ik me graag onder een grote berg grasrollen verborgen. Het schaamrood stond me een week later nog op de kaken. Het telefoontje met de eigenlijk nog steeds sympathieke mederwerker van GroenRijk Hattem, om mijn verontschuldigingen aan te bieden leek daarop wel een eeuwigheid te duren. Hopelijk maakt deze link nog wat goed.

maandag, februari 14, 2005

Grijs

Na het lezen van mijn laatste weblog posting zei K dat ze het wel leuk vond, maar dat ik wel erg veel referenties naar homo's maakte. Moest ik maar mee oppassen, want misschien dat mensen er wat van gaan denken.
Nu heb ik volgens mijn "sitemeter" een gemiddelde van 4 bezoekers per dag, dus om die anderhalve man en een paardekop maak ik me nog maar niet zoveel zorgen. Daarbij heeft de aanblik van een naakte man me nog nooit extra bloedtoevoer naar de schaamstreek bezorgd. Enige twijfel over mijn sexuele geaardheid heb ik zelf dus ook niet en ik vertrouw er op dat hierover bij de rest van de wereld geen onduidelijkheid bestaat . Mocht dat wel het geval zijn, dan is dat alleen vervelend voor de hypothetische homosexuele man met amoureuze interesse in mij. Zelf zou ik er niet zo mee zitten.
Na 10 jaar Railtender (weer zo'n onderwerp dat misschien teveel terugkomt )ben ik helemaal okay met mijn homosexuele medemens. Dat heeft wel even geduurd trouwens.
Bij Railtender kreeg ik namelijk te maken met C. C was treinsteward en ik werkte aan de wal. Ik moest C uit hoofde van mijn funktie voorzien van nieuwe etenswaren om op de trein te verkopen. Het liefst bestelde C erotisch beladen artikelen, zoals bifiworstjes, die hij dan in een "blauwe zak" (wink,wink..know what I mean?) aangeleverd wilde hebben. Bij het afleveren van de bestelling worstjes kreeg ik als beloning een Mars. Bij het aanreiken daarvan zorgde hij altijd dat hij even vlug je hand aanraakte. In het begin had ik nogal een afkeer van C's maniertjes. De Mars ging altijd keurig terug in het schap, je wist namelijk maar nooit waar die Mars geweest was en verder probeerde ik C maar zoveel mogelijk te negeren. Later kwam ik erachter dat C eigenlijk een eenzame alcoholist was, die niet zo goed wist hoe hij vrienden moest maken. Daarbij bracht C altijd een hoop leven met zich mee, net als de rest van de homo’s bij Railtender. Als C er was, was het eigenlijk altijd lachen. Zo zorgde Railtender en C in het bijzonder dat ik niet meer bang voor homo’s was en dat ik de hele problematiek wat minder zwart wit zag.
In de film "Saved" die ik eergisteren zag zat ook wat homo-problematiek. De film speelt zich af in Amerikaanse Evangelische kringen. Blijmoedige christenen proberen elkaar in deze film op het rechte pad te houden en Mary denkt dat te doen door haar maagdelijkheid op te offeren aan haar boyfriend die haar op een gegeven moment vertelt dat hij “gay” is. Op deze manier denkt ze hem te genezen. Iets wat natuurlijk niet lukt. Waar deze film begint met een goed idee, verzandt hij uiteindelijk in een prekerig gedrocht, waarbij de goedbedoelde boodschap (dingen zijn niet altijd zwart of wit, goed of slecht, maar ze zijn vaak grijs. Iedereen is zijn unieke zelf en dient daarvoor gerespecteerd te worden) op ouderwets kerkelijke manier door de strot geduwd wordt. Vreemd altijd, hoe progressief denkende mensen (zoals de makers van deze film) in dezelfde vervelende maniertjes vervallen als hetgeen waartegen ze ageren. De christenen in deze film worden voorgesteld als hersenloze, kwaadwillende individuen die er alleen maar op uitzijn om je te bekeren. Een nogal zwart witte voorstelling van zaken lijkt me.
Grijs denken lijkt dus voor conservatief en progressief af en toe nogal een moeilijke opgave.
Als afsluitertje voor deze post wil ik nog even de aandacht vestigen op een ongelooflijk heterosexuele sport die ik sinds een paar jaar beoefen: Mountainbiking. Na een tijdje op een tweedehands “Trek” gereden te hebben, is er nu een nieuwe fiets in mijn leven gekomen. De “Nishiki Cascade”! Voor het eerst in mijn leven heb ik een nieuwe fiets aangeschaft. Kijk en huiver!

zaterdag, februari 12, 2005

Achterop

Ben ik lui?
Mijn vader vond altijd van wel. In een van onze familieplakboeken staat een kindertekening, waarop een van ons een poging heeft gedaan om karikaturen van de hele familie te maken, compleet met bijnamen. Die van mij is "Sloompie". Dat zegt genoeg over mijn reputatie in de familie.
Niet zo verwonderlijk, want ik was inderdaad niet een van de actiefste kinderen die je ooit bent tegengekomen. Ik had zogezegd "omgekeerde ADHD". Mijn favoriete hanghouding was op de bank, met mijn hoofd naar beneden en mijn benen hoog tegen de muur. Niemand had door dat al mijn energie op ging aan het analyseren van de toestand in de wereld. Zo maakte ik me ernstige zorgen over de situatie in Polen in de tijd dat Lech Walesa nog vakbondsleider was en dacht ik bij elke overvliegende straaljager dat de derde wereldoorlog begonnen was.
In mijn hoofd draaide ik dus werkweken van 40 uur en daarnaast moest ik ook nog naar school, moest de tuin gewied worden, de afwas gedaan en op zaterdagavond de schoenen gepoetst. Daarbij was ik tevergeefs in de leer bij mijn vader, die me af en toe de wonderen van het fietsonderhoud probeerde bij te brengen.
Niet zo vreemd dus dat ik af en toe wat achterop raakte bij het organiseren van mijn echte leven. Zo had ik op mijn zestiende nog precies anderhalve week over om te beslissen wat voor een opleiding ik wilde doen. De HAVO was namelijk bijna afgelopen. Uh....Sociale Academie dus maar. Op mijn dertigste schrok ik weer wakker. Mijn halve vriendenkring was al getrouwd met kinderen en ik woonde nog met een van mijn vrienden op een oude studentenflat.
In het organiseren van mijn leven was ik altijd wat minder goed dan de rest van mijn vrienden.
Toch hoeft dat niet altijd nadelig te zijn. Gisteren tijdens het "stappen" vertoonden G en M allebei tekenen van een beginnende midlifecrisis. Terugkijkend op de laatste tien jaar kwamen ze erachter dat er wel erg veel tijd in werk en kinderen was gaan zitten. Hoe kom ik zelf nu weer eens een beetje aan mijn trekken, leken ze zich af te vragen. Dansen met de vrouw en wekelijks georganiseerde avondjes zouden voor nieuwe impulsen moeten gaan zorgen.
Ben benieuwd of dat allemaal gaat lukken. Voor K en ik liggen de zaken wat anders. Voordat wij in die fase geraken, zijn we waarschijnlijk al 50 en is het uitzoeken van een nieuwe rollator misschien al wel genoeg om voor wat meer vertier gaan zorgen. Vooralsnog zitten we gezellig coccoonend met elkaar op de bank en kijken we naar Herken de Homo. We zijn er allebei gelukkig mee.
Toch moeten we waakzaam blijven. Voordat je het weet sluipt de sleur je leven binnen.
Het feit dat de "homo met gele jas" gisteren de kroeg binnen stapte waar we gezellig zaten te bieren, was een teken aan de wand.

donderdag, februari 10, 2005

Op scherp

Soms zijn er van die dagen die een thema lijken te hebben.
Van die dagen dat je opeens 20 mensen ziet met dezelfde soort parachutestofbroek met riempjes. Of je ziet opeens elk half uur een blinde zich een weg tikken over het perron. Dat overkwam me vroeger nog wel eens, in mijn Railtendertijd, toen ik regelmatig op het perron moest zijn.
Vandaag leek het thema: "geirriteerdheid". Gedurende de dag waren er verschillende mensen die rood aanliepen van boosheid, die zich het bloed onder de nagels vandaan lieten halen door figuren zonder manieren, zonder tact. Van die botterikken die lekker over je grenzen heen gaan, die zich zonder enige gewetenswroeging in je persoonlijke ruimte weten te manoevreren om daar eens flink wat schade aan te richten.
Zo zag ik twee van mijn collega's vandaag hun geduld verliezen en daarmee ook hun humeur voor de rest van de dag. Interne klanten in het bedrijf waar ik werk kunnen af en toe lekker assertief uit de hoek komen. Het is alleen een soort "poor man's" versie van assertiviteit. Vroeger op de sociale academie, waar we met vallen en opstaan ons "eigen ik" leerden kennen, onder het mom van: "Als je jezelf niet kent en accepteert, kun je geen andere mensen helpen", leerden we assertief te zijn en voor onszelf op te komen. Die hele assertiviteit en zelfexploratie was natuurlijk fantastisch, maar bij veel mensen lijkt het tegenwoordig uit te draaien op een nogal simplistische vorm van assertiviteit die meer weg heeft van verwendheid en egoisme.
Twee weken geleden was ik bij het postkantoor getuige van die uitgeklede versie van assertiviteit. Een kaalgeschoren kop(compleet met vrouw en kind) ging compleet uit z'n dak toen hij z'n financiele zin niet kreeg. Luid scheldend gooide hij de Postbankvrouw z'n bankpapieren in haar gezicht. Arme vrouw. Ik kende haar wel; ze werkt daar al sinds jaar en dag. Een van ons had het lef om: "doe toch eens normaal joh!" te zeggen, waarop hij ook meteen de volle laag kreeg.
Op K's werk was het afgelopen week ook bal. Een van haar collega's kreeg niet het contract dat hij verwachtte en begon ook met spullen te gooien. De personeelsconsulente kreeg daarop nog even een glas water in haar gezicht.
Op www.nu.nl zag ik vervolgens dit bericht en wist dat de sterren wel erg beroerd moeten staan. De halve wereld liep er vandaag bij als een granaat die op scherp stond.
Ikzelf bracht het er tot vanavond zonder kleerscheuren vanaf. Eigenlijk was ik vandaag wel in een goede bui. Keek verwonderd naar mijn collega's die zich zo druk leken te maken en ging weer verder met mijn werk. Ik schoot lekker op vandaag.
Totdat ik vanavond met K. ging schoonmaken. G en M komen hier morgen namelijk overnachten en volgens de vrouwenlogica moet het huis dan schoon zijn. Volgens de mannenlogica is er maar 1 ding belangrijk en dat is dat er bier gereed staat.
Maar goed; precies om half 9, na een reeks van klussen (afwassen, koken, lunch voor morgen klaarmaken, eten op tafel zetten, weer afwassen, wc schoonmaken en was vouwen) ging mijn bommetje af. Na 8 uur werken en 2 en een half uur schoonmaken is het een ERG slecht idee om nog over swifferen te beginnen. K had beter moeten weten.

woensdag, februari 09, 2005

Groundhog Day

Op een woensdagochtend, als je het gevoel hebt dat de winter eigenlijk al veel te lang duurt, kan je wel eens stilstaan bij de ledigheid van het bestaan.
Tenminste, dat deed ik vanochtend. Alles is ijdelheid, zei de Prediker ooit en op weg naar "another day at the office" wist ik opeens weer wat-ie bedoelde.
Waar doe je het allemaal voor? Dagen beginnen soms wel erg veel op elkaar te lijken, zoals in Groundhog Day, die briljante film met Bill Murray. Zijn uitgestreken smoelwerk paste trouwens goed bij mijn grijze ochtendoverdenkingen.
In Groundhog Day komt Bill Murray op onverklaarbare manier in een soort "loop" terecht. Hij wordt s'ochtends wakker en komt erachter dat hij gisteren opnieuw beleeft. De dagen daarna wordt hij elke ochtend wakker met hetzelfde liedje uit z'n radio (I've got you babe) en beleeft dezelfde dag telkens weer opnieuw, ziet telkens weer dezelfde stomme koppen die steeds weer dezelfde stomme dingen tegen hem zeggen.
Rijdend op mijn fiets naar het werk heb ik dezelfde ervaring; steeds hetzelfde ritje, steeds dezelfde koppen. Ik stap samen met K. op de fiets, rij de hoek om en zie de vrouw met het rare haar. Over de Twistvlietbrug het dijkje op komen we, zoals elke dag, de oude witte man met Afro-Nederlandse jongetje in een fietszitje (hij heet vanaf de eerste dag dat we hem zien al: "de kidnapper"). Tunneltje onderdoor (man met warrige grijze coupe; de Lion King), doorrijden naar de rotonde (Aziatische jogster)en dan naar rechts (erg jong ING mannetje met koffer). Linksaf de Thorbeckegracht op (bouwvakker staat in z'n busje te graaien)en dan weer naar rechts (Meisjes doen deur open van Uitzendbureau). Bocht volgen (Vrouw bij banketbakker zet reclamebord buiten), bruggetje over (zelfstandig uitziende mongool) en weer naar rechts (homo met gele jas). Trap op naar boven en naar mijn bureau ("goedemorgen, koud he?).
Het leven is eigenlijk een aaneenschakeling van herhalingen. Een groot toneelstuk a la Groundhog Day. Of als Koyaanisquatsi, wat overigens een grote aanrader is op filmgebied. Die moet je trouwens beneveld zien, na een paar glazen cognac. Laat de muziek van Philip Glass z'n werk doen en misschien lukt het je om voor een tijdje de vluchtigheid van het bestaan te vergeten.

dinsdag, februari 08, 2005

"Theo! Ik herkende je niet van dichtbij!"

Vrijdagavond gaat het gebeuren. Dan ga ik stappen met twee van mijn beste vrienden; G en M. Met G ben ik al jaren bevriend en M was aanvankelijk een vriend van G, maar op een bepaalde manier werkten we alle drie voor de firma Railtender, omdat we op dat punt in ons leven eigenlijk niets beter te doen hadden. Zo raakte is dus ook bevriend met M.
Benieuwd waar dat vrijdag op uitloopt. Eerst de stad in, beetje eten, beetje bieren. Daarna verzanden we waarschijnlijk in oeverloze, diepzinnige discussies en als M uiteindelijk wat te veel bier opheeft geeft hij vast een van zijn kant-noch-wal-rakende tirades op de Gereformeerden met hun dubbele moraal. G en ik zijn vroeger lid geweest van die club en waarschijnlijk heeft dat er wat mee te maken.
Vreemd trouwens hoe je bepaalde vrienden nooit uit het oog verliest en anderen wel.
In een klein dorp als Zwolle loop ik ze nog wel eens tegen het lijf. Oude vrienden. Niet zo maar vrienden, maar vrienden waar je lief en leed mee deelde. Waarmee je ook uit bieren ging en de zin van het leven besprak. Net als met G en M.
Een van hen zie ik wel eens langs fietsen. Dan zeggen we hoi. Eigenlijk heb ik spijt en begrijp ik niet goed waarom we geen vrienden meer zijn. We zijn wezen liften naar Italie, feesten bezocht, familie gezien, maar toch...niets meer.
Met een andere vriendin, waarmee ik ooit nog eens op "second base" belandde (een hele prestatie voor een streng gereformeerd jongetje) was ik ook twee handen op 1 buik. Later, toen we dat meer letterlijk gingen invullen en de geest wel gewillig, maar het vlees zwak bleek, raakte ik wat in paniek. Een plotselinge aanval van bindingsangst maakte dat onze vriendschap als een zeepbel uiteenspatte.
Veel later belde ze opeens op. Ze had zo naar gedroomd over me en wilde graag weten of alles wel goed met me ging. Ze had net als ik Sociale Academie gedaan en had toch moeten weten: "wie je droomt ben je zelf". Ik zei dat alles prima was. Ik woonde net samen, had een leuke baan en mijn leven liep op rolletjes. Toch is zo'n telefoongesprek raar genoeg geen aanleiding om weer eens gezellig koffie te gaan drinken.
Andersom kan trouwens ook. Vage kennissen die je normaal voorbij loopt, maar die nu opeens vreselijk graag met je willen praten.
Zo liep ik eens met mijn geliefde in Groningen. We hadden net het Groninger museum bezocht en wandelden een beetje door het centrum van de stad. Opeens zag ik iemand zwaaien en roepen aan de overkant van de straat. Na drie keer kijken herkende ik een ex-collega, ook Railtender (de halve wereld heeft daar zo'n beetje gewerkt.) Ik had haar absoluut niet herkend van veraf, maar zij pikte me zo uit de menigte en zo belandde ik tegen mijn wil in een plichtmatig gesprekje. ("wat doe jij?" - "O leuk en wat doe jij nu?")
Af en toe lijkt het alsof je zelf je vrienden niet uitkiest, maar dat ze je worden toebedeeld.


maandag, februari 07, 2005

Herken de homo!

Als iemand mij 30 jaar geleden had voorspeld dat ik mij op dinsdagavonds in het jaar 2005 zou verheugen op een show met de naam: "Herken de homo", had ik hem waarschijnlijk in zijn gezicht uitgelachen. Of meer waarschijnlijk; dan had ik hem nietszeggend aangekeken met mijn gezicht in de vorm van een vraagteken, want anno 1974 wist ik nog absoluut niet wat een homo was. Tot ver in mijn puberteit had ik het idee dat homoseksualiteit iets was voor mensen die wilden provoceren, die zonodig modern moesten doen. Nu ben ik opgevoed in de Gereformeerd Vrijgemaakte kring en die zijn meestal niet zo scheutig met dit soort informatie. Sexuele voorlichting is niet echt het sterkste punt van de gereformeerden en informatie over andere sexuele voorkeuren wordt al helemaal niet gegeven, waarschijnlijk bang dat je op een idee wordt gebracht.
Vandaag de dag krijgen we een show voorgeschoteld waarin een groep mannen dingt naar de gunst van een mooie dame, maar niet iedereen is hetero. Pas op! Het lekkere ding in kwestie mag, zoals gebruikelijk bij veel realityshows, wat cowboys wegstemmen om uiteindelijk over te blijven met de man van haar keuze. Mocht dit per ongeluk iemand zijn die nou niet precies haar sexuele voorkeur heeft, dan strijkt hij een miljoen dollar op en gaat zij naar huis met niets (zelfs geen partner).
Eigenlijk was ik van plan om een klein lansje voor deze show te gaan breken, want uiteindelijk kan je er best wel wat van leren. De lol is dat je met z'n tweeen op de bank zit te redetwisten over wie er homo is en wie niet. Wat je er van leert is dat de "gaydar" die je denkt te hebben, helemaal niet werkt en dat je mensen dus niet kan beoordelen naar hoe ze er uitzien en hoe ze zich gedragen. Daarbij is het met de introductie van de "metrosexueel" van tegenwoordig, met z'n make-up en fohn al helemaal moeilijk om de homo te herkennen. "Oordeelt niet" zou de moraal van de show kunnen zijn.
Erg leerzaam dus, maar waar eindigt dit nou helemaal. Ik hoorde dat ze in Amerika al bezig waren een show te bedenken met "midgets" (onze kleine medemens), die op zoek zouden moeten gaan naar een partner, waarbij ze uiteindelijk moeten kiezen tussen een mede-kleine-medemens en iemand van normale lengte. Op z'n minst bedenkelijk.
En "Who wants to marry a millionaire" hebben we al gehad. Wat hebben we daar van geleerd? Dat er een hele horde vrouwen is die liever voor het geld gaan dan voor de liefde.
Je kan er dus veel van leren, maar vooral ook dat de moraal van veel mensen tot een bedenkelijk niveau is gedaald.
Toch kan ik het niet laten om er elke dinsdagavond weer naar te kijken. Een collega van mij klaagt altijd over de dubbele moraal van de Gereformeerden. Misschien heb ik er wel wat van overgehouden.

zondag, februari 06, 2005

Dat je zegt van die dingen

Jaren geleden werkte ik bij het bedrijf Railtender. Ik was daar, als gesjeesde student, begonnen als uitzendkracht en was na enige tijd gepromoveerd tot "assistent unit-manager". Een titel die heel wat beloofde, maar eigenlijk weinig voorstelde. Het bedrijf verzorgde de catering op de trein en was ook verantwoordelijk voor de bedrijfskantine. In deze bedrijfskantine werd voornamelijk de vette hap bereid voor conducteurs en buschauffers en af en toe ging er ook nog wel eens een diepvriesmaaltijd de magnetron in. Een van de dames die de frikandellen in het uit het vet haalde was Corry. Corry was zo'n dame met platinapaars geverfd haar en geschoren wenkbrauwen die ze er later weer met een potloodje op had getekend. Eigenlijk was ze een beetje eigenaardig. Ze leek afkomstig uit de gegoede klasse, lag in het weekend altijd in haar blootje op een naturistencamping in de polder (iets was niet helemaal verenigbaar leek met haar kakkeuze imago) en was altijd een beetje nukkig. Ondanks het feit dat ze niet altijd even goed viel bij de rest van haar collega's was ze in de koffiepauzes wel altijd aan het woord. Vreemd, want eigenlijk had ze niet zo veel te zeggen. Vaak liep ze ook een beetje vast in haar monologen en vulde de leemtes in de conversatie steevast in met: "Dat je zegt van die dingen".
Jarenlang is dat nog een oneliner geweest tussen mijn flatgenoot en ik. Als het gesprek even stilvalt en je weet even niets te zeggen, komt "Dat je zegt van die dingen" altijd van pas.
Probeer maar!


 

 Subscribe in a reader