"Theo! Ik herkende je niet van dichtbij!"
Vrijdagavond gaat het gebeuren. Dan ga ik stappen met twee van mijn beste vrienden; G en M. Met G ben ik al jaren bevriend en M was aanvankelijk een vriend van G, maar op een bepaalde manier werkten we alle drie voor de firma Railtender, omdat we op dat punt in ons leven eigenlijk niets beter te doen hadden. Zo raakte is dus ook bevriend met M.
Benieuwd waar dat vrijdag op uitloopt. Eerst de stad in, beetje eten, beetje bieren. Daarna verzanden we waarschijnlijk in oeverloze, diepzinnige discussies en als M uiteindelijk wat te veel bier opheeft geeft hij vast een van zijn kant-noch-wal-rakende tirades op de Gereformeerden met hun dubbele moraal. G en ik zijn vroeger lid geweest van die club en waarschijnlijk heeft dat er wat mee te maken.
Vreemd trouwens hoe je bepaalde vrienden nooit uit het oog verliest en anderen wel.
In een klein dorp als Zwolle loop ik ze nog wel eens tegen het lijf. Oude vrienden. Niet zo maar vrienden, maar vrienden waar je lief en leed mee deelde. Waarmee je ook uit bieren ging en de zin van het leven besprak. Net als met G en M.
Een van hen zie ik wel eens langs fietsen. Dan zeggen we hoi. Eigenlijk heb ik spijt en begrijp ik niet goed waarom we geen vrienden meer zijn. We zijn wezen liften naar Italie, feesten bezocht, familie gezien, maar toch...niets meer.
Met een andere vriendin, waarmee ik ooit nog eens op "second base" belandde (een hele prestatie voor een streng gereformeerd jongetje) was ik ook twee handen op 1 buik. Later, toen we dat meer letterlijk gingen invullen en de geest wel gewillig, maar het vlees zwak bleek, raakte ik wat in paniek. Een plotselinge aanval van bindingsangst maakte dat onze vriendschap als een zeepbel uiteenspatte.
Veel later belde ze opeens op. Ze had zo naar gedroomd over me en wilde graag weten of alles wel goed met me ging. Ze had net als ik Sociale Academie gedaan en had toch moeten weten: "wie je droomt ben je zelf". Ik zei dat alles prima was. Ik woonde net samen, had een leuke baan en mijn leven liep op rolletjes. Toch is zo'n telefoongesprek raar genoeg geen aanleiding om weer eens gezellig koffie te gaan drinken.
Andersom kan trouwens ook. Vage kennissen die je normaal voorbij loopt, maar die nu opeens vreselijk graag met je willen praten.
Zo liep ik eens met mijn geliefde in Groningen. We hadden net het Groninger museum bezocht en wandelden een beetje door het centrum van de stad. Opeens zag ik iemand zwaaien en roepen aan de overkant van de straat. Na drie keer kijken herkende ik een ex-collega, ook Railtender (de halve wereld heeft daar zo'n beetje gewerkt.) Ik had haar absoluut niet herkend van veraf, maar zij pikte me zo uit de menigte en zo belandde ik tegen mijn wil in een plichtmatig gesprekje. ("wat doe jij?" - "O leuk en wat doe jij nu?")
Af en toe lijkt het alsof je zelf je vrienden niet uitkiest, maar dat ze je worden toebedeeld.
Benieuwd waar dat vrijdag op uitloopt. Eerst de stad in, beetje eten, beetje bieren. Daarna verzanden we waarschijnlijk in oeverloze, diepzinnige discussies en als M uiteindelijk wat te veel bier opheeft geeft hij vast een van zijn kant-noch-wal-rakende tirades op de Gereformeerden met hun dubbele moraal. G en ik zijn vroeger lid geweest van die club en waarschijnlijk heeft dat er wat mee te maken.
Vreemd trouwens hoe je bepaalde vrienden nooit uit het oog verliest en anderen wel.
In een klein dorp als Zwolle loop ik ze nog wel eens tegen het lijf. Oude vrienden. Niet zo maar vrienden, maar vrienden waar je lief en leed mee deelde. Waarmee je ook uit bieren ging en de zin van het leven besprak. Net als met G en M.
Een van hen zie ik wel eens langs fietsen. Dan zeggen we hoi. Eigenlijk heb ik spijt en begrijp ik niet goed waarom we geen vrienden meer zijn. We zijn wezen liften naar Italie, feesten bezocht, familie gezien, maar toch...niets meer.
Met een andere vriendin, waarmee ik ooit nog eens op "second base" belandde (een hele prestatie voor een streng gereformeerd jongetje) was ik ook twee handen op 1 buik. Later, toen we dat meer letterlijk gingen invullen en de geest wel gewillig, maar het vlees zwak bleek, raakte ik wat in paniek. Een plotselinge aanval van bindingsangst maakte dat onze vriendschap als een zeepbel uiteenspatte.
Veel later belde ze opeens op. Ze had zo naar gedroomd over me en wilde graag weten of alles wel goed met me ging. Ze had net als ik Sociale Academie gedaan en had toch moeten weten: "wie je droomt ben je zelf". Ik zei dat alles prima was. Ik woonde net samen, had een leuke baan en mijn leven liep op rolletjes. Toch is zo'n telefoongesprek raar genoeg geen aanleiding om weer eens gezellig koffie te gaan drinken.
Andersom kan trouwens ook. Vage kennissen die je normaal voorbij loopt, maar die nu opeens vreselijk graag met je willen praten.
Zo liep ik eens met mijn geliefde in Groningen. We hadden net het Groninger museum bezocht en wandelden een beetje door het centrum van de stad. Opeens zag ik iemand zwaaien en roepen aan de overkant van de straat. Na drie keer kijken herkende ik een ex-collega, ook Railtender (de halve wereld heeft daar zo'n beetje gewerkt.) Ik had haar absoluut niet herkend van veraf, maar zij pikte me zo uit de menigte en zo belandde ik tegen mijn wil in een plichtmatig gesprekje. ("wat doe jij?" - "O leuk en wat doe jij nu?")
Af en toe lijkt het alsof je zelf je vrienden niet uitkiest, maar dat ze je worden toebedeeld.
2 Comments:
Ja ik ben het met je eens, je hebt van die dingen.
By Anoniem, at 09 februari, 2005
Ja, soms is het net als met familie...en dan kom je er maar niet van af, haha...
Soms is een vriendschap bedoeld om samen makkelijker een periode te overbruggen, soms is een vriendschap voor het leven, omdat er zoveel van jezelf inzit en van de ander tegelijk...en soms is er zo'n vriendschap die evolueert met de jaren, steeds anders wordt, nieuwe kleuren toont en altijd weer verrast. Those are the best!
Bee ;-)
By Anoniem, at 10 februari, 2005
Een reactie posten
<< Home