Ontmoeting van de week
Op het kerkbrugje zag ik E. langsrijden. Hij zag er vermoeid uit, een beetje treurig zelf. Hij leek wat in zichzelf gekeerd en zag mij dan ook niet. Anders had ik wel even “hoi” gezegd. Dat doe ik altijd, als ik hem langs zie rijden op zijn fiets. Meer woorden wisselen we niet, hoewel we dat eigenlijk wel zouden moeten doen, met het verleden dat we hebben. E. was voor een korte periode mijn beste vriend. Of dat in het eerste of het tweede jaar van mijn niet afgemaakte HBO opleiding was weet ik niet meer, maar we zagen elkaar zo ongeveer elke dag en kwamen constant bij elkaar over de vloer.
E. was artistiek, we deelden onze interesse voor de tekenkunst en luisterden graag naar muziek. E. had een grote voorliefde voor de donkere new wave van the Cure en Bauhaus, ik hield het bij jazz en soul. Dat illustreert ook de verschillen die er tussen ons waren. E. hield van het experiment en het avontuur, terwijl ik daar eigenlijk wat bangig voor was. Maar toch konden we het goed met elkaar vinden. Een paar weken voordat we samen liftend naar Italie zouden gaan belde hij me op. Er moest hem wat van het hart. Hij was er achter gekomen dat hij biseksueel was en eigenlijk was hij nu bang dat ik niet meer met hem op vakantie wilde. Wat een domme onzin, dacht ik. Waarom zou ik nu niet met hem op vakantie willen? Ik kon geen reden bedenken. Er was toch niets veranderd? Dus gingen we toch. Liftend naar Italie begonnen de irritaties zich op te stapelen. Af en toe moesten we zo lang langs de weg staan wachten totdat iemand ons meenam, dat de enige uitweg voor je frustratie de ander was. Ik kon er op den duur niet meer tegen dat hij steeds het voortouw en alle beslissingen wilde nemen. Naar mijn gevoel wilde hij steeds zelf uit maken waar we precies zouden gaan staan liften en of we nou wel of niet de trein naar de volgende stad zouden nemen. Op een gegeven moment liepen de gemoederen zo hoog op dat E. met zijn rugzak richting station liep en ik hardnekkig bleef staan liften. In zijn rugzak zaten de tentstokken en in mijn rugzak het tentdoek. Toen hij bijna uit het zich verdwenen was ging ik toch over stag. Het vooruitzicht op een eenzame terugtocht naar Nederland, zonder tent, deed me de moed in de schoenen zakken. Dus rende ik achter hem aan, om op het moment dat ik hem achterhaald had een fikse ruzie te beginnen. Ik voelde me een loser, want ik had toegegeven en daarom was ik pislink op hem. Dus hebben we daar langs de weg tegen elkaar staan schreeuwen. Twee schreeuwende Nederlanders langs de snelweg in Italie. Als het niet zo treurig was geweest zou je er om lachten.
Eenmaal terug in Nederland had ik geen zin meer om enig initiatief te nemen in onze vriendschap. De bal lag bij hem. Hij had me vernederd, dus hij moest het ook maar weer goed maken. Wat niet gebeurde natuurlijk. Weken gingen voorbij en we raakten langzaam gewend aan het feit dat we eigenlijk niet zulke goede vrienden meer waren.
Als ik hem nu langs zie fietsen voelt het altijd weer vreemd dat we elkaar niet meer te zeggen hebben. Alsof er een stuk verleden van me langsrijdt. Stomme koppigheid in de vorm van twee fietsers op weg naar hun werk.
E. was artistiek, we deelden onze interesse voor de tekenkunst en luisterden graag naar muziek. E. had een grote voorliefde voor de donkere new wave van the Cure en Bauhaus, ik hield het bij jazz en soul. Dat illustreert ook de verschillen die er tussen ons waren. E. hield van het experiment en het avontuur, terwijl ik daar eigenlijk wat bangig voor was. Maar toch konden we het goed met elkaar vinden. Een paar weken voordat we samen liftend naar Italie zouden gaan belde hij me op. Er moest hem wat van het hart. Hij was er achter gekomen dat hij biseksueel was en eigenlijk was hij nu bang dat ik niet meer met hem op vakantie wilde. Wat een domme onzin, dacht ik. Waarom zou ik nu niet met hem op vakantie willen? Ik kon geen reden bedenken. Er was toch niets veranderd? Dus gingen we toch. Liftend naar Italie begonnen de irritaties zich op te stapelen. Af en toe moesten we zo lang langs de weg staan wachten totdat iemand ons meenam, dat de enige uitweg voor je frustratie de ander was. Ik kon er op den duur niet meer tegen dat hij steeds het voortouw en alle beslissingen wilde nemen. Naar mijn gevoel wilde hij steeds zelf uit maken waar we precies zouden gaan staan liften en of we nou wel of niet de trein naar de volgende stad zouden nemen. Op een gegeven moment liepen de gemoederen zo hoog op dat E. met zijn rugzak richting station liep en ik hardnekkig bleef staan liften. In zijn rugzak zaten de tentstokken en in mijn rugzak het tentdoek. Toen hij bijna uit het zich verdwenen was ging ik toch over stag. Het vooruitzicht op een eenzame terugtocht naar Nederland, zonder tent, deed me de moed in de schoenen zakken. Dus rende ik achter hem aan, om op het moment dat ik hem achterhaald had een fikse ruzie te beginnen. Ik voelde me een loser, want ik had toegegeven en daarom was ik pislink op hem. Dus hebben we daar langs de weg tegen elkaar staan schreeuwen. Twee schreeuwende Nederlanders langs de snelweg in Italie. Als het niet zo treurig was geweest zou je er om lachten.
Eenmaal terug in Nederland had ik geen zin meer om enig initiatief te nemen in onze vriendschap. De bal lag bij hem. Hij had me vernederd, dus hij moest het ook maar weer goed maken. Wat niet gebeurde natuurlijk. Weken gingen voorbij en we raakten langzaam gewend aan het feit dat we eigenlijk niet zulke goede vrienden meer waren.
Als ik hem nu langs zie fietsen voelt het altijd weer vreemd dat we elkaar niet meer te zeggen hebben. Alsof er een stuk verleden van me langsrijdt. Stomme koppigheid in de vorm van twee fietsers op weg naar hun werk.
5 Comments:
ontroerend en heel herkenbaar!
Van goede vrienden opeens volslagen vreemden zonder gespreksstof.
By Anoniem, at 18 mei, 2005
of hoe drempels niet liggen tussen twee mensen in, maar in mensen zelf
By Anoniem, at 19 mei, 2005
@Bee: Dat is weer mooi gezegd!
By Anoniem, at 19 mei, 2005
Het is natuurliik vragen om moeilijkheden...liften naar Italie !! haha..excuus..
Een keer trek je de conclusie....
vriendschap...
Verwacht nooit iets van een ander.
Zoals de tbitaneen zeggen .
Hebben wij leer genoeg om de aarde te bekleden ?.. nee daarom dragen wij schoenen.
Is het normaal om excuses te verwachten ? nee....respecteer uw medemens in al zijn momenten van zwakheid..
Dit was alweer een papieren wijsheidje van Karel Nakker ;)
Goed verhaal Ary ! TOP
By Anoniem, at 20 mei, 2005
Ik vond dat wel een mooi commentaar van jou Nakker.
Was ik maar zo wijs geweest op mijn achtiende.
Live and learn.
By ary, at 20 mei, 2005
Een reactie posten
<< Home