maandag, april 30, 2007

Geringd

“Tik!” klinkt het als ik de leuning van de trap vastgrijp. Alweer “tik!” als ik mijn hand op een glazen tafel leg. Het geluid van mijn wit-gouden ring op een harde ondergrond is de enige tast-, zicht- en hoorbare verandering in mijn leven sinds ik getrouwd ben.
Het kostbare kleinood werd enkele weken aangeschaft in Mijdrecht. Ik was er nog nooit geweest (ik houd me normaliter verre van de Gooise Matras), maar de plaatselijke juwelier had een leuke website waarin leuke en betaalbare ringen werden beloofd die ook nog eens konden worden aangepast naar je eigen wensen.
Nu hadden trouwringen nog nooit echt kunnen rekenen op mijn warme belangstelling, maar nadat ik in tientallen winkels de bijzonder functionele maar ongelooflijk saaie Desiree trouwringen collectie had zien langskomen, had ik (geloof het of niet) opeens een persoonlijke smaak in dit soort sieraden ontwikkeld. Een ring draaien uit een kauwgomballen machine was dus opeens out-of-the-question. Er zou geld uitgegeven moeten worden, in Mijdrecht.
Eenmaal om onze vinger diende het volgende probleem zich aan. Een probleem dat zich vooral afspeelt in het hoofd van K. Hoe houd je zo’n kostbaar ding mooi? Mag je ermee afwassen, in de tuin mee werken, er gel mee in je haar wrijven, make up op je gezicht mee aanbrengen? Mag je hem aanhouden onder de douche, in het zwembad en aan het strand in het zoute zeewater? Ik zie in mijn fantasie de mijne al in het gootsteenputje van de wasbak verdwijnen. Hem constant afdoen lijkt me dan ook niet zo’n goed idee. Misschien moet ik hem maar gewoon oud laten worden, zodat hij op mijn zeventigste net zoveel krassen en groeven heeft als mijn eigen gezicht.

Labels:

zondag, april 29, 2007

Haha!



Naar Oud Hollands gebruik werden ook wij in de maling genomen met een spandoek. Hadden we maar niet stiekem moeten trouwen natuurlijk. Haha en vooral "haha" omdat de onverlaten die ons dit kunstje wilden flikken het spandoek bij de buren hadden opgehangen, die getuige hun kind van 5 al jaren lang niet meer aan onthouding doen.
(Buurvrouw vertelde me, bij het overhandigen van het laken dat ze het al zo vreemd vonden dat het die ochtend zo donker in de huiskamer was geweest)

Labels:

Volwassen?

Ik hang languit achterover in een van de zitjes op vliegveld Charles de Gaulle. We wachten op het vliegtuig terug naar huis. K. is even naar het toilet. De gebeurtenissen van de afgelopen weken; het organiseren van het geheime huwelijk en de korte stedentrip daarna hebben me zodanig uitgeput dat ik vergeet haar plaatsje vrij te houden. Een man zet zijn koffers met een plof op de grond en dreigt K’s stoel te annexeren. Geschrokken schiet ik rechtop en stamel in mijn “beste” Frans dat die stoel bezet is. “Ma femme” zit daar namelijk. “Mijn vrouw”. Ik proef de woorden nog eens. Ze passen niet zo goed bij het jongetje van 12 dat nog altijd ergens van binnen zit. Ze horen meer bij “volwassen Ary”. De man van 40, die niet zomaar wat aan rotzooit, maar die nu officieel getrouwd is. Wie is die man eigenlijk? Is-ie wel aardig, maakt hij wel grappen?
We zullen het de komende tijd wel zien. Maak plaats voor de volwassen man!

Labels:

dinsdag, april 24, 2007

Stiekem getrouwd


klik voor grotere foto



Klik op het plaatje


En klik hier voor het bijpassende liedje.

Labels:

Voorsorteren

Ik reed de wijk uit, op weg naar de kapper. Aan de rechterkant van de straat stond een vrouw met een neongeel vestje aan en een notitieblok in haar hand. Waarom ze daar stond was niet helemaal duidelijk, totdat ze de fietser achter me wat toeschreeuwde.
De fietser, een jongetje in een oranje hesje die al enkele minuten veilig in mijn slipstream meefietste riep verongelijkt terug: “Maar daddeetiktoch? Ik was aan het vóórsorteren!”.
Opeens begreep ik het: kinderen die in oranje vestjes rondfietsen en zich net iets te netjes aan de verkeersregels houden. Dat moet iets met het verkeersdiploma te maken hebben.

Labels:

zondag, april 22, 2007

Overzichtje

Vandaag stond ik op een aanlegsteiger, ergens bij het Zwarte Water. Op zich niet zo opzienbarend, maar het zette me wel aan het denken. Ik woon namelijk al mee dan twintig jaar in deze stad, ik fiets dagelijks langs deze plek, waar je overigens een prachtig uitzicht hebt, maar het was nooit in me opgekomen om daar eens een keertje naar toe te wandelen.
Zo moeten er talloze plekken zijn in mijn stad, die de moeite van een bezoekje waard zijn, maar waar ik in al die jaren gewoon ben langs gefietst.
Was er maar een soort magische kaart van de stad waarop ik in één oogopslag kan zien waar ik geweest ben. Moet technisch mogelijk zijn denk ik. Iets met een GPS en een zendertje aan mijn schoen of zo. En als ze die kaart dan eenmaal hebben, doe mij er dan ook maar eentje van Europa, of de wereld. Zodat ik in kaart kan brengen waar ik geweest ben en waar ik eventueel nog naar toe moet.
En als die kaart er dan is wil ik nog wel meer magische hulpmidelen. Gewoon voor de fun. Ik hou namelijk wel van overzichtjes. Zo wil ik bijvoorbeeld ook wel weten hoeveel kilometer ik in mijn leven gelopen heb en gefietst, om maar iets willekeurigs te noemen. Of hoeveel aardappelen ik in mijn leven gegeten heb en hoeveel bier ik heb gedronken en daarna weer heb uitgeplast (dit wil ik graag even in een zwembad zien).
Hoeveel meisjes zijn er verliefd op me geweest (gevaarlijk, want dat kan tegenvallen) en hoeveel heb ik er zelf aanbeden (klaslokalen vol)? Hoeveel tranen heb ik geplengd, hoeveel gebeden gepreveld, hoeveel nachten heb ik wakker gelegen en hoelang heb ik gewacht op dingen die niet kwamen?
Deze informatie wil ik dan graag even in een Powerpoint presentatie op een computerschermpje zien. Wat ik daar vervolgens mee moet? Ik zou het eigenlijk niet weten.
Misschien heb ik wat te lang in de zon gezeten.

Labels:

zaterdag, april 21, 2007

De leukste

Drinken, veel drinken is een gave, een techniek die ik nooit goed onder de knie heb gekregen. Het vereist ook een lichaam, met een maag die bereid is om het bier razendsnel via de nieren naar de blaas te transporteren. “Jeetje, ik moet alweer plassen”, zei Nakker gisteravond dan ook om de vijf minuten, waarop ik steevast reageerde met: “Alweer? Je lijkt wel een wijf!”. Stoer maar jaloers omdat ik de Amsterdammertjes niet in hetzelfde tempo als hem kon wegtikken.
Samen met een selecte groep collega’s zaten we na het werk nog even in “The Livingroom”, een ruime kroeg die volgens collega B. (alias Rockbitch) later nog wel vol zou stromen. Iets dat gelukkig niet gebeurde, zodat de conversatie goed te volgen bleef. Het gesprek, dat aanvankelijk stroefjes op gang kwam ontwikkelde zich, onder de invloed van het bier, al na een uurtje tot een levendig gesprek waarin serieuze onderwerpen werden afgewisseld met anekdotes die zo hilarisch waren dat ik de tranen van mijn wangen moest vegen.
Uiteindelijk, na veel bier, was het zo gezellig dat de overmoed toesloeg. “Wij hebben gewoon de gezelligste afdeling” begon er een. “Zo gezellig, dat andere afdelingen er waarschijnlijk jaloers op zijn”. Ik kon dat alleen maar beamen. Ik keek om me heen en kon me niet anders voorstellen dan dat dit de mensen waren, waar ik de rest van mijn werkende leven mee zou willen doorbrengen. Maar natuurlijk wist ik dat we al gauw door de realiteit zouden worden ingehaald. Mensen komen en mensen gaan en soms gebeurt dat al snel. Voor een iemand misschien al heel snel (ja jij, ik bedoel jou en ik zal je missen).
Dus speelde ik maar even advocaat van de duivel, om iedereen weer even met beide benen op de grond te zetten en zei: “Natuurlijk vinden wij onszelf de beste en de leukste, maar misschien vind elke afdeling dat wel van zichzelf” Ik probeerde me even een andere willekeurige groep collega’s in de zelfde (benevelde) toestand voor te stellen en wist meteen dat ik deze poging tot realiteitszin maar moest staken. “We zijn gewoon de leukste”, bedacht ik me. Kinderen en dronkaards spreken de waarheid.
Tevreden en enigszins misselijk stapte ik op de fiets naar huis.

Labels:

maandag, april 16, 2007

"Dat had je niet gedacht he?"

Een paar dagen geleden las ik in het Volkskrant Magazine een grappig stukje over een dame in een eerste klas coupé van een internationale trein op weg Nederland. Het kwam er op neer dat zij, samen met haar deftige medepassagiers getuige waren van een flamboyante Surinamer die bij hen plaatsnam op de pluche treinstoelen. Toen de conducteur bij de controle naar zijn kaartje vroeg ging hij druk op zoek in zijn koffers en dat waren er nogal wat. Zwetend doorzocht hij zijn bagage en de hele coupe keek gespannen toe, benieuwd hoe dit zou aflopen. Opeens vond hij zijn kaartje, gaf het aan de conducteur en zei triomfantelijk tegen het publiek: “Dat had je niet gedacht he?”
Eenzelfde situatie leek zich voor te doen op het station van Zwolle, waar ik vandaag moest zijn. Een taxichauffeur bevond zich zichtbaar in een netelige situatie. Het dilemma was me, bij het aanschouwen van dit vervelende tafereeltje meteen duidelijk. De taxi stond met één deur open geparkeerd voor een Postbank geldautomaat, waar zijn passagier; een stinkende zwerver (not that there’s anything wrong with it) met een rood alcoholhoofd al brallend geld probeerde te pinnen. Zijn brutale en overspannen gelach leek de chauffeur, die half hangend over de rechterstoel bezorgd toekeek of zijn klant enig succes boekte, nogal uit te dagen.
Ik liep verder en vroeg me af hoe deze situatie, bij geen geld, opgelost zou worden. Zou er een burgerarrest plaats vinden, zou de taximeneer de profiteur terug de auto in slepen en afzetten bij het politiebureau?
Eigenlijk hoopte ik op een zelfde afloop als in de eerste klas coupé. Dat Swiebertje terug naar de taxi zou lopen met zijn hand vol flappen. “Dat had je niet gedacht he?”

Labels:

zaterdag, april 14, 2007

Hollands glorie

Op weg naar Bataviastad (of all places) werden we even aangenaam getroffen door het Hollandse landschap. Een felgekleurd bollenveld in het overwegend groene polderlandschap blijft toch een bijzonder gezicht.

Labels:

Een wonder

Met ontzetting keek ik vrijdagmiddag naar de handen van collega R. Hij had zich blijkbaar iets teveel verdiept in de betekenis van het Paasfeest, want op zijn handen tekenden zich zichtbaar bloederige stigmata af. Nu ben ik zelf niet Rooms Katholiek opgevoed, maar met het Mariabeeld dat een aantal jaren geleden in Limburg dikke krokodillentranen huilde in gedachten, leek een telefoontje naar de Stentor me hier toch wel op z’n plaats.
Totdat R. , terwijl hij gebiologeerd naar de wond in zijn linkerhandpalm keek, met een nuchtere opmerking (“Ik heb gisteren iets te hard in mijn tuin lopen spitten”) de zeepbel uiteen deed spatten.
Ik vroeg me meteen af, hoeveel zogenaamde wonderen in het verleden misschien in retrospect zijn toe te schrijven aan huishoudelijke werkzaamheden.

Labels:

woensdag, april 11, 2007

Ary in wonderland

Woensdag 11 April, vijf uur s’middags.
Ik fiets vanaf het ziekenhuis richting Sassenpoort. Voor het zebrapad moet ik plotseling stoppen. De fietser voor me knalt namelijk bijna tegen een sjofel uitziende man die een mini ijskarretje voor zich uit duwt. Het ding ziet er uit alsof het met schrootjes in elkaar is getimmerd. Waar gaat deze man naar toe? Zit er echt ijs in het karretje?
In gedachten fiets ik verder. In mijn rechterooghoek zie ik een jongen, gekleed in een felgeel pak met een soort slagershoedje op. Hij rijdt op een eenwieler. Bij de stadsgracht springt hij met een soepele sprong van zijn minifiets en loop naar de brug. Daar begint hij enthousiast te zwaaien naar een meisje dat verderop op haar buik op de stenen railing ligt. In haar rode rok met polkadots en haar onderbenen in de lucht, ziet ze er uit als een uit de kluiten gewassen Minnie Mouse. Opeens rent er een ander meisje naar haar toe en slaat Minnie schaterlachend op haar kont.
Ik vraag me af of er eerder op mijn werk iemand een pilletje in mijn thee gedaan hebt, want ik waan me in de wereld van Salvador Dali.
Veel surrealistischer moet het niet worden.

zondag, april 08, 2007

Biertje?

Geachte prijswinnaar,

GEFELICITEERD!

Onlangs heeft u meegedaan met de speciale EK-actie van ons blad.
Dankzij uw grappige en originele aanvulling op het gesprek tussen Marco van Basten en Louis van Gaal wint u:

Een Beertender

Namens de gehele redactie van ons blad wens ik u veel plezier met de prijs.
Geniet ervan!

(@ TakieTaak: Nu jij weer ;-))

Labels:

Hakduivel

Aan het eind van onze lentevakantie reden we helemaal naar Heidelberg. Bij het horen van de naam van deze plaats gingen bij mij veel protestants christelijke belletjes rinkelen, maar onze gastvrouw (de ex collega van de broer van K. die we hier ontmoetten) keek me niets begrijpend aan toen ik dit naar voren bracht. Nu kan dat wat te maken hebben met het feit dat ik het over Maarten Luther had en zijn stellingen die hij ergens op een deur spijkerde. Iets wat helemaal niet in Heidelberg had plaatsgevonden maar in Wittenberg, iets wat ik me later bedacht. Maar die catechismus die ik als jongetje in mijn hoofd moest stampen, kwam natuurlijk wel uit Heidelberg. Enige sporen daarvan vond ik overigens niet terug in dit stadje en aan de gastvrouw durfde ik het eigenlijk ook niet meer te vragen want die bleek niet echt op de hoogte van religie of kerkgeschiedenis. Van Maarten Luther had ze bijvoorbeeld al nooit gehoord. (“Meinen Sie Martin Luther King?)
Van de duivel wist ze daarentegen al wat meer, tenminste van de “Hackteufel”, dat was namelijk de naam van het indrukwekkende hotel waar ze ons in gestopt had. Wat een hackteufel precies was wist ze weer niet. “Zit er misschien een of ander verhaal achter?”, probeerde ik nog, hopend op een of ander bizar verhaal, vol van angstig streekgebonden bijgeloof, maar ook hiermee kon ze me niet helpen. Ze had meer verstand van techniek. Als afgestudeerd engineer had ze een half jaar stage gelopen in Amerika, in het bedrijf van de broer van K. In die tijd had ze blijkbaar weinig tijd besteed aan het onder de knie krijgen van de taal, want de engelse woorden kreeg ze met moeite uit haar mond geperst. Met vertrokken gezicht spuugde ze de gemankeerde zinnen er op z’n Arnold Schwarzeneggers uit. De eerste kennismaking, op het balkon van onze suite verliep dus enigszins stroef. Met al ons beschikbare geduld luisterden we naar haar uitgerekte monoloog die werd onderbroken door lange stiltes waarin ze met haar ogen naar boven gericht de hemel om raad leek te vragen. Helaas leken de woorden uiteindelijk ingegeven door het smeedijzeren hakduiveltje op het dak van het hotel, want af en toe begrepen we er niets van. Gelukkig gaf ze door haar eigen schaterlach aan wanneer haar verhaal grappig was zodat we instemmend met haar mee konden lachen, want hoe vervelend deze jongedame af en toe ook was (zo was ze een fervent tri-atleet en had voor de dag daarop een speciale berg-op-berg-af strafexpeditie door Heidelberg voor ons georganiseerd) we wilden onze gastvrouw natuurlijk niet beledigen.
Daarbij had ze toch maar eventjes de twee mooiste kamers van het hotel voor ons geregeld. Kamer 8, met balkon en zicht op het kasteel. Zeer aan te bevelen als u ooit nog een keer van plan bent om Heidelberg te bezoeken.

Meer foto’s op Flickr. Zie balkje rechtsonder

Labels:

donderdag, april 05, 2007

Karma op?

Op dag vier van de vakantie moet ik helaas constateren dat niet alles van een leien dakje loopt. Eigenlijk is dat nogal een understatement. Dat we achtervolgd worden door rampspoed klinkt misschien wat overdreven, maar stroef loopt het allemaal wel. Wat hiervan de oorzaak is mag Joost weten. Hadden we de afgelopen weken misschien al onze karmapunten verspeeld?
Eerst gaf de Clio de pijp aan Maarten. Vandaag hoorde ik van Autohaus Bernds dat zij me eigenlijk niet verder konden (of wilden) helpen met de auto naar de verschrotter of de abwrecker te slepen (ben er nog steeds niet achter wat de doorsnee Duitser gebruikt voor: sloper). Vervolgens kostte het me een uur totdat ik, met behulp van ongeveer alle Duitse woorden die ik nog op mijn persoonlijke harde schijf kon vinden, een bedrijf kon vinden die het klusje wel wilde klaren.
Naast de auto hadden we nog wat andere problemen. Nichtje A. was vanaf dag 1 van de vakantie niet lekker en gisteren, toen we Amsterdam bezochten was de koek aan het eind van de dag definitief op. Haar keelpijn zorgde ervoor dat ze bijna geen woord meer uit kon brengen. Met tranen in haar ogen zat ze op de achterbank van onze gehuurde Opel Astra. Dus besloten we maar naar huis te gaan. Iets wat in principe niet zo moeilijk was geweest als ik mijn parkeerkaartje niet ergens op de grond had laten vallen. Half in paniek doorzochten we onze tassen en zakken, waar we alleen maar oude strippenkaarten en snoeppapiertjes vonden. Verslagen liep ik uiteindelijk maar naar de beheerder. Klaar om mijn straf van 45 euro te betalen. Gelukkig had iemand ons kaartje gevonden en naar de persoon in kwestie gebracht. Goed voor minstens 50 karmapunten voor de eerlijke vinder. Iets wat het jongetje dat door moest gaan voor “beheerder” wel op zijn buik kon schrijven. Eerst vond hij het nodig mij de les te lezen (“Dat had u normaal heel veel geld gekost meneer!”) en vervolgens liet hij me nog bijna opdraaien voor de tijd die het me gekost had (drie vijftig!) om naar mijn kaartje te zoeken. Op mijn vraag of ik toch de garage uit mocht zei hij uiteindelijk, met enige tegenzin: “vooruit dan maar”. Snotneus!
Thuis belden we maar even de dokter. De dienstdoende assistent vond de klachten (keelpijn en koorts) nog niet erg genoeg om nichtje A. maar even langs te laten komen op spreekuur. “Als het over zeven dagen nog niet over is, kom dan maar eens terug”, zei ze, de Amerikanen, gewend aan een betere service, in verbazing achterlatend.
Thuis was zelfs Tricky niet helemaal haar zelf en werkte zo niet mee om de vakantie een succes te maken. Blazend en krabbend vocht ze meerdere malen haar weg uit de armen van degenen die haar eens gezellig op wilde tillen.
Gelukkig houden we onze rug recht en genieten van alle momenten die wél goed gaan, zoals vanmiddag, lekker in de zon, kratje bier erbij….

Labels:

woensdag, april 04, 2007

Slaap zacht, lieve Clio Baccara 1.8

Ook ik dacht, net als Bee en Nakker, dat het na het Dinslaken debacle alleen maar beter kon gaan. Niets bleek minder waar. The day after belde ik Duitsland met de vraag hoe het gesteld was met ons lieve kleine Cliootje. “Ja, das lohnt leider nicht meer, um die wagen zu reparieren”. Deze woorden, of iets soortgelijks, in misschien wat beter Duits, uitgesproken door Dieter of Uhe, die ons kindje onder handen had genomen, sloegen in als een bom. Onze trouwe vierwieler had niet alleen maar een zware verkoudheid, maar was op sterven na dood. Het beste was maar om hem uit z’n lijden te verlossen. Naar de abwracker ermee.
Dat was wel even slikken. Deze 1.8 Clio Baccara had ons toch zo’n vier jaar trouwe dienst verleend. We waren er helemaal mee naar de Provence gereden en nu zelfs nog even naar Frankfurt. Helaas was deze laatste krachtsinspanning net iets teveel geweest. Honderdveertig kilometer per uur over de Autobahn kon bruin blijkbaar niet meer trekken.
En wat nu? Nieuwe auto kopen? Maar even niet besloten we, al voelde die gehuurde Toyota Avensis die ons van Dinslaken naar Zwolle vervoerde wel heel erg lekker aan. Was de Clio nog een wilde (Shetland) pony die getemd moest worden, dit bakbeest vaarde als een luxe jacht over s’Heeren wegen.
Misschien volgend jaar. Tot die tijd wordt er gewoon maar weer op de fiets boodschappen gedaan.
Ook nog eens beter voor het milieu. Ome Al kan weer tevreden zijn.

Labels:

maandag, april 02, 2007

Groeten uit Dinslaken

Leek zaterdag nog te hectisch, vergeleken bij Zondag was het niets!
Tot aan de avond leek het goed te gaan. Zo werden we s’ochtends, voor het krieken van de dag (6 uur) wakker in ons vliegveld hotel om K’s broer en nichtje op te halen. Natuurlijk reden we eerst naar terminal 1, in plaats van terminal 2, maar inmiddels wisten we ons hoofd koel te houden bij dit soort misverstandjes.
Na de familie in onze Clio te hebben gepropt reden we in 1 keer naar het centrum van Frankfurt. Daar had de broer van K. namelijk met een oud collega afgesproken die nu in Duitsland woonde. In het geverfde huis zouden we daarmee de lunch nuttigen. De drie uur die we nog moesten overbruggen liepen we wat door de ontwakende stad en uiteindelijk dronken we koffie in een modern aandoend cafe, waar we onszelf nog voor schut zetten door per ongeluk het pand te verlaten zonder te betalen. De serveerster die ons achterna kwam rennen werd toen maar afgekocht met een vette tip. Misschien was dit een voorbode geweest voor de rest van het onheil dat ons nog te wachten stond. Na de lunch besloten we koers te zetten richting Zwolle. Een reis die misschien wel 5 uur zou duren, maar 140 kilometer per uur is toegestaan op de Duitse wegen, dus bij Oberhausen leek ik de reis zowaar in 4 uur te gaan klaren. Totdat onze trouwe Clio besloot de pijp maar aan Maarten te geven. Bij gemeente Dinslaken, een krap uurtje voor de grens steeg de temperatuur in de motor tot angstaanjagende hoogte en flarden rook of stoom kwamen onder de motorkap vandaan.
Was dit al vervelend, nog vervelender was dat mijn verzekering vorig jaar de pech hulp in het buitenland had afgestoten en ik vergeten was dit weer onder te brengen bij een ander. De ANWB verwees me dus maar naar het Duitse broertje, de ADAC, die eenmaal ter plaatse weinig anders kon doen dan me de weg te wijzen naar de Renault garage. Daar aangekomen leken we toch een klein flintertje geluk te hebben . De garage was namelijk open, wegens een autoshow en dat op een zondag! De vriendelijke dealer was gelukkig niet te beroerd om een autoverhuur service te bellen en de Clio kon ik daar gewoon laten staan. Die kon daar wel gerepareerd worden.
Dus wachtten we daar op het industrie terrein van Dinslaken in het schemerdonker nog maar een uurtje totdat onze auto werd afgeleverd. De garagemensen waren inmiddels naar huis en K’s nichtje zat op de achterbank van de Clio in haar dagboek te schrijven. Ik was erg benieuwd wat ze schreef: “European vacation day one. Dear diary, we’re stuck in a place called Dinslaken. Get me out of here!”

Labels:


 

 Subscribe in a reader