Ontmoeting van de week
Sommige mensen krijgen vreemde bijnamen, alleen al omdat je niet weet hoe je ze anders moet omschrijven. Zo heb je het al gauw over “die nogal dikke jongen” of “dat meisje dat zo raar lacht”. Uiterlijke kenmerken worden dan opeens een naam op zich. Vandaag kwam ik “the one eyed gay guy” tegen in het winkelcentrum. K. kan al die namen van mijn ex-collega’s van de treincatering niet uit elkaar houden, dus daarom heet M. al jaren “the one eyed gay guy”.
M. vertelde me dat hij boven een van de winkels woonde, dus zo vreemd was het niet dat ik hem daar tegen het lijf liep. Vorig jaar woonde hij nog ergens in de binnenstad, in een mooi wit huisje, samen met zijn man. Hij was de eerste homo uit mijn kennissenkring die in het huwelijksbootje stapte en ook de eerst homo die ik ken die gescheiden is. Onwillekeurig bedacht ik me hoe teleurstellend het moet zijn om te scheiden als homo. Heb je jaren lang gevochten om als homo te mogen trouwen, geef je na een paar jaar al de pijp aan Maarten. Maar misschien is dat wel een typische hetero gedachte.
M. is een van die extraverte types waarvan het leuk is om ze er bij te hebben, als collega of in een groep met vrienden. M. bracht altijd een hoop reuring met zich mee, had steeds het hoogste woord en wilde graag in het middelpunt van de belangstelling staan. In een groep kan dat leuk zijn, want hij had de lach aan z’n kont hangen, maar als ik een keer alleen bij hem op de koffie was voelde ik me altijd een beetje verloren. Alsof we dan opeens niet meer goed wisten wat we tegen elkaar moesten zeggen.
Het gesprek ging dan al gauw over muziek. Onze muzieksmaak had wel enkele raakvlakken. Zo zijn we een keer samen naar een concert van Mary J.Blige geweest. Goeie zangeres en ik heb zelfs een aantal cd’s van haar, maar het betekent niet meteen dat ik helemaal weg ben van “arrenbie”, “urban-music” of hoe je het ook mag noemen. Hoezeer ik M. probeerde uit te leggen dat mijn hart eigenlijk bij andere muziek lag; M. beweerde toch, tegenover iedereen die het wilde weten, dat het zo leuk was dat wij dezelfde muzieksmaak hadden.
Dit soort onbegrip leidde er uiteindelijk toe, dat ik die koffievisites maar liet zitten. M. leek me niet wezenlijk geïnteresseerd in mijn persoonlijkheid, maar was volgens mij meer geïnteresseerd in een entourage die om zijn grappen lacht.
“Ik heb gesolliciteerd op een baan op een cruiseschip”zei M, voor de boekhandel in het winkelcentrum. “Wel een grote stap en misschien haalt het mijn hele leven wel overhoop, maar dat ligt het toch al. Het lijkt me in ieder geval fantastisch om straks mensen een kaartje te sturen met, “groeten uit Cuba”er op”.
M. keek er bij alsof hij daarmee een lange neus zou trekken naar al die personen in zijn leven die hem links hebben laten liggen.
“Je moet een langs komen”, zei hij opeens. “Ik woon daarboven”. “Misschien doe ik dat wel eens”, zei ik. Wetend dat dat een leugen was. De R&B koffievisites zijn wat mij betreft verleden tijd.
M. vertelde me dat hij boven een van de winkels woonde, dus zo vreemd was het niet dat ik hem daar tegen het lijf liep. Vorig jaar woonde hij nog ergens in de binnenstad, in een mooi wit huisje, samen met zijn man. Hij was de eerste homo uit mijn kennissenkring die in het huwelijksbootje stapte en ook de eerst homo die ik ken die gescheiden is. Onwillekeurig bedacht ik me hoe teleurstellend het moet zijn om te scheiden als homo. Heb je jaren lang gevochten om als homo te mogen trouwen, geef je na een paar jaar al de pijp aan Maarten. Maar misschien is dat wel een typische hetero gedachte.
M. is een van die extraverte types waarvan het leuk is om ze er bij te hebben, als collega of in een groep met vrienden. M. bracht altijd een hoop reuring met zich mee, had steeds het hoogste woord en wilde graag in het middelpunt van de belangstelling staan. In een groep kan dat leuk zijn, want hij had de lach aan z’n kont hangen, maar als ik een keer alleen bij hem op de koffie was voelde ik me altijd een beetje verloren. Alsof we dan opeens niet meer goed wisten wat we tegen elkaar moesten zeggen.
Het gesprek ging dan al gauw over muziek. Onze muzieksmaak had wel enkele raakvlakken. Zo zijn we een keer samen naar een concert van Mary J.Blige geweest. Goeie zangeres en ik heb zelfs een aantal cd’s van haar, maar het betekent niet meteen dat ik helemaal weg ben van “arrenbie”, “urban-music” of hoe je het ook mag noemen. Hoezeer ik M. probeerde uit te leggen dat mijn hart eigenlijk bij andere muziek lag; M. beweerde toch, tegenover iedereen die het wilde weten, dat het zo leuk was dat wij dezelfde muzieksmaak hadden.
Dit soort onbegrip leidde er uiteindelijk toe, dat ik die koffievisites maar liet zitten. M. leek me niet wezenlijk geïnteresseerd in mijn persoonlijkheid, maar was volgens mij meer geïnteresseerd in een entourage die om zijn grappen lacht.
“Ik heb gesolliciteerd op een baan op een cruiseschip”zei M, voor de boekhandel in het winkelcentrum. “Wel een grote stap en misschien haalt het mijn hele leven wel overhoop, maar dat ligt het toch al. Het lijkt me in ieder geval fantastisch om straks mensen een kaartje te sturen met, “groeten uit Cuba”er op”.
M. keek er bij alsof hij daarmee een lange neus zou trekken naar al die personen in zijn leven die hem links hebben laten liggen.
“Je moet een langs komen”, zei hij opeens. “Ik woon daarboven”. “Misschien doe ik dat wel eens”, zei ik. Wetend dat dat een leugen was. De R&B koffievisites zijn wat mij betreft verleden tijd.
2 Comments:
Tja, toch een beetje 'off-topic', maarre... lang geleden, op de middelbare school, toen ik even een beetje punk was en ik m'n haren met allerlei smerigheid zo verticaal mogelijk omhoog probeerde te krijgen, was mijn (bij-)naam 'Die-met-die-haren'.
(Nou ja... alsof ik de enige op school was met haren... ;-) )
By Claudy, at 19 november, 2005
die gaat het vast goed doen op een cruiseschip;-)
By Zeppo, at 19 november, 2005
Een reactie posten
<< Home