woensdag, augustus 31, 2005

Kat of konijn?


















Zorgt deze nieuwe halsband voor een acute identiteitscrisis, of weet Tricky gewoon zichzelf te blijven?

Groeten uit Schoorl aan Zee

Maandagmiddag was de limiet bereikt. Onze buren hadden hun nieuwe opblaasbare zwembad vlak naast onze schutting geplaatst, waardoor er elke keer als een van die rotkinderen een bommetje maakte, ik een plensbui over mijn krant heen kreeg. K. ergerde zich helemaal rot. Het gegil van de buurtkinderen, die zich allemaal spontaan bij onze buren hadden uitgenodigd, bereikte zo’n akelig hoge frequentie dat honden en katten zich met de staart tussen de benen uit de voeten maakten. Ook de ouders leken hun grip op de situatie helemaal verloren te zijn. Daarom gingen wij op de vlucht. Met onze mountainbikes achter in de auto reden we naar het gemaal in Wapenveld, waar we een fietstocht langs de Ijssel begonnen. Mooie omgeving daar en tevens een plek dichtbij huis waar ik in al die jaren dat ik in Zwolle woon, nog nooit geweest was.
De volgende dag besloten we dat we onszelf niet nog eens een dag zouden blootstellen aan die tenenkrommende ergernis, die een tuin vol kinderen kan veroorzaken. Een dagje naar het strand leek ons de perfecte oplossing. Nu ben ik niet echt het type dat zich urenlang op een strand kan vermaken, dus besloten we er een fietstocht aan vast te plakken.
Het Noordhollands duingebied bij Bergen en Schoorl leek ons precies hetgeen te bieden waar we naar op zoek waren. Mooie duinen, groene bossen en bloeiende hei. Met behulp van een fietskaart leidde ik onszelf toch nog in een totaal verkeerde richting en kwamen we uit bij een klimduin, die me verdacht bekend voorkwam. Was collega C. hier een paar maanden geleden ook niet al eens geweest? Ik kon me een ansichtkaart met “groeten uit Schoorl” en dezelfde klimduin op het magnetische memobord van ons kantoor herinneren.
Vanaf Schoorl ging de tocht naar Schoorl aan Zee. Schoorl aan Zee bleek te bestaan uit een grote strandtent waar ze een bord aan hadden gehangen met de belofte “het rustigste strand van Nederland” er op. Na eerder op de dag vast te hebben gezeten in een file op de boulevard van Bergen aan Zee,leek deze belofte waarheid te worden. Schoorl aan Zee was een redelijk rustig, gemoedelijk stukje strand, waar je niet meteen bij je buren op schoot zat. K. verbaasde zich, als altijd, weer over de dress code, of het gebrek daar aan, op het strand. Zittend op ons handdoekje legde K. uit dat ze totaal geen problemen heeft met naaktrecreatie. Als mensen het fijn vinden om in hun blootje op het strand te liggen moeten ze dat vooral doen. Dat stelde me enigszins gerust, want ik had, 50 meter verder aan onze linkerkant al iemand gespot die er totaal geen moeite mee had om zijn “bits and pieces” aan de rest van de wereld tentoon te spreiden. We zaten blijkbaar precies voor paal 29, waar het naaktstrand begon.
K. , nog steeds gewend aan de Amerikaanse strandcultuur, vroeg zich alleen af wie er op het “geklede” strand nu zit te wachten op bejaarde topless dames met overgewicht en hangtieten.
Goede vraag, waar ik niet zo een, twee, drie een antwoord op had.
Met een biertje erbij genoten we nog even van het geluid van de branding en de rust en stilte die hier heerste. Je zou bijna niet terug naar huis willen.

zondag, augustus 28, 2005

Nieuw itempje

Na een kort fietstochtje om de schreeuwende kinderen uit de buurt wat te ontvluchten ben ik vandaag toch maar weer even aan het bloggeren geslagen.
Ik vond namelijk dat ik nog even een item aan mijn blog moest toevoegen. Op mijn werk hebben we namelijk allemaal onze specialismen. Nakker weet alles van fietsen, Bureaumaatje weer alles over correcte Nederlandse zinsbouw en ik meen alles te weten over goede films. Als ik aan het begin van de week de t.v.-gids doorblader merk ik vaak dat ik meer dan 50% van de aangekondigde films al gezien heb. De meeste van die films zijn het bekijken niet waard, maar af en toe is er zo'n film die met kop en schouders boven de rest uit steekt. Die film is deze keer: "Dancer in the Dark" van de Deense regisseur Lars von Trier. Deze film, een echte tranentrekker, is een soort kruising tussen een arthousefilm en een musical. Erg bijzonder, ook voor mensen die absoluut niet van musicals houden. Ik heb van het plaatje een link gemaakt, die je doorverwijst naar de omschrijving van de film, zoals die gegeven wordt op de Moviemeter.
Verder ga ik proberen om het item: "Liedje van de week" weer wat leven in te blazen. Bij deze dus weer een nieuw liedje. Deze keer van Roisin Murphy, ex zangeres van de legendarische band Moloko.

zaterdag, augustus 27, 2005

Handige Flickr!

Voor diegenen die geen genoeg kunnen krijgen van mijn fantastisch opwindende leven introduceer ik bij deze de Flickr banner aan de rechterzijde van mijn blog. Dubieuze naam (not that there's anything wrong with it), maar een handige service die mij in staat stelt om wat foto's te delen met degenen die daarin geinteresseerd zijn. Klikken op de banner is voldoende.

Groeten uit Oberhausen

Wat moet je doen om je vrouw gelukkig te houden? Je kunt haar altijd haar zin geven. Maar daar zullen weinigen toe bereid zijn. Ik ook niet. Wat dan overblijft is om regelmatig met haar te gaan shoppen.
Gisteren ben ik met K. naar Oberhausen gereden om te gaan shoppen in het kwadraat. In Oberhausen hebben ze een gigantische mall gebouwd. Niet zo’n lullig winkelcentrumpje als bijvoorbeeld Hoog Catharijne of Zuidplein, maar een mega tempel voor de commercie, de Centro. Als je bij Oberhausen de borden Centro volgt, kom je er vanzelf. Je wordt naar een terrein geleid waar talloze gebouwen staan met het woord Centro er op. Als je door de bomen het bos bijna niet meer ziet en je jezelf afvraagt waar ze het winkelcentrum eigenlijk verstopt hebben doemt er achter een stel parkeergarages een groot opgepoetst gebouw op. Je weet al meteen dat je hier een hoop geld gaat kwijtraken.
Eigenlijk heb ik het niet zo op dit soort overdreven commercie die je tot vermoeiens toe aanspoort tot het consumeren van dingen die je niet nodig hebt. Maar K. was blij en ik ook, voornamelijk om het feit dat zij blij was en dat ik nu in ieder geval op mijn werk kon vertellen dat ik niet de hele vakantie op de bank had gelegen.
K. werd nog blijer toen ze, bij het naar binnen treden, meteen een Starbucks ontdekte. Starbucks is de Mc Donalds van de koffiehuizen en maken ingewikkelde melanges en spannende koffieshakes. In San Francisco was de “iced venti non fat mocha” onderdeel van K’s ontbijt en iets wat ze hier in Nederland altijd erg gemist had. Ik nam zelf een emmer caramel frappuchino met slagroom, waar genoeg suiker in zat om me een hele maand langs winkels te laten rennen. “Leuk hè, zo’n shoppingmall” zei K. toen we na een uurtje winkelen even op adem kwamen in de vreetkuil die ze daar “food-court” noemen. “Hebben ze in Nederland niet”, wreef ze me nog even in. Gelukkig niet, dacht ik even. Als je zoiets in Zwolle zou neerzetten, zou de hele middenstand uit de stad verdwijnen en dat zou zeker ten koste gaan van de sfeer. Maar aan de andere kant is zo’n mall ook wel verrekte makkelijk. Je kunt er gratis parkeren en je hebt alle winkels lekker dicht bij elkaar. In dit geval is Oberhausen ook best dicht bij. Of je nu naar Amsterdam toe gaat en daar 15 euro aan parkeerkosten betaalt of je gaat naar Oberhausen. De keuze lijkt dan gauw gemaakt.
Volgeconsumeerd liepen we 6 uur later terug naar de auto. Tijd om naar het Centro Pretpark te gaan, of om het Centro Sea Life Aquarium te bezoeken hadden we niet meer. Ik was wel even uitgeCentroot.

donderdag, augustus 25, 2005

Groeten uit Hattem

Na 4 dagen vakantie raken we al lekker uitgerust. De laatste twijfels over het feit dat we de vakantie niet ergens aan de Italiaanse kust doorbrengen werden teniet gedaan door het feit dat de auto tot vandaag aan toe bij de garage stond. We prezen ons gelukkig met de gedachte dat de stress van het weg willen en niet kunnen, door een defecte auto, ons nu tenminste bespaard bleef.
Toch is het blijkbaar onmogelijk om dagen achter elkaar inactief te blijven. Woensdag ochtend werd ik wakker met het gevoel dat ik iets actiefs moest doen. Na dit even bij K. gemeld te hebben begon een ingewikkeld spel van onderhandelingen. Alleen gaan fietsen zat er blijkbaar niet in, want dat vond K. erg ongezellig. Ze stelde dus voor om samen te gaan wandelen en picknicken,. Leuk, met een gevulde picknickmand mee en zo. Maar dat zag ik weer niet zo zitten. Wandelen duurt lang en je word er ook niet echt moe van. Joggen dan, probeerde K. Om onduidelijke redenen had K. zich bedacht dat rennen misschien wel een leuke hobby zou zijn, waarmee ze af en toe ook nog wat calorieen kon verbranden. Ik dacht meteen terug aan die keren dat ik trimmen in een ver verleden ook een kans had gegeven. Na een paar rondjes Holtenbroek, leed ik aan zulke helse pijnen in mijn schenen dat ik bijkans geen stap meer kon verzetten. Een duidelijk argument voor mij om de lange afstandsloop hiermee resoluut af te serveren. Daarbij; wat was er mis met fietsen?
Na een lange impasse waarbij we elkaar, liggend op de bank, aanstaarden en er aan dachten om het hele idee om iets actiefs te gaan doen maar te laten varen, gaf K. me mijn zin. “Okay, fietsen dan, maar niet te lang. Een uurtje of zo en de volgende keer krijg ik mijn zin”.
- Eenmaal op de fiets, kregen we te maken met een straffe zuidenwind, pal tegen. K. begon wat te klagen over hoofdpijn en een verkoudheid die nog niet helemaal was weggetrokken. Eigenlijk had ze er nu al spijt van dat ze was meegegaan. Gelukkig brak na een half uurtje het zonnetje door, ook in K’s humeur. Hattem was bereikt en vanaf daar hadden we de wind in de rug. Eenmaal op het Kleine Veer naar de overkant begon ze er nog bijna lol in te krijgen ook en stelde voor om de volgende keer de fietsen maar in de auto te gooien, zodat we niet eerst helemaal naar Hattem hoeven te fietsen om aan een leuke route te beginnen.
Thuis gekomen bedacht ik me dat relaties eigenlijk voor een groot gedeelte bestaan uit harde onderhandelingen, waarbij je je kaarten goed moet spelen. Ik stel daarom een soort strippenkaart voor, waarbij je voor elke genoten gunst een strip moet afstempelen. Een volle picknickmand door het bos sjouwen is dan, wat mij betreft, zeker twee strippen.

dinsdag, augustus 23, 2005

Consumenten update

Dag 2 van onze luie consumeervakantie. Het consumeren bereikte vandaag al een verzadigingspunt toen K. opeens vond dat we wat moesten doen. Ik lag net lekker op mijn bed, mijn bij de bibliotheek geleende cd’s aan het beluisteren, dus sputterde ik nog wat tegen. Tevergeefs. De slaapkamer lag bezaaid met op de grond gegooide tissues. Oorzaak daarvan was een hardnekkige verkoudheid die ons beiden een week in z’n greep had gehouden, maar nu was het tijd om het slagveld te overzien. Verder had zich op de onderste treden van de trap een minitoren van Babel opgericht die geheel bestond uit niet, of halfgelezen tijdschriften. Deze twee problemen vormden voor K. een belangrijk obstakel voor het verder consumeren. Daarom moest er inplaats van geconsumeerd maar even productie gedraaid worden. Dus werkten we ons maar even een uurtje in het zweet om daarna weer plaats te kunnen nemen in een schone kamer.
Even een kleine inventarisatie wat er tot nu toe door mij is geconsumeerd.

- Het boek: Oud zeer van Harlan Coben. De thrillergids die een aantal weken geleden bij de Vrij Nederland zat had me op het spoor gezet van deze schrijver. Een interview met hem had me dermate nieuwsgierig gemaakt, dat ik een paar weken geleden een boek van hem had aangeschaft. Niet bij de boekhandel trouwens, maar bij de Aldi! Deze goedkope grootgrutter bood twee-in-een edities aan van bekende thrillerschrijvers voor maar € 3,99. Harlan zat gezellig met de, mij overigens onbekende, Jonothan King in een bundel en dat betekende dus dat ik voor nog geen 2 euro een hele dag onder de pannen was. Ik ben overigens niet echt een thrillerlezer, maar ik kan deze schrijver van harte aanbevelen.
- De film Cloaca. Vorige week zat Maria Goos bij Zomergasten. Een programma dat ik altijd graag volg. Een sympathieke vrouw trouwens, die me zo aansprak dat ik me voornam om toch maar eens de film Cloaca te gaan huren. Deze film is gebaseerd op een toneelstuk van haar. Een toneelstuk dat trouwens ook in Londen op de planken heeft gestaan, geregisseerd (of geproduceerd) door Kevin Spacey, voor degenen die het wat interesseert. De film sprak me erg aan. Erg goed voor Nederlandse maatstaven. Het gaat , kort gezegd, over de vriendschap tussen vier mannen die door omstandigheden erg op de proef wordt gesteld. De film getuigt niet van de meest vrolijke visie op de mensheid, maar die heb ik zelf af en toe ook niet.
- De film Simon. K. kijkt liever geen films die over de dood gaat. Of beter gezegd, over mensen die min of meer vrijwillig een eind aan hun leven maken. Na het zien van Mar Adentro, over een ongeneeslijk zieke man die graag dood wil en met behulp van vrienden uiteindelijk een eind aan zijn leven maakt, werd ze bijna kwaad. Ze vond het een egoistische daad die geen rekening hield met de achterblijvers. Daarom had ze niet zoveel zin in Simon. Een film die niet slecht was, maar ook niet echt aan mijn verwachtingen voldeed. Het verhaal had ik dus al een keer eerder gezien (in Mar Adentro dus) met mensen die in mijn ogen een stukje sympathieker waren. Ik kon niet zo goed meegaan in de gevoelens van mensen die in mijn ogen iets teveel gelijkenis met de Tokkies tentoon spreidden. Slecht misschien. Mensen zijn mensen, maar in films kan je dat uiteindelijk een beetje tegen gaan staan. Ik heb bij deze films dus geen tranen geplengd.
- Het spel Monkey Island. Zat ik jaren geleden met huisgenoot G. al wekenlang te puzzelen om een uitweg uit de doolhof van dit spel te vinden. Vandaag de dag is het niet anders. Na een halve dag spelen had ik de irritatie grens bereikt. In dit soort spellen is er altijd een moment dat je onherroepelijk vast komt te zitten. In het verleden liep ik dan altijd weg, om maar even wat anders te gaan doen en liet de oplossing aan G. over. Na een schreeuw van geluk uit de computerkamer over het feit dat er weer een puzzeltje was opgelost, keerde ik weer net zo gemakkelijk terug om verder te spelen. K. was iets minder geïnteresseerd in het verloop van het spel, zodat ik er nu alleen voor stond. Gelukkig is er een complete “walk through” van dit spel online te vinden. Daar ben ik vandaag maar even op teruggevallen. Zonder schuldgevoel overigens. Mijn excuus was dat ik dit spel voor een week heb gehuurd. Ik kan dus geen kostbare tijd verspillen.

zaterdag, augustus 20, 2005

Groeten uit Monkey Island

Hoe leg je mensen uit dat je twee weken vakantie hebt, maar dat je niet weggaat? Want dat moet je blijkbaar doen als je hebt besloten dat je thuisblijft. Er rust een zeker taboe op. Mensen kunnen niet geloven dat je er naar uit kijkt om eens twee weken in je eigen huis te vertoeven en in je eigen tuin te zitten. Het merendeel van ons, mensen van de werkende klasse, kunnen na een jaar werken hun eigen habitat niet meer onder ogen zien. Zo zat zijn ze ervan. De enige manier om de harde schijf een beetje op te schonen is door op een wit strand in de zon te gaan liggen en even niet aan thuis/werk te denken.
Dus leggen we het maar uit aan degenen die er naar vragen. Daarbij rechtvaardigen we ons besluit door er op te wijzen dat we al twee keer dit jaar een weekend naar het buitenland zijn geweest (Moezeldal en Parijs), dat we bijna al onze vakanties van de afgelopen jaren hebben opgeofferd aan anderen (schoonmoeder en een vriendin van K. die vorig jaar nog een week is langs geweest) en dat we ons in de zomervakantie van afgelopen jaar in het zweet hebben gewerkt omdat we toen verhuisd zijn. “Maar wil je dan echt niet weg?”, “Ik wil altijd weg als ik vakantie heb, anders rust ik niet uit”, proberen mensen dan nog. Nee, we willen echt niet weg. Wij houden van ons huis, we houden van onze tuin en we houden er vooral van om nu eens een keertje helemaal niets te hoeven. Weg van die mensen die altijd vinden dat je wat moet, dat je nuttig moet zijn en dat je iets spannends moet meemaken. Als K. en ik op dit moment een plaatje in ons hoofd maken van de ultieme vakantie, dan is dat op dit moment thuis, met een boek, een tijdschrift, een film of een nieuw aangeschafte spelcomputer. Vrijdagavond, toen onze vakantie officieel begon, pakten we hem uit. De nieuw aangeschafte Playstation 2. Dit zilverkleurige doosje zal de komende 2 weken onze vriend zijn. Sonic the Hedgehog en Monkey Island 4 zijn de titels die op het programma staan. Lang leve de vakantie!

vrijdag, augustus 19, 2005

Puch

Als je net als ik in de sixtees geboren bent staat het merk “Puch” voor rare bromfietsjes met hoge sturen waar langharig tuig de winkelpromenades van saaie ingeslapen dorpjes mee onveilig maakte. Brommers kiek’n was er toen niet bij, het ging er vooral om dat je brommer bekeken werd.
Vandaag de dag levert Puch vooral goedkope fietsen. Na een zoektocht op het worldwide web, waarbij ik mede geadviseerd werd door Nakker, besloot ik er een aan te schaffen. Ik had al de conclusie getrokken dat fietsen in een normale fietswinkel zo ongeveer beginnen bij 400 euro en voor een beetje tweedehands betaal je ook al gauw 250 euro. Veel te veel dus. Dan kan je dus net zo goed een nieuwe kopen. Online kopen heeft toch blijkbaar de toekomst.
Het nadeel van online kopen is dat je te maken krijgt met koeriersdiensten. Deze branche moet wel zo ongeveer de meest klantonvriendelijke zijn die je in de dienstensector kan vinden. In het verleden ben ik al meerdere malen flink geïrriteerd geraakt door het feit dat je met deze beroepsgroep geen afspraken kan maken. Koeriersdiensten gaan er gewoon van uit dat er altijd iemand thuis is. Huishoudens waarbij de man en de vrouw allebei een baan hebben, daar hebben ze nog nooit van gehoord.
Deze keer liep het dus weer helemaal mis. De koeriersdienst zou zelf een afspraak maken, maar naarmate de tijd vorderde had er nog niemand gebeld, terwijl de fiets allang gearriveerd was bij de fietsenwinkel. Wel ontdekte ik een aantal “hangups” op mijn antwoordapparaat. Het bewijs dat er iemand had gebeld maar niet de moeite had genomen om een bericht achter te laten. Na zelf dus maar gebeld te hebben kwam ik erachter dat het bedrijf me al voor de komende dag had ingepland, waarmee ze zichzelf normaal gesproken hadden opgezadeld met een nutteloos ritje. Ik stelde dus maar voor om de volgende ochtend een uurtje later te vertrekken, zodat de fiets tussen 8 en 9 afgeleverd kon worden. Om 7 uur s’ochtends ging ik dus nog even langs de pinmachine, want er moest cash afgerekend worden. In de tussentijd had het koeriersbedrijf weer opgebeld en lieten gewoontegetrouw weer geen bericht achter. K. stond onder de douche en kon dus niet opnemen. Terug thuis besloot ik dus maar weer bellen. Ik had de levering gemist! Wel, gloeiende,gloeiende….! De chauffeur kon mijn adres niet vinden en was dus maar verder gereden. Het feit dat-ie een uur te vroeg was scheen ingepland te zijn. “Voor achten hebben we afgesproken”, beweerde de planner. Ik besloot hem nog niet uit te kafferen, want dat zou de kans dat-ie dezelfde dag nog werd afgeleverd, aanzienlijk verkleinen. Op het eind van de dag zou het misschien nog lukken om de fiets op zijn plaats van bestemming te krijgen. Zeker als ik even het telefoonnummer van mijn werk zou achterlaten. Net voor vieren werd ik dus weer opgebeld. Als ik snel was zou ik net voor de koeriersdienst thuis kunnen zijn, want die stond op dit moment in Meppel. Ik dus rennen naar de auto. Eenmaal op weg naar huis viel mijn oog op een brandend lampje op mijn dashboard. Brandt dat lampje normaal nou wel of niet, vroeg ik mij af. Niet dus, concludeerde ik toen ik de wijzer van de motortemperatuur op maximaal zag staan. Wat nu? Stoppen kan niet, want dan mis ik de koerier. Doorrijden dus maar. De flarden mist van het kokende koelwater kwamen al van onder de motorkap vandaan. Verontruste medeweggebruikers probeerden me met gebaren duidelijk te maken dat er iets aan de hand was. Ik probeerde terug te gebaren dat ik dat al wist en hoopte daarbij dat ze een beetje lip konden lezen. Als een stomende hogedrukpan reed ik ons wijkje binnen, parkeerde de auto, klapte de motorkap open en rende naar de deur. Daar was ik net op tijd om de deur open te doen, waarop de chauffeur een klaagzang aanhief over hoe moeilijk mijn adres wel niet te vinden was. Toen de chauffeur, met het geld en de getekende afleverbon in zijn kringspier, weer vertrokken was, kon ik eindelijk mijn fiets uitpakken. Nooit gedacht dat ik ooit nog eens een Puch zou bezitten.

woensdag, augustus 17, 2005

Help, nieuwe flippo's!


Gespot aan de voorzijde van ons huis.

dinsdag, augustus 16, 2005

Ontmoeting van de week

Vanmiddag stevende ik af op een onvermijdelijke “stop and chat”. Terugkerend van mijn pauzewandelingetje in de stad zag ik O. aan komen lopen op het kerkbruggetje. O. was in het verleden een collega van mij geweest, bij de Wagons Lits. Een praatje met hem leek me wel leuk en ik was niet van plan om de kans om oude tijden weer een beetje te laten herleven aan mijn neus voorbij te laten gaan. Op saaie zomerdagen als deze begin ik mijn statusloze baantje in de catering namelijk bijna een beetje te idealiseren.
O. werd toentertijd bij de Wagons List aangenomen op voorspraak van zijn broer G.
O. en G. Waren slimme jongens die op het eerste gezicht welgemanierd en beleefd overkwamen. Tegen het verlegen aan bijna. Als je ze beter leerde kennen kwam je er achter dat dit een zorgvuldig opgebouwde façade was. G. en O. waren namelijk tamelijk avontuurlijk aangelegd en dat zag je er niet aan af. Om te beginnen had O. en nogal vreemde maar lucratieve hobby. Hij beweerde dat hij de code van een bepaald type fruitautomaat had gekraakt en dat hij deze kast helemaal “door” had. In de wedstrijd: O. tegen de eenarmige bandiet moest de laatste het afleggen met als gevolg dat O. het hele land afreisde op zoek naar machines van dat type. In louche snackbars speelde hij dan net zo lang totdat hij de kast had leeggetrokken. Met dat geld vergaarde hij een leuke som geld. Toen hij op een bepaald moment het punt had bereikt dat hij werd herkend door sommige snackbar eigenaren en de tent niet meer binnen kwam, besloot hij zich met wisselend succes te storten op iets wat je misschien wel kunt zien als een groot fruitautomaat: de aandelenhandel. Het gevolg daarvan was dat G. en O. zich ontpopten als kenners van de markt en niets anders deden dan op de t.v. de fluctuerende markt in de gaten te houden, loerend op een geschikt moment om te kopen of te verkopen.
Een andere gezamenlijke hobby van G. en O. was vrouwen. Het liefst Indonesische. O. was een aantal keren naar Indonesië geweest en was er achter gekomen dat je daar als West Europese man behoorlijk in trek was. Je had de dames daar als het ware voor het uitkiezen. Daarbij was de Aziatische vrouw mooi en gewillig. Daarom “daten” G. en O. eigenlijk alleen Indonesische vrouwen. Die kwamen daar dan ook geregeld op bezoek; oudere vrouwen, jongere vrouwen, getrouwd, single. Het maakte hen niet zoveel uit. Als ze wat uitgekeken waren op een van hun vriendinnen deden ze haar net zo makkelijk over aan de ander, of ze werd aan mij aangeboden. “Is ze niet misschien iets voor jou Ary?” Alsof ik gevraagd werd of ik een hapje mee bleef eten.
O. was nu aardig gesetteld. Hij had een Aziatisch uitziend jongetje aan de hand. Zijn zoon, zei hij. De derde was op komst. Samen met zijn, inmiddels, Indonesische vrouw had hij net over de grens een huis in Duitsland gekocht. Zijn zoontjes ontwikkelden zich in rap tempo in Nederlands/Aziatische Duitsers. Broer G. was inmiddels bezig om een hostel op te zetten in Brazilië. Niets lijkt onmogelijk voor deze jongens. Hun dromen reiken tot in de hemel. Wel iets om op een bepaalde manier bewondering voor te hebben.

zondag, augustus 14, 2005

Vissen

Sommige mensen houden van vissen. K. ook. In Amerika deed ze dit dan ook regelmatig met vrienden of familie. Het spietsen van de wurm en het verwijderen van het haakje uit de oogbal van de vis liet ze daarbij graag aan anderen over. Het staren naar de dobber en het genieten van de rust deed ze wel zelf. Ik houd niet van vissen. Het lange wachten totdat er eens een vis genegen is om in de wurm (lees: haak) te bijten vind ik nogal zinloos. Echt nutteloos wordt het als de vis vervolgens weer terug wordt gegooid. Opeten is er namelijk niet bij, als je een zoetwatervis vangt. Allemaal moeite voor niks dus. Nee, dan elektronisch vissen. Oftewel: prijzen winnen via internet. Sinds een paar jaar is dit een van mijn grote hobby’s. Op landerige zondagmiddagen vul ik met behulp van mijn Roboform software mijn prijsvraagjes in en daarna is het wachten totdat ik beet heb.
Vroeger was het een stuk moeilijker om prijzen te winnen. Antwoorden dienden toen opgestuurd te worden met een briefkaart. Daarbij moest er vaak een slagzin worden bedacht. Voordat je dat allemaal voor elkaar had en de briefkaart ingevuld op de brievenbus had gedaan was de prijsvraag al afgelopen. Die keren dat je wel op tijd was, bleken meestal vruchteloos te zijn. Op die enkele keer na dan. Ik herinner me lichtblauw kinderfietsje dat we wonnen bij de Donald Duck en een tweezitsbank bij de Ikea. Daar moest mijn moeder toen wel rare fratsen voor uithalen. Met een appel en een ei door het filiaal lopen en opletten of ze iemand met een rolgordijntje zag, waar een appel of een ei opstond. Wat ze allemaal niet verzinnen om drukbezette huisvrouwen naar Ikea te lokken.
Het elektronisch invullen van een prijsvragenformulier is dan een stuk efficiënter. In no time doe je mee met wel honderd verschillende prijsvragen tegelijkertijd. De gelukskansen worden daardoor een stuk groter en voordat je het weet heb je een luxe breedbeeld televisie gewonnen. Dit is dan ook wel meteen de grootste vis die ik heb binnengehaald, maar de stapel DVD’s, boeken en CD’s die ik in een pakketje op mijn deurmat vond is aanzienlijk. Verder won ik vorig jaar zelfs een miljoen. Helaas waren dat geen euro’s maar Indonesische roepia’s die bij elkaar een waarde hadden van 80 euro. Maar wie het kleine niet eert is het grote niet weerd zullen we maar zeggen.
De laatste tijd is het wat minder met het prijzen winnen. Afgelopen maanden won ik “maar” vier prijzen, waaronder een cd met Duitse liedjes en dat is karig voor de zomermaanden wanneer iedereen op vakantie is. Ik wijt het zelf aan een item in Netwerk, of Nova van een aantal maanden geleden, waarin een paar andere elektronische vissers werden gevolgd. Zij pakten het nog professioneler aan en deden mee onder valse namen. Tegen dit soort figuren is natuurlijk geen kruid gewassen.

dinsdag, augustus 09, 2005

Zoekterm

Hoe ranzig ben ik eigenlijk? Valt volgens mij best wel mee. Vergeleken met Nakker en Bureaumaatje ben ik het braafste jongetje in de klas. Ook op dit weblog gedraag ik me toch tamelijk voorbeeldig dacht ik. Toch kreeg ik even een andere indruk van mezelf toen ik vanavond op mijn “Sitemeter” keek. Deze sitemeter is een programmaatje, onderaan deze pagina zichtbaar door middel van een psychedelisch vierkantje, dat nauwkeurig bijhoudt hoeveel mensen er dagelijks mijn weblog bezoeken. Daarnaast kan ik bijvoorbeeld ook zien via welke site ze op mijn blog zijn gekomen. Als dat bijvoorbeeld via Yahoo of Google is geweest kan ik zelfs zien op welke zoekterm ze hebben gezocht.
Populaire zoektermen waren de volgende:

- foto+piemels
- kleine piemels (2 keer)
- sekswinkel
- naakt in de tuin
- ondeugende meiden
- schaamstreek
- plas en poep
- natte broek
- broek plassen
- in mijn broek geplast

Dit geeft toch een raar beeld van mijn activiteiten op dit weblog. Heb ik deze woorden echt gebruikt en in wat voor context? Na enig zoeken blijk ik deze woorden toch echt allemaal in een bepaalde context in mijn stukjes verwerkt te hebben. Toch heb ik op het ogenblik nog steeds een gemiddelde van 16 bezoekers per dag. Ondanks of dankzij deze begrippen? Natuurlijk zegt het meer over de zoeker naar deze begrippen dan naar de aanbieder ervan. Daarbij waren er ook andere zoekbegrippen die naar mijn site leidden zoals:

- wasmachinetrommel draait niet meer
- Amerikanen zijn niet gek
- Wouter Kurpershoek (3 keer zelfs)
- Tattoos are for losers

Ik realiseer me dat het opsommen en weer publiceren van deze zoektermen me niet echt zullen helpen. Ja, van de wal in de sloot misschien. Ik zal nog wel even de eerste “hit” blijven als iemand naar “kleine piemels” zoekt.

maandag, augustus 08, 2005

Het is maar een spelletje!

Het was al treurig toen we een jaar geleden helemaal opgingen in onze favoriete reality soap “Paradise Hotel”. Nog treuriger is het dat we deze serie op het moment weer volgen. Was het een nieuwe reeks, dan zou dat nog te begrijpen zijn, maar het is gewoon de herhaling van de serie die vorig jaar op t.v. was. Met ons avondeten op de knieen horen we Keith weer wanhopig uitleggen dat het allemaal maar een spelletje is, wat op het moment dat de deelnemers op het punt staan om elkaar de hersens in te slaan niet echt geloofwaardig overkomt.
De relativiteit van spelletjes heb ik zelf niet vaak uit het oog verloren. Ik ben, denk ik, niet zo competitief ingesteld. Waar dat aan ligt mag Joost weten, maar meestal doe ik mee voor de gezelligheid. Ik wil wel winnen, maar als dat niet gebeurt is het ook wel goed.
Vroeger, in mijn ouderlijk huis, speelden we op zondagavond altijd favoriete bordspellen als Barricade en Het grote Verzekeringsspel (vrij met een wappertje). Mijn vader maakte daar tijd voor vrij en we kregen daarbij allemaal een glaasje prik en een mandje chips geserveerd. Beter kon het niet worden.
Pas later in mijn studententijd, op huize Bordelaise, werd de sfeer tijdens het spelen van bordspellen wat grimmiger. Ons favoriete spel was dan ook Risk, een spel waar je, als je niet fanatiek genoeg bent, al helemaal niet aan hoeft te beginnen. Onder het genot van bier en Beerenburg werden continenten veroverd en legers in de pan gehakt. Af en toe liep dat bijna op ruzie uit, zoals die keer dat Lebrat en G. onenigheid kregen over de regels. De gezelligheid was opeens ver te zoeken.
Vorige week kochten K en ik het spel Richelieu. K. houdt erg van bordspelletjes en het spel kostte maar 4 euro. Een koopje dus. Sinds dit weekend spelen we dus Richelieu. Een spel waarvan de geluksfactor te verwaarlozen is en het vooral aankomt op slimheid en tactiek.
Des te vervelender is het dan ook dat ik tot nu toe nog niet van K. gewonnen heb. Won ik vroeger alle spelletjes schaak van haar en waande ik me de slimste van het stel, tegenwoordig moet ik het afleggen en gaat mijn gevoel van eigenwaarde met sprongen achteruit. Verliezen van een meisje! Dat kan ik toch niet op me laten zitten. Daarom moet ik nu net zolang Richelieu spelen totdat ik win en ik deze slechte reeks om kan zetten in een goede.
Nu snap ik ook opeens waarom ik voorheen elk verzoek van K. om een bordspel te spelen stelselmatig afwees. Veel te gevaarlijk terrein.

vrijdag, augustus 05, 2005

Nee, niet uitstappen!

Eigenlijk is het een rare tijd, zo tijdens de bouwvak, wanneer half Nederland op vakantie is.
Fietsend naar ons werk zijn K. en ik vaak de enigen op straat, wat je het gevoel krijgt dat je de enige in Zwolle bent die nog aan het werk is. Dat is niet helemaal waar natuurlijk. Op m’n werk heb ik het op een vreemde manier zelfs druk, alsof de mensen die er nog zijn stapels achterstallig werk aan het wegwerken zijn.
Verder zijn er overal blikken vakantiekrachten aangetrokken. Bij de Konmar had ik laatst al een caissière in tranen, omdat de kassarol opraakte net toen er iemand tegen haar zat aan te klagen. Bij de Hema was het van hetzelfde laken een pak. Toen ik daar laatst rond de middag een boodschap moest doen, was waarschijnlijk iedereen aan het schaften. Achter de enige kassa die open was, probeerde een vakantiekracht uit alle macht een lange rij klanten weg te werken. Dat ging haar wonderbaarlijk goed af, totdat er iemand kwam die met cadeaubonnen wilde betalen. Dat hadden ze haar nog niet uitgelegd. De paniek sloeg zichtbaar toe. Rood tot achter haar oren probeerde ze de aandacht van haar schaftende collega’s te trekken door op een belletje te drukken. Tevergeefs, niemand die haar hoorde.
Aan de andere kant van de oceaan hebben ze waarschijnlijk hetzelfde probleem. K’s moeder stuurde ons vanochtend deze link link.
Een paar slecht ingewerkte collega’s van haar (ze werkt in de zwakzinnigenzorg) hadden wat bewoners meegenomen naar de kermis. Een van deze bewoners heeft de neiging om meteen uit te stappen als een ritje is afgelopen. Of het een treintje is, of een reuzenrad dat halverwege de rit stilstaat om andere passagiers in te laten stappen maakt dan voor zo iemand niet uit. Kijk het filmpje maar.

15 minuten

“Er lopen twee mannen in de Diezerpromenade. Zegt de een tegen de andere: “Wat vind jij de grootste Zwollenaar ooit?” De man die het antwoord moet geven raakt een beetje in paniek, omdat de man die de vraagt stelt hem daarbij een grote camera in zijn gezicht duwt. Daarbij ziet hij een logo van “TV Oost” op de jas van de interviewer. Met een HEMA tasje in zijn rechterhand realiseert de geinterviewde dat zijn “15 minutes of fame” zijn aangebroken. De wereld zal eindelijk op de hoogte zijn van zijn aanwezigheid op deze aardbol. Daarom is het belangrijk dat hij een weloverwogen antwoord geeft op deze belangrijke vraag. Welke Zwollenaren kent hij? Dat zijn er een hoop, maar geen van deze personen heeft nog naam gemaakt bij een groot publiek. Nakker en Bureaumaatje vallen dus meteen al af. Daarbij realiseert hij zich meteen dat Bureaumaatje al helemaal niet uit Zwolle komt, maar uit Wapenveld. Erben Wennemars dan, die heeft toch een aantal grote prijzen gewonnen. Maar komt die niet oorspronkelijk uit Dalfsen? Tellen import Zwollenaren ook mee?
“Dan blijven over: Jan Vayne en Herman Brood. Moeilijke keuze. De haardos van Jan is indrukwekkend, maar heeft zijn geloofwaardigheid een beetje verloren na die Head and Shoulders reclame. Daarbij doet iedereen in Zwolle altijd zo goed z'n best om net te doen of ze Jan niet kennen als-ie in de stad rondhangt en dat kost ook energie, om niet te gaan wijzen en zo.
Best vervelend eigenlijk.
”uh…Herman Brood?” stamelt de man dus in de cameralens, zoals waarschijnlijk vele Zwollenaren dat nog na hem zullen doen. Want wie heeft er ooit een boek gelezen van Thomas a Kempis, wie kent er een gedicht van Potgieter? De interviewer neemt niet zomaar genoegen met dit antwoord en vraagt of de andere man de invoering van het vrouwenkiesrecht dan niet belangrijk vindt. Daar heeft een andere Zwollenaar, Thorbecke, namelijk voor gezorgd. “Dat kan ik me helemaal niet herinneren”, zegt de ondervraagde. “Het had misschien geholpen als hij dat al spuitend en zuipend had gedaan en zich daarna van Hotel Wientjes had gestort. Dat blijkt wat meer indruk te maken” Eigenlijk zegt de man dat helemaal niet maar stottert iets over muziek en dat dat in zijn leven een iets prominentere plaats inneemt als politiek. Het snedige antwoord bedenkt hij zich pas als hij weer thuis is.

donderdag, augustus 04, 2005

Geen tijd

Wegens verjaardag van K. heb ik even niet zoveel tijd. (moet slingers en lampionnen ophangen, ijs eten en daarna naar de film Charlie and the Chocolatefactory).
Daarom dus vrijdag pas weer een volgens stukje.

maandag, augustus 01, 2005

Motivatie

“Ik kan natuurlijk wel zeggen dat ik mijn werk altijd even leuk vind, maar dan gelooft toch niemand me en terecht natuurlijk. Als ik, zoals de afgelopen tijd, dagen achter elkaar probleemfacturen aan het oplossen ben dan kijk ik vaker op de klok dan normaal. De tijd wil dan maar niet vlotten en hoe verder in de week we zijn, hoe moeilijker het wordt om honderd procent van de dag geconcentreerd te zijn op mijn werk. Er begint zich ook een bepaald patroon af te tekenen. Tot een uur of 12 gaat het eigenlijk prima, maar een uur nadat ik van mijn pauze terug gekomen ben, slaat de man met de hamer toe, om tegen een uur of drie een saai en monotoon dieptepunt te bereiken. Vanaf dat punt gaat het weer langzaam crescendo om vervolgens om vijf uur weer redelijk monter naar huis te gaan.
Niet verwonderlijk dat ik tijdens de saaie uren naarstig op zoek ben naar wat afleiding. Elk moment dat maar een beetje afwijkt van de dagelijkse routine wordt dan volledig uitgebuit om mezelf een beetje te entertainen. Zo had collega G. vandaag zijn hond meegenomen. Het aaien van de hond en het mezelf afvragen waarom je hand na het aaien van een hond naar hond ruikt en na het aaien van een poes niet naar poes, zorgde voor vijftien minuten afleiding. Geen gekke score. De discussie die ik daarvoor had met collega E. en collega J. over onze opvoeding zorgde voor nog eens vijftien minuten vermaak. E. moest vroeger eten wat de pot schafte, maar haar vader hoefde dat niet. J. hoefde daarentegen dan niet zijn bord leeg te eten, maar moest wel van alles een beetje proeven. Zijn zus had daarop een oplossing verzonnen en gooide de spruitjes gewoon achter de koelkast. Bij ons thuis moest je achter je stoel staan eten als je te laat was en tevens gold er de regel: “lust niet bestaat niet”. Uitgekotst eten werd zonodig teruggeschept waar het vandaan kwam. Het tegen elkaar opbieden van dit soort gruwelijkheden gaf me weer vijf bonusminuten waarin ik niet naar facturen hoefde te kijken.
Niet slecht. Tegen een uur of halfvier sprokkelde ik nog wat minuutjes door J. aan zijn bureau wat te demotiveren met mijn demotivatie en door een kalender bij de administratie te bekijken die ik nog nooit gezien had en waarop collega H. de enige was die daar minutieus haar vakantiedagen op had ingevuld. Op weg terug naar mijn bureau voelde ik mijn motivatiepeil al weer wat stijgen en kreeg ik bijna het idee dat ik die stapel facturen vandaag nog wel even af zou krijgen.


 

 Subscribe in a reader