dinsdag, mei 31, 2005

Activiteit 2: Amsterdam

Amsterdam is een mooie stad en dat zeg ik niet alleen omdat ik er geboren ben. K en ik komen er graag. Soms kunnen we een weekendje in tante W.’s huis, als ze op vakantie is en daar genieten we dan erg van. We gaan dan altijd wel even naar het Vondelpark en naar de American bookstore om tijdschriften en boeken in te slaan.
Bij de American bookstore begon het dan ook vandaag. Dat lag lekker op de route naar het Anne Frank huis en mocht daarom natuurlijk niet overgeslagen worden.
In Amsterdam is veel te doen. Een beetje te veel eigenlijk. Met iemand als K’s moeder, die door haar reuma niet al te grote afstanden te voet kan afleggen moet er daarom van tevoren een goed plan worden gemaakt. We besloten het daarom te houden bij twee activiteiten: het Anne Frank huis en Museum Amstelkring (de verborgen kerk: “Onze Lieve Heer op Zolder”. Tussen de activiteiten door konden we dan wat langs de grachten lopen en de couleur locale opsnuiven. Bij het Anne Frank huis aangekomen werden we meteen ontmoedigd door de lange rij met honderden toeristen die daar stonden te wachten om binnengelaten te worden. Daarbij werd hetzelfde systeem gehanteerd als de parkeergarage in de Zwolse binnenstad op een drukke zaterdagmiddag. Als er een groepje mensen het pand verliet, kon er weer een vers groepje toeristen binnengelaten worden. Daar gingen we dus niet op wachten. Enigszins teleurgesteld dropen we af, om de taxi te nemen naar het Leidseplein. Een biertje en een hamburger gaven ons daar weer de energie om verder te gaan. In een overvolle tram lieten we ons vervolgens naar het Centraal Station vervoeren. Van daar af was het een paar honderd meter lopen naar de verborgen kerk. Om daar te komen moesten we wel even een stukje Zeedijk meenemen. De alom aanwezige junks daar, zorgden misschien wel voor iets teveel couleur locale, maar het leek schoonmoeder niet echt te deren. Museum Amstelkring bleek gelukkig geheel aan de verwachtingen van haar te voldoen. Ze had er “back home” al een documentaire over gezien en was erg tevreden dat ze dit nu een keer in het echt had gezien.
Om niet in het spitsuur naar huis te hoeven rijden besloten we daarna om wat tijd te doden in het cafe op de eerste verdieping van de Bijenkorf. Daar heb je een mooi uitzicht over de dam. K stortte zich daar in het uitverkoopgeweld, zodat ik eens lekker kon bijpraten met mijn schoonmoeder. Tot nu toe maakt ze de schrikbeelden die er over schoonmoeders de rondte doen nog niet waar. Zij lijkt tevreden met mij en ik ben tevreden met haar.

maandag, mei 30, 2005

Activiteit 1: Het Openlucht Museum

Vandaag maar eens rustig begonnen. We hadden van te voren een aantal activiteiten voor K’s moeder bedacht die allemaal goedgekeurd waren voor 60 jaar en ouder. Dus geen Walibi Flevo of bungee-jumpen van de pier in Scheveningen, maar het Openluchtmuseum in Arnhem. Alleen al bij het horen van die naam kreeg ik voorheen al een gaapaanval, maar bij het bekijken van de site werd ik toch nieuwsgierig. Europees museum van het jaar 2005? Dat zullen ze toch niet helemaal voor niets zijn geworden.
Bij het betreden van het park leken we in een oase van rust te stappen. Op deze druilerige maandagmorgen waren de enige andere bezoekers van deze attractie dan ook een paar 65 plussers die de moed hadden verzameld om achter de geraniums vandaan te komen.. Een oud trammetje bracht ons naar de eerste attractie en zette ons af tussen een aantal tuinkabouters. Die bleken de voorbode van een tentoonstelling van verzamelingen van een aantal willekeurige mensen. Weer zoiets waarvan je normaal accuut van in een winterslaap zou vallen, maar verrassend genoeg was dit toch erg leuk. Tussen een verzameling pijpen vonden we dit exemplaar met een zogenaamd “strategically placed hole” waarbij de rook uit de vrouws genitalien lijkt te komen. Met zo’n gadget zou ik veel indruk kunnen maken op mijn werk. Jammer dat ik het niet mee kon nemen. Verder de grootste verzameling spaarpotten die ik ooit gezien heb en een grote collectie vliegtuig-kotszakken. Ze zouden een heel apart museum moeten maken voor dit soort verzamelingen. Ik viel van de ene verbazing in de andere.
Verder bezochten we een groot aantal typisch Nederlandse huisjes en boerderijen uit verschillende streken van het land. Erg interessant allemaal. Als we hierna nog de Zaanse Schans, het Zuiderzee Museum en Madurodam bezoeken, heeft mijn schoonmoeder heel Nederland al wel gezien en zijn verdere uitstapjes overbodig. Kunnen we lekker thuis blijven op de bank.
Maar goed; morgen toch maar even Amsterdam bezoeken.

Aangenaam!

Verse vis en familiebezoek hebben iets gemeen, volgens Mark Twain. Ze blijven maar 3 dagen goed.
Deze uitdrukking is de laatste tijd al een paar keer langsgekomen. K’s moeder refereerde er, vlak voor haar komst, ook nog even naar, bang dat ze was dat we straks spijt zouden krijgen dat we haar voor twee volle weken hebben uitgenodigd.
Ook vrienden en kennissen wensten me “sterkte” als ik ze vertelde dat ik mijn schoonmoeder op bezoek zou krijgen. Schoonmoeders hebben toch nog een beetje een slechte naam.
De eerste kennismaking met mijn schoonmoeder verliep gisteren niet helemaal vlekkeloos. Dat had niets met K’s moeder te maken, want dat is een alleraardigste vrouw, met veel gevoel voor humor en wat helemaal belangrijk is; ze lacht om mijn grappen. Dus dat zit wel goed.
Wat gisteren niet helemaal mee zat waren de omstandigheden. Eerst moesten we, na aankomst van het vliegtuig, wel een uur wachten totdat K’s moeder uiteindelijk door de poort bij “Arrivals 3” wandelde. “Ze zou toch geen bolletjes geslikt hebben”, schoot nog even door mijn hoofd. Maar dat was niet het probleem. Dat lag namelijk ergens bij het zoek raken van de koffers. Na mijn schoonmoeder hartelijk welkom te hebben geheten, liepen we naar de parkeerplaats (Tulpen, rij 2) en merkte, bij het starten van de auto, dat ik per ongeluk mijn lichten aan had laten staan. Lekker slim zeg! De eerste goede indruk die ik net bij de begroeting had gemaakt, was daarbij in 1 keer weer tenietgedaan. Gelukkig vermaakten we ons, het half uur dat we daarna op de FBTO schadeservice moesten wachten, met wat hamburgers en cola-light. Dat ik vervolgens, na het starten van de auto, nog even de weg naar huis kwijt raakte en totaal de verkeerde richting op reed, bevestigde mijn juist verdiende status als warhoofd ook nog eventjes.
Hopelijk kan ik dit de komende dagen weer wat recht breien.

Klaar!

Na een maanlang voorbereiden op het bezoek van K’s moeder, bereikten de werkzaamheden afgelopen zaterdag hun apotheose. De afsluitende werkzaamheden namen zo ongeveer een anderhalve werkdag in beslag en aan het eind daarvan lagen we zo op apegapen dat we niet meer precies wisten of we fysiek nog wel in staat waren om visite te ontvangen.
Onwillekeurig vraag je je dan toch af waarom we ons zo hebben lopen uitsloven. K’s moeder maakt het, volgens de berichten, in ieder geval geen zak uit of de voortuin gereed is en als het moet slaapt ze wel op de bank, dat doet ze thuis ook wel eens na een slopende werkdag.
Maar natuurlijk heeft het allemaal te maken met controle. We willen grip krijgen op een spannende situatie. K’s moeder moet het hier naar haar zin krijgen en ze moet een goede indruk krijgen van ons leven hier. Als ze hier straks weer weggaat moet ze begrijpen waarom haar dochter besloten heeft om huis en haard te verlaten om hier in een koud kikkerlandje te gaan wonen.
Daarbij zijn K. en ik nogal lui aangelegd en hebben meestal een reden nodig om in beweging te komen. De komst van K’s moeder was daarom een uitgelezen kans om wat achterstallige werkzaamheden uit te voeren. Maar nu, na een maand later, plukken we de vruchten van ons geklus. De voortuin is klaar, we hebben een complete logeerkamer ingericht en hebben daarnaast onze keuken een “make-over” gegeven.
Mede mogelijk gemaakt door dhr. Karel Nakker. Nogmaals bedankt voor je hulp afgelopen dinsdag.

donderdag, mei 26, 2005

8 MM

Afgelopen weekend beleefde ik even een bijzonder moment.
Op de verjaardag van mijn tante W. kreeg elk familielid een DVD overhandigd. Op zich was dit niet zo’n grote verrassing voor mij, want ik wist wat er op stond. In de tot stand koming van deze DVD had ik zelfs nog een rol gespeeld. Mijn rol was dat ik bij mijn moeder en mijn tante had lopen zeuren of ze die oude familiefilmpjes nou eens eindelijk wilden overzetten op DVD. Deze filmpjes, die mijn tante W. van haar eigen tante had ge-erfd, hadden we vroeger al eens een keer willen bekijken, met behulp van een oude 8mm projector. Helaas brandde dit apparaat al na een paar minuten een gat in de film, zodat de pret toen al gauw over was. Daarom gaf ik mijn moeder het adres van een “mannetje” in Amsterdam die de klus wel even kon klaren, zodat we dit soort teleurstellende momenten niet nog eens een keer hoefden mee te maken.
Dus zaten we afgelopen zaterdag met de hele familie voor de tv. Naast mijn onlangs overleden oma, zag ik ook voor het eerst van mijn leven mijn opa op film. Mijn opa, waar ik ook nog eens naar vernoemd ben, is op vrij jonge leeftijd overleden, zodat hij zijn kleinkinderen nooit gezien heeft en wij hem dus ook niet. Bijzonder dus om deze man nu op film te zien. Zo te zien hebben we ook veel gemist. Mijn oma was vroeger al grappig. Ze deed de meest fantastische trucs met haar kunstgebit en drukte ons soms, bij wijze van grap, met ons gezicht in de vla, nadat ze ons had gevraagd had om eens aan de vla te ruiken. Volgens haar was-ie namelijk bedorven. Mijn opa leek op de film niet onder te doen voor mijn oma. Op de film zien we hem provocerend zitten roken naast een bord met de tekst “Gevaar: bosbrand”. Met z’n peuk wijst hij ten overvloede nog even lachend naar het bord. Even verder in de film doet hij nog even een imitatie van een dronkaard en waggelt quasi dronken een bergpaadje af.
Leuk om deze beelden te zien en ook jammer ik eigenlijk nooit van zijn grappen heb kunnen genieten.

woensdag, mei 25, 2005

Klus je rot!

Naarmate de komst van K’s moeder nadert, lijkt ons leven steeds meer in een stroomversnelling te komen. Zo erg dat K’s fysieke gestel er even de brui aan lijkt te geven.
Met 30 graden op komst snuit zij op het ogenblik haar zakdoeken vol.
Voor mij lijkt het leven een aaneenschakeling van klussen waarbij het af en toe niet mee zit. Het begon vorige week al met de Kwantum hallen die ons in de steek lieten. Kwantum altijd goed voor vette bodemprijzen lijkt te beknibbelen op hun service. Het personeel lijkt in leeftijd ook niet boven de twintig jaar uit te komen. Dat gegeven had bij mij al een belletje moeten laten rinkelen. Een belletje was ook het enige wat nodig was geweest om mij op de hoogte te stellen dat ze het goedkope, 40 euro kostende bed niet konden leveren. In plaats daarvan lieten ze me weken in de waan dat ze het bed, volgens afspraak zouden kunnen leveren. Niet dus. Daar kwam ik achter toen ik uiteindelijk zelf maar even belde. Met het vooruitzicht dat K’s moeder of wijzelf twee weken op een matras op de grond zouden moeten slapen voelde ik me gedwongen om in actie te komen. Op naar Leen Bakker en de Trendhopper. Helaas kon geen van beiden een goedkoop bed leveren en in het geval dat ze wel een exemplaar in de showroom hadden staan dat ons beviel, konden ze het niet leveren.
Nog voordat ik helemaal in paniek kon raken bood Nakker zijn hulp aan. Hij wilde wel even met me op en neer rijden naar Ikea; hofleverancier van het Vinex volk. Even kon ik weer opgelucht ademhalen. Samen met Karel had ik een boy’s night out, met cola, chips, snoep en genoeg en genoeg MP3 tracks (inclusief Boney M) op zijn autoradio om ons de twee uur durende trip te vermaken.
Met de achtertuin, voortuin en slaapkamer gereed rest me alleen nog wat kluswerk in de keuken. Het vreemde is dat ik met al deze klus-progressie in huis er nog bijna lol in krijg ook.
Het moet niet gekker worden!

Flippo's deel 4 (of was het 5?)

Terwijl de flippo van de buren haar charmeoffensief voortzet door me stelselmatig van het werk te houden bij de aanleg van de voortuin teistert de rest van de schoolgaande jeugd ons prille wijkje door overal sporen van vandalisme achter te laten.
Vorige week was er een groepje creatief bezig geweest met straatkrijt. De hele straat stond volgekalkt met uitingen van frustratie over hun prille Vinex-leventje. “Ku1”, “Klootsak” en “Pokejonk!” stond er op de stoep te lezen en zorgde bij het uitrijden van de steeg voor een opbeurend begin van de dag. Verder stonden er instructies aangegeven voor iets dat waarschijnlijk een speurtocht was geweest. “Ga hier naar links” en “Pluk hier 5 bloemen” bij een pot net geplantte Kaapse Violen.
Toen ik s’avonds weer terug de wijk inreed zag ik een groepje jeugdig geteisem bezig met het stelselmatig omvergooien van de net geleegde clicco’s. Toen ze me zagen renden ze hard lachend de hoek om. Waar gaat het naar toe met de Vinex jeugd, dacht ik nog. De kinderen in Holterbroek zijn lammetjes vergeleken met dit adderengebroed. De boze buurman Bolderbast kwam vervolgens helemaal in me naar boven toen ik mijn vers APK gekeurde Clio zwaar bekrast aantrof. Het huilen stond me nader dan het lachen. Ik ging bijna weer verlangen naar mijn oude vertrouwde criminele wijk, waar ze je auto misschien wel proberen te stelen, maar waar ze in ieder geval respect hebben voor je laklaag.

vrijdag, mei 20, 2005

Genante momenten deel 3: mijn eerste wip

Het valt me toch een beetje tegen dat je nu verder leest. Okay, ik lieg. Het valt me helemaal niet tegen dat je verder leest. Ik had hetzelfde gedaan. Ik ben ook meer geinteresseerd in de falende kant van de mens inplaats van zijn glorieuze momenten. Vertel me een verhaal over Hannibal die over de Alpen trekt en ik ben matig geinteresseerd. Maar vertel me daarbij dat hij de hele reis per ongeluk zijn gulp open had staan en dan ben ik weer helemaal bij de les. De mens laat zijn ware zelf meer zien in de momenten dat-ie afgaat en dat-ie mislukt dan in de schaarse momenten van glorie.
Als ik aan mijn eigen victorie momenten denk, schieten me maar enkele obligate momenten in gedachten: K. voor het eerst in Nederland, het moment dat ik met The Lazy Fancy Fool band optrad voor een volle zaal met publiek, misschien het moment dat ik NEVI 1 afsloot zonder hertentamens. Verder kom ik in eerste instantie niet. Maar als ik aan de momenten denk dat ik van diepe schaamte wel door de grond kon zakken, dan kan ik putten uit een arsenaal van enkele honderden verhalen.
Een van de eerste momenten van diepe schaamte die ik me kan herinneren vond plaats toen ik met mijn ouders op visite was bij kennissen van mijn ouders. Deze mensen hadden een grote vishandel en hun kinderen zaten bij mijn vader op school. Voor degenen die dat nog niet weten: mijn vader was onderwijzer. Hij is inmiddels gepensioneerd, maar twintig jaar geleden was hij nog hoofd van een grote gereformeerde streekschool en werd uit hoofde daarvan vaak uitgenodigd bij de mensen thuis.
Nu kan ik mij niet meer herinneren of ik deze bezoekjes doorgaans leuk vond of vervelend. Het bezoek aan de visboer was in eerste instantie een groot succes. Achter in de tuin stond namelijk een wip. Dit speeltoestel week op een belangrijk punt af van andere wippen. Naast de normale op en neer beweging kon hij namelijk ook ronddraaien. Deze combinatie van op, neer en ronddraaien als een zweefmolen was een geheel nieuwe ervaring voor me. Samen met een meisje van mijn leeftijd (was het de dochter?) wipte ik vervolgens alsof het een lieve lust was. Om de vreugde nog wat te verhogen hieven we daarbij een lied aan. Al zingend en wippend brachten we uren in de achtertuin door. Dit euforisch moment had nog uren kunnen duren, ware het niet dat ik na een tijdje opeens doorkreeg dat we vanaf het achterbalkon gade werden geslagen door mijn ouders en de visboer en z’n vrouw. Met een vertederende blik in hun ogen stonden ze daar hun kinderen te bekijken.
Op een rare manier voelde ik me betrapt en de lol van het wippen was meteen verdwenen. Beschaamd en verward droop ik af. Wat ik de rest van de avond heb gedaan weet ik niet, maar vanaf toen keek ik wel goed uit waar en met wie ik wipte.

woensdag, mei 18, 2005

Ontmoeting van de week

Op het kerkbrugje zag ik E. langsrijden. Hij zag er vermoeid uit, een beetje treurig zelf. Hij leek wat in zichzelf gekeerd en zag mij dan ook niet. Anders had ik wel even “hoi” gezegd. Dat doe ik altijd, als ik hem langs zie rijden op zijn fiets. Meer woorden wisselen we niet, hoewel we dat eigenlijk wel zouden moeten doen, met het verleden dat we hebben. E. was voor een korte periode mijn beste vriend. Of dat in het eerste of het tweede jaar van mijn niet afgemaakte HBO opleiding was weet ik niet meer, maar we zagen elkaar zo ongeveer elke dag en kwamen constant bij elkaar over de vloer.
E. was artistiek, we deelden onze interesse voor de tekenkunst en luisterden graag naar muziek. E. had een grote voorliefde voor de donkere new wave van the Cure en Bauhaus, ik hield het bij jazz en soul. Dat illustreert ook de verschillen die er tussen ons waren. E. hield van het experiment en het avontuur, terwijl ik daar eigenlijk wat bangig voor was. Maar toch konden we het goed met elkaar vinden. Een paar weken voordat we samen liftend naar Italie zouden gaan belde hij me op. Er moest hem wat van het hart. Hij was er achter gekomen dat hij biseksueel was en eigenlijk was hij nu bang dat ik niet meer met hem op vakantie wilde. Wat een domme onzin, dacht ik. Waarom zou ik nu niet met hem op vakantie willen? Ik kon geen reden bedenken. Er was toch niets veranderd? Dus gingen we toch. Liftend naar Italie begonnen de irritaties zich op te stapelen. Af en toe moesten we zo lang langs de weg staan wachten totdat iemand ons meenam, dat de enige uitweg voor je frustratie de ander was. Ik kon er op den duur niet meer tegen dat hij steeds het voortouw en alle beslissingen wilde nemen. Naar mijn gevoel wilde hij steeds zelf uit maken waar we precies zouden gaan staan liften en of we nou wel of niet de trein naar de volgende stad zouden nemen. Op een gegeven moment liepen de gemoederen zo hoog op dat E. met zijn rugzak richting station liep en ik hardnekkig bleef staan liften. In zijn rugzak zaten de tentstokken en in mijn rugzak het tentdoek. Toen hij bijna uit het zich verdwenen was ging ik toch over stag. Het vooruitzicht op een eenzame terugtocht naar Nederland, zonder tent, deed me de moed in de schoenen zakken. Dus rende ik achter hem aan, om op het moment dat ik hem achterhaald had een fikse ruzie te beginnen. Ik voelde me een loser, want ik had toegegeven en daarom was ik pislink op hem. Dus hebben we daar langs de weg tegen elkaar staan schreeuwen. Twee schreeuwende Nederlanders langs de snelweg in Italie. Als het niet zo treurig was geweest zou je er om lachten.
Eenmaal terug in Nederland had ik geen zin meer om enig initiatief te nemen in onze vriendschap. De bal lag bij hem. Hij had me vernederd, dus hij moest het ook maar weer goed maken. Wat niet gebeurde natuurlijk. Weken gingen voorbij en we raakten langzaam gewend aan het feit dat we eigenlijk niet zulke goede vrienden meer waren.
Als ik hem nu langs zie fietsen voelt het altijd weer vreemd dat we elkaar niet meer te zeggen hebben. Alsof er een stuk verleden van me langsrijdt. Stomme koppigheid in de vorm van twee fietsers op weg naar hun werk.

dinsdag, mei 17, 2005

System overload

Al een paar weken lang probeer ik dit weblog draaiende te houden op onze prehistorisch Highscreen computer en ik moet zeggen; dat valt niet mee. De computer is traag, heeft geen USB poorten, zodat ik geen liedjes meer kan branden en geen foto’s meer kan importeren via onze digitale camera. Daardoor is het liedje van de week tijdelijk even het liedje van de maand geworden.
Gelukkig hoorde ik vandaag dat de computer gerepareerd is en dat ze hem volgende week dinsdag weer af komen leveren. “Net op tijd!”, schoot er door mijn hoofd. 29 Mei is namelijk een soort magische datum geworden in ons huishouden. Dan komt K’s moeder ons namelijk bezoeken. Ze blijft twee weken. Alles in ons leven is nu op die datum gericht. De voortuin moet af voor de 29e, de trapleuning moet nog worden bevestigd voor de 29e en de lampjes moet voor de 29e nog worden opgehangen. Help! Het ironische hierbij is dat het K’s moeder waarschijnlijk geen snars kan schelen of de voortuin gedaan is. Voor K’s moeder telt alleen dat ze K weer eens ziet. Dat is namelijk al weer een paar jaar niet gebeurd. Komt omdat er een oceaan tussen zit. Voor haar part kapt ze zich eerst een pad door twee jaar onkruid om bij de voordeur te komen, als ze K. maar weer eens kan ontmoeten. Dat hele programma wat we voor haar hebben bedacht (een bezoekje aan Parijs, Amsterdam, de Zaanse Schans en als klap op de vuurpijl: het Ecodrome!) zal ze best leuk vinden, maar als ze twee weken in onze achtertuin zou moeten doorbrengen zou het ook goed zijn.
Toch kunnen we het niet laten om de 29e als kapstok te laten fungeren voor al onze achterstallige werkzaamheden. Daardoor werd de Pinkstervakantie een soort werkweekend en zitten we voor de komende twee weken helemaal volgepland.
De computer is wat dat betreft een mooie metafoor voor het menselijk brein. Mijn hersens lijken op het ogenblik een beetje op mijn oude Highscreen. Ik wil er van alles op doen, maar het heeft te weinig werkgeheugen. “Does not compute” lijkt het te zeggen. Teveel informatie, teveel programma’s door elkaar gebruikt. System overload. S’nachts draait mijn brein vervolgens overuren en droom ik de meest vreemde scenario’s.
Misschien moeten we gewoon maar op de bank gaan zitten wachten totdat de deurbel gaat.

zaterdag, mei 14, 2005

Doe dat toetje maar eens na!

Een van de gewoontes die ik de afgelopen jaren ben afgeleerd is het eten van toetjes.
Of toetjes eten een Nederlandse gewoonte is weet ik niet, maar vroeger bij ons moeders thuis werd er nooit een maaltijd afgesloten zonder toetje. Meestal was dat magere yoghurt, opgeklopt met suiker, of een bescheiden bakje tweekleuren vla. Zondags werd er meestal pudding gegeten en met de feestdagen deed mijn moeder nog eens extra haar best en ontstonden er creaties met in drank gedoopte lange vingers of iets met room en ijs.
Niet elk experiment lukte trouwens. Ik kan me een zelfgemaakte bananenvla herinneren die langzaam maar zeker viesbruin kleurde. Die kleur was nog tot daaraantoe, die had ik nog weg kunnen denken, ware het niet dat de vla smaakte alsof er iemand een half litertje euro loodvrij door had geroerd. Van mijn vader mochten we helaas niet klagen over het eten. Die viel mijn moeder nooit af en vond alles lekker wat ze maakte, zelfs op die zeldzame momenten dat het niet te pruimen was. Zo lepelde hij met tweede kerstdag dapper een tweede bord bedorven kippensoep naar binnen. De wat vreemde smaak was volgens hem niet te wijten aan bedorven kip, maar aan het feit dat mijn moeder een zakje “Chinese” kippensoep had gebruikt in plaats van normale.
Om even op te toetjes terug te komen; de nummer 1 in vreemde toetjes die toch gewaardeerd werden bij ons thuis was de zogenaamde karnemelk beschuit. Op zaterdag aten we altijd soep. Als die soep achter de kiezen was, werd er op dat zelfde bord een beschuit gelegd waar karnemelk overheen werd gegoten. Over het soppige beschuit gingen dan ook nog eens een paar scheppen suiker. Raar maar waar.
Waarom ik nu eigenlijk nooit meer toetjes eet weet ik eigenlijk niet. Aan de ene kant heb ik wat Amerikaanse gewoontes van K. overgenomen. Amerikanen hebben geen yoghurt en vla cultuur. Dessert is in hun ogen een bak ijs of een stuk taart en om nu elke dag een stuk taart te gaan eten gaat me wat te ver. Dat is meteen de tweede reden voor het toetjesloze tijdperk en dat is dat we overbodige calorieën wat proberen te vermijden.
Toch beleeft het toetje een soort comeback in dit huishouden. Sinds een paar weken heb ik de Saroma herontdekt. Ik heb me jarenlang vergist in het truttige imago van deze instant pudding. Dit spotgoedkope toetje heb je tegenwoordig wel in een stuk of tien verschillende smaken. Giet de met magere melk bereidde vla over wat verse aardbeien en banaan en je hebt een perfecte low calory snack!
Een andere favoriet van me is de Appel-Kaneel vla van Go! Bijna geen voedingswaarde en toch heb je het idee dat je volvette boerenvla zit te eten. Gaat dat proeven!

woensdag, mei 11, 2005

Conan

Verschillende mensen hebben het al geprobeerd op de Nederlandse televisie; een dagelijkse talkshow naar Amerikaans model, maar telkens mislukt het weer. Op dit moment hebben we Robert Jensen, die zijn inspiratie haalt uit talkshowhosts als David Letterman en Jay Leno. Als je zijn show vergelijkt met de shows van deze Amerikaanse grootheden, slaat hij de plank alleen volkomen mis. Het grote probleem is dat we niet genoeg bekende Nederlanders hebben en daarbij zijn de meeste BN-ers volkomen oninteressant en hebben zelden iets zinnigs te melden. Jensen probeert het wel, door borsten te betasten, door z’n gasten te laten huilen en door constant grof en beledigend uit de hoek te komen. Helaas is het allemaal een gimmick. Jensen is grof om het grof zijn en heeft het ontzettend met zichzelf getroffen. Althans, dat vindt hij zelf.
Als hij beter naar zijn grote voorbeelden had gekeken, had hij kunnen leren dat je af en toe wel grof en beledigend kan zijn, maar dat het altijd in de context van iets moet staan en dat het een bepaald doel moet dienen. Grappen maken ter meerdere glorie van jezelf en ten koste van je gasten is goedkoop en flauw.
CNBC Europe heeft sinds deze week besloten om elke dag de shows van Jay Leno en Conan O’Brian uit te zenden, dus kunnen wij nu dagelijks, via onze TV Home digitaal, deze talkshows ontvangen. Jay Leno vind ik zelf wat flauw, maar Conan is de perfecte talkshow host die de gave heeft om zelfs met de meest saaie gast een interessant en grappig gesprek te houden. Conan heeft regelmatig grappen van “a sexual nature”, maar die zijn spitsvondig en grappig. Als er al grappen ten koste van iemand gemaakt worden hebben ze het ook meestal wel verdiend. Daarbij kan Conan ook om zichzelf lachen en maakt regelmatig grappen ten koste van zichzelf. Conan heeft het begrepen. Hij wordt dan ook over enkele jaren de vervanger van Jay Leno en mag zijn grappen dan op een fatsoenlijker tijdstip ten gehore brengen. Hopelijk krijgen we hier in Nederland ook nog eens een keer een leuke dagelijkse talkshow met een host die subtiel, interessant en intelligent is en daarbij ook eens af en toe goed “over the top” kan gaan. Uit de klei getrokken, van-dik-hout-zaagt-men-planken presentators hebben we hier al genoeg.

dinsdag, mei 10, 2005

APK

En weer verdween er een grote zak met euro’s in het geldverslindende zwarte gat dat Renault Clio heet.
Bij de jaarlijkse APK keuring bleek er weer van alles mis te zijn met onze vierwieler. Kogellagertje hier, linkervoorlichtlampje daar. Opgeteld bleek ik uit te komen op een teleurstellende zeshonderdzevenenzeventig euro. Graag meteen te betalen aan de garage die ik dit jaar had uitverkoren om de helft van mijn vakantiegeld te schenken.
Eigenlijk was ik wel tevreden met mijn “mannetje” die de afgelopen twee jaar mijn APK had geregeld. Meneer Reurink had een leven lang tractors gerepareerd en leek erg ter zaken kundig. Als er iets mis was met mijn auto legde hij me geduldig uit wat het precies was en liet me zonodig het onderdeel zien dat-ie vervangen had. Niet dat ik er als leek iets uit op kon maken, maar het idee was leuk en gaf mij het gevoel dat ik hem wel enigszins kon vertrouwen. Helaas was de rekening vorig jaar een grote teleurstelling. De depressief makende som van twaalfhonderd euro voor het geheel vervangen van een stuurhuis, dreunde nog maandenlang na. Daarbij had ik een aantal maanden daarvoor al een vette rekening gehad voor het vervangen van een ventilatorunit. Ik ging me bijna afvragen of de luxe van een auto me dit geld wel waard was.
Het vervelende van dit soort uitgaven is dat je het gevoel hebt er niets voor terug te krijgen. Ik kan me bijna geen andere situatie voor de geest halen waarin je zoveel geld kan uitgeven zonder dat je het gevoel hebt er iets substantieels voor terug te krijgen. Je brengt je auto naar de garage, geeft de zak met geld af en rijd hetzelfde ritje terug. Niets lijkt er te zijn veranderd. De auto maakt nog steeds hetzelfde geluid, rijdt even hard en ziet er nog steeds uit alsof er een maand lang in gepicknickt is. Verschil is alleen dat je nu weet dat je auto aan de veiligheidsnormen voldoet. Is me dat zeshonderdzevenenzeventig euro waard? Uhm….okay dan. Misschien wel, maar het doet wel pijn.
Na de twaalfhonderd euro van vorig jaar besloot ik dit jaar maar eens een andere garage te kiezen. Het voordeel van deze garage was, dat ik korting kreeg met mijn Over de IJssel pas, een kortingspas die ik via mijn werk had kunnen bemachtigen voor de schamele som van 7 euro per jaar. Aangezien ik eigenlijk geen enkele garagehouder vertrouw, besloot ik pas aanspraak te maken op mijn korting op het moment dat ik de factuur overhandigd zou krijgen. Wantrouwig als ik was had ik me bedacht, dat als ik dit op voorhand zou doen, de garagehouder vast wel een manier zou vinden om het prijsverschil op een of andere manier, in de vorm van arbeidsuren (iets wat ik toch niet kon controleren) in de rekening zou verwerken. Toen ik, op het moment dat ik de factuur kreeg, mijn pas tevoorschijn toverde verscheen er een licht geïrriteerde blik op het gezicht van de garagehouder. “Eigenlijk kan dat niet meer”, zei hij. “Je had de pas van tevoren moeten laten zien” zei hij met een vermoeide blik. Deze truc was vast vaker toegepast, dacht ik. Toen hij schoorvoetend naar zijn bureau liep om de korting toch maar te berekenen, maakte zich een licht euforisch gevoel van me meester. Ik was hem toch maar even drieëntwintig euro te slim afgeweest!

maandag, mei 09, 2005

Het kortst

Ik kan tijdelijk trouwens even geen plaatjes uploaden, omdat ik nog geen FTP programma heb gedownload voor deze oude computer. Komt later wel.
Om de tijd even te verdrijven, hier nog even twee links.
Geen fantasie
Klik op dit gezicht

Kort 2

K’s moeder komt ons over drie weken bezoeken. Daarom zijn we al geruime tijd bezig om dit huis enigszins toonbaar te maken. Na een jaar hier gewoond te hebben hangen er in sommige kamers nog steeds peertjes aan het plafond en zijn de plinten ook nog niet geplaatst. Dit heeft te maken met een, hier al eerder genoemde afkeer van kluswerkzaamheden van mijn kant. Elke keer als er geklust moet worden, moet ik over een hoge drempel van tegenzin heenstappen. Na gisteren toch maar even een kast in elkaar gedraaid te hebben, realiseerde ik me opeens dat ik het nooit leuk heb gevonden om dingen in elkaar te zetten. Zo probeerde mijn vader me vroeger om te scholen tot de fietsenmaker van de familie, door een fiets uit elkaar te halen met de opdracht voor mij om hem maar weer helemaal in elkaar te zetten. Huilend begaf ik me, met mijn twee linkerhanden naar de gedemonteerde fiets om later onverichterzake terug te keren: “Ik weet niet hoe het moet!”, zei ik terwijl de tranen over mijn wangen biggelden. Verder had ik ook altijd vriendjes die me op mijn verjaardag bouwpakketten gaven. Waarom weet ik niet, maar dit was vroeger een erg populair kadootje om aan jongens van mijn leeftijd te geven. Zo’n Revell bouwpakketje koste sowieso drie keer niks en stond daarbij garant voor avonden knutselplezier. Ik geloof dat ik 1 keer geprobeerd heb zo’n vliegtuig in elkaar te lijmen, maar toen er uiteindelijk meer plaksel op mijn kleren zat dan op het vliegtuig heb ik het ding maar in de prullenbak geknikkerd. Behouden vlucht! (not!)

Kort

Gisteren belde tante W. op. Zomaar, voor de gezelligheid. W. is een trouwe bezoeker van deze weblog en stelt mijn stukjes erg op prijs. Daarbij had ze ook nog wel even wat feedback. Ze vond mijn stukjes wat aan de lange kant. Daarbij herhaalde ik mezelf ook af en toe. Blijkbaar hebben mijn lezers bij de derde zin van het stukje al min of meer door wat de clou gaat worden en moeten zich dan toch nog door drie alinea’s heen worstelen.
Nu heb ik een zwak voor W. en ik hecht altijd veel waarde aan haar mening. Aan de andere kant vroeg ik me wel even af waarom ik schrijf. Schrijf ik voor mezelf, of schrijf ik voor mijn lezers? Is dit gewoon een creatieve uitlaatklep of wil ik perfecte stukjes schrijven voor mijn lezers? Een ding weet ik wel en dat is dat ik zonder lezers waarschijnlijk geen stukjes zou schrijven. What’s the point?! Daarom houd ik dit stukje lekker kort. Iedereen tevreden?

Scheidegger

Afgelopen week is onze computer opgehaald om gerepareerd te worden. Het overigens nog niet zo oude apparaat begon steeds vreemdere kuren te vertonen. Als gevolg van steeds grotere interne conflicten raakte het beestje af en toe zo in de war dat hij steeds vaker een totaal zwart scherm tevoorschijn toverde. Erg irritant als je net bezig bent een stukje voor je weblog af te ronden en je bent vergeten de tekst tussentijds op te slaan.
Om niet totaal verstoken te zijn van het internet en om af en toe toch nog een stukje te kunnen plaatsen hebben we mijn eerste computer maar weer van de zolder gehaald. Dit prehistorische apparaat mag dan wel erg langzaam zijn, hij is zeker betrouwbaar. Daarbij verbaasden K. en ik ons allebei over het comfortabele toetsenbord dat veel beter typt als ons nieuwe draadloze exemplaar. K. en ik zijn allebei sneltypers en een comfortabel toetsenbord is voor ons een must. In het verleden hebben we nog wel eens een on-line typetest gedaan, waar we allebei als zeer snelle typers uit de bus kwamen. K. typt zelfs nog ietsje sneller dan ik. Dit hebben we te danken aan typlessen die we vroeger gehad hebben. Ik kan me deze typlessen nog erg goed herinneren. Eens per week moest ik mijn Scheidegger typmachine mee naar school sjouwen. Alsof mijn zware leren schooltas nog niet genoeg was. Na de reguliere lessen hadden we dan een uur typles, wat trouwens niet verplicht was, maar mijn ouders hadden me toch opgegeven omdat een goede typvaardigheid altijd goed te pas komt in deze maatschappij. Op dat moment kon ik dat nog niet zo op waarde schatten, maar nu ben ik ze er dankbaar voor. Deze typlessen werden trouwens gegeven door een hoogblonde vrouw van middelbare leeftijd die met een groot oplichtend toetsenbord ons de edele kunst van het typen probeerde bij te brengen. In de maat typten we dan de oplichtende toetsen na. Na de les mocht ik vaak met haar meerijden. Makkelijk voor mij, want dan hoefde ik niet met de bus. Toch voelde ik me als verlegen puber niet echt op mijn gemak bij haar. Ze was een beetje het aanhalige type en gaf me altijd net iets teveel aandacht. Als ik naast haar in de auto zat legde ze altijd haar arm over de leuning van mijn stoel en kletste de oren van mijn hoofd. Ik vroeg me altijd af wat deze vrouw van me moest, wat had dit te betekenen? Toch kan ik nu, dank zij haar, goed en snel typen. Naast snel typen typ ik trouwens ook erg hard en luiddruchtig. Iets waar mijn collega’s me vaak even vriendelijk op wijzen. “Kan je niet even wat zachter typen?”, krijg ik dan te horen. Maar ik kan er helaas niets aan doen. Ik heb typen geleerd op een prehistorische Scheidegger typmachine, waar je hard op moest slaan om een letter op het papier te krijgen. Ik lijd aan het zelfde syndroom als mijn moeder. Die is namelijk in haar jeugd organist geweest in de kerk, waar ze met haar voeten hard moest pompen om de lucht in het harmonium te krijgen. Nu speelt ze thuis vaak piano, maar in het vuur van het spel zit ze nog steeds op denkbeeldige pedalen lucht in het apparaat te pompen.

donderdag, mei 05, 2005

Herdenken

De iets te bruin gebakken buurvrouw M. van hiernaast sprak me vanmiddag over de schutting even aan. “We zijn de enigen die vlaggen in de straat” zei ze. “Ik snap het niet, sommige andere straten hangen helemaal vol met vlaggen”. Het was iets dat me zelf ook al was opgevallen. Eigenlijk had ik wel wat meer vlaggen verwacht in zo’n nieuw frisgewassen straatje. Om eerlijk te zijn waren mijn motieven om vorige week een vlaggenstokhouder op te hangen niet echt van nationalistische aard geweest. Ik vond het gewoon leuk staan. Het paste precies in mijn Vinex-huisje, boompje, beestje plaatje. Zo’n huis als een kindertekening, met rook dat uit de schoorsteen kringelt en een vlag wapperend aan de voorgevel.
De vlag uit op koninginnedag was voor mij pure folklore. Ik ben niet echt een Oranje fan of zo. Mijn koningsgezindheid ben ik de afgelopen jaren wel een beetje kwijtgeraakt. Ik vind ze okay, die Oranjes, maar als ze hun ceremoniele funktie nog eens kwijtraken zal ik er niet rouwig om zijn. Vlaggen met 5 Mei vind ik dan belangrijker. Vrijheid om te kunnen zeggen wat je wilt zeggen en de vrijheid om een eigen geloof of mening te hebben is een groot goed.
Die vierde Mei hangt er dan een beetje tussenin. Na het zien van Shoah zie ik het nut van herdenken wel weer helemaal in. Toch is het altijd een beetje een vreemd moment, die 2 minuten stilte. Ik heb die minuten op veel verschillende plekken meegemaakt. In een kantine vol treinstewards bijvoorbeeld. Dat was altijd een beetje surrealistische ervaring. Iedereen stopte met werken op het station, treinen stonden stil en zelfs de meest luidruchtige steward hield dan voor 2 minuten z’n mond. Erg speciaal.
K. leeft altijd op bij dit soort momenten. Een half uur van te voren herinnert ze me er nog even aan dat we straks de televisie aan moeten zetten, want we moeten herdenken. Ik heb altijd zo’n houding van: “O ja, we moeten straks nog even twee minuten stil zijn”, maar zij neemt het uiterst serieus. Na het ongemakkelijke stiltemoment vraagt ze me ieder jaar: “Waar heb jij aan gedacht de afgelopen twee minuten? “ Ik mompel iets over mensen die gestorven zijn en hoe erg het wel niet was, maar eigenlijk dacht ik daar niet echt aan. Ik vroeg me tijdens die twee minuten af waarom ik wel een uur lang een tijdschrift kan lezen zonder iets te zeggen, maar dat twee minuten verplichte dodenherdenking dan opeens zo ongemakkelijk aanvoelt. Ik vroeg me daarna ook nog af hoelang we in Nederland nog zullen gedenken. Zal er over 40 jaar, als er niemand de oorlog meer bewust heeft meegemaakt, iemand voorstellen om dit maar helemaal af te schaffen? Ben benieuwd hoe dit soort processen verlopen. Het lijkt me wel goed om dit soort reflectiemomenten te houden, hoe ongemakkelijk ze soms ook aanvoelen.

maandag, mei 02, 2005

Ontmoeting van de week

Je maakt wat mee in je voortuin. Toen ik daar vorige week op mijn knieën de palissades in de grond zat te timmeren ging er ergens anders opeeens een voordeur open. Wie kwam daar tot mijn verbazing uit lopen? Het was, eh……dinges. Zijn naam was me helemaal ontschoten. In het verplichte praatje dat volgde vermeed ik vakkundig zijn naam. Het feit alleen al dat hij een praatje begon verbaasde me ten zeerste. Dinges kende ik namelijk niet als iemand met veel praatjes.
Dinges was iemand waarmee ik vroeger bij de Railtender had gewerkt. Hij was het stille type, had een wat slome tred en zijn zwart lederen motorjack leek niet helemaal te passen bij zijn rustige uitstraling. Dinges kon de hele dag in het magazijn snoepbakken inpakken en niets zeggen. Op vragen als: “hoe was je weekend?” antwoordde hij: “goed”, of: “wel aardig”. Hij was niet scheutig met materiaal waar je eventueel op voort kon borduren. Als ik er aan terugdenk kan ik me ook eigenlijk weinig details van Dinges herinneren. Geen idee wat voor school hij had gedaan, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam of wat zijn toekomstdromen waren. Hij stond daar maar een beetje in het magazijn. Hij lachte altijd wel vriendelijk naar je, zonderde zich ook niet echt af, zat gewoon met je koffie te drinken, maar vermeed eigenlijk elk verbaal contact. Iedereen vond hem eigenlijk wel aardig. Ik ook, maar dat was eigenlijk alleen gebaseerd op het feit dat hij altijd vriendelijk lachte en nooit voor moeilijkheden zorgde. Wie weet was Dinges het type dat hondjes schopt, vrouwen stalkt of kogelbrieven schrijft. Het zou me niets verbazen, als je zo weinig zegt heb je vast wat te verbergen.
Maar wat was z’n naam nou?! Ik kan het altijd moeilijk verdragen als ik me iets niet kan herinneren. Ah! Ik weet het alweer. Elmer! Als je dit stukje ooit nog eens leest Elmer, door je naam te “googelen” of zo: ik hoop voor je dat je een toffe gozer ben en geen hondjesschopper.

zondag, mei 01, 2005

Radio

Eindelijk is-ie er dan. De eerste zomerdag van het jaar. Het duurt nog minstens anderhalve maand dat het echt zomer is, maar met deze temperatuur en de geur van zonnebrand zou ze bijna zweren dat het al half Juli is.
We hebben ons vandaag goed voorbereid. We zijn uitgerukt met groot materieel. De nieuwe ligstoelen van Leen Bakker (!) en de gisteren aangeschafte parasol moesten er voor zorgen dat ik niet na een half uur verveeld zou afhaken voor een dutje op de bank.
En nu, drie uur later, kan ik gerust vaststellen dat al de moeite die we in onze tuin hebben gestopt, zeker niet voor niets is geweest. Deze tuin is een perfecte plaats geworden om op je rug van de zon te genieten en te mijmeren over van alles en nog wat.
Languit op mijn zonnebed luister ik wat naar de radio. Het valt niet mee om een goed radiostation te vinden. De kabel biedt ons de keuze uit tientallen verschillende kanalen, maar de meeste draaien het bekende lijstje hits, of uitgekauwde arbeidsvitaminen, goed voor op het werk, als je niet teveel afgeleid wil worden door de radio. Maar niet voor thuis, want daar wil ik af en toe gewoon naar de muziek luisteren en verrast worden door liedjes die ik niet ken. Dat schijnt toch nauwelijks te gebeuren als je naar de radio luistert. De radio bleef hier vanmiddag staan op Kink FM. Die heeft ook wel een playlist, maar de liedjes die daarop staan ken ik nog niet allemaal. Vervelend toch hoe radio zich heeft ontwikkeld. Eigenlijk is het een grote reclamefolder met plaatjes, waarvan de platenmaatschappijen graag willen hebben dat je ze koopt. En als die reclamefolders nou nog wat van elkaar verschilden, dan was het nog wat. Het verschilt evenveel als de folders van De Trekpleister, Kruidvat en de D.A.. Ze proberen allemaal dezelfde merken te verkopen. Waarom is er geen radiostation zonder playlist, maar met makers die elke dag hun eigen favoriete liedjes draaien? Ik doe hier alvast een open sollicitatie voor als er iemand op het idee komt om dit te doen. Het lijkt me fantastisch om naar een radiostation te luisteren, dat constant liedjes draait die ik niet ken, zodat ik telkens weer verrast wordt en niet halverwege in slaap val. Een radiostation met d.j.’s die inplaats van de hit nou eens die andere song van de c.d. draaien die eigenlijk veel mooier is, maar waarvan de platenmaatschappij niet wil dat die gedraaid wordt, omdat-ie niet commercieel genoeg is.
Ze kunnen een man op de maan zetten, maar interessante radio maken wil maar niet lukken.


 

 Subscribe in a reader