dinsdag, februari 27, 2007

Tip

"Vervelend" , zei mijn kapster, "maar ik geloof dat ik niet genoeg wisselgeld heb". Ik had me net voor het royale bedrag van 27 euro laten knippen en vroeg me af of ze echt verwachtte dat ik haar na deze aderlating 3 euro fooi ging geven. Aangezien ze dezelfde o-gut-ik-heb-niet-genoeg-wisselgeld truc die keer daarvoor ook al had uitgehaald, bleef ik gewoon wachten totdat ze me het verschuldigde bedrag in muntjes van 50 cent had uitbetaald. Fooi is okay, maar alleen op vrijwillige basis en ondanks het feit dat ze me prima geknipt had vond ik dat kapster die vragen worden overgeslagen. Beetje recht in de leer misschien, maar goed, u kent mijn afkomst.
Op weg naar huis maakte de vrek in mij een kleine inventarisatie welke mensen je zo ondertussen geacht word te tippen. De pizzaboy krijgt altijd een paar euro, maar goed, die is pas 16 en wordt waarschijnlijk onderbetaald. Daarbij moet hij door wind en regen een kwartier brommen naar onze Vinexlocatie. Ook de krantenjongen krijgt aan het eind van het jaar wat, om dezelfde reden. Verder laat ik fooi achter in restaurants, taxi’s en laatst zelfs in de tram. Dat doe ik natuurlijk allemaal uit eigen beweging, maar tegelijkertijd vind ik dat we ons niet in Amerikaanse toestanden moeten manoeuvreren, waarbij er hele beroepsgroepen op rekenen dat je hun onbeschoft lage salaris bijvult met maar liefst 15 procent van de rekening. Betalen wordt op die manier een crime. De onzekerheid slaat toe; wanneer geef je wat extra en wanneer niet? Het vraagteken op het gezicht van de ontvanger spreekt boekdelen: ”nee, u geeft niet genoeg, dit is een belediging. De volgende keer spuug ik in uw soep”.
Afgelopen zaterdag, in Amsterdam, was ik even wat minder rechtschapen. Niet helemaal expres, maar op het moment dat ik in een rokerige kroeg in Amsterdam onze alcoholische versnaperingen afrekende en na enige twijfel toch maar fooi gaf, ondanks dat het feit dat ik door de grijze rookwolken mijn bevallige overbuurvrouw bijna niet kon zien, zag ik opeens dat de ober ons ongewild een royale korting had gegeven. We betaalden slechts de helft! Terug gaan en er wat van zeggen? Neuh, dit keer maar niet. Ik vond dat ik als klant , na al die jaren betalingsonzekerheid wel eens een keer een fooi terug verdiende.

Labels:

zaterdag, februari 24, 2007

Orakelnacht (epiloog)

“En, hoe was je boek? “, vroeg K. nadat ik Orakelnacht in één adem had uitgelezen. “Te gek, zeker een aanrader”, antwoordde ik, waarop K. meteen even de naam van de auteur intikte op haar laptop, want misschien wilde ze het boek ook wel lezen. Enkele ogenblikken later kwam ze daar weer op terug en verbaasde me toen ze opbiechtte dat ze eigenlijk net als ik was. Zij wilde ook liever haar eigen boeken uitzoeken. Ik was met stomheid geslagen. Was dit dezelfde persoon die me er een paar weken geleden nog van had beschuldigd dat ik nooit de boeken wilde lezen die zij me aanraadde?
Nog vreemder werd het toen we samen deze film gingen kijken. Halverwege hield ze het voor gezien, terwijl het toch een film was naar aanleiding van het gelijknamige boek van Jonathan Safran Foer! Haar schrijver! De rollen leken omgedraaid. Waren de boeken nog een zure appel voor mij, de film vond zij vervolgens niet te pruimen. Was het omdat ík degene was die de film had uitgekozen? “Nee, ik vind de acteur niet leuk. Daarbij vond ik zijn eerste boek nogal saai”, vertrouwde K. me toe.
De wegen van de vrouw blijven ondoorgrondelijk, maar tegelijkertijd constateer ik met vreugde dat we weer terug zijn bij af. Vanaf nu kiezen we weer onze eigen boeken (voor mij dit boek, dat ik vorige week won met een prijsvraag) en eventuele tips nemen we vriendelijk en zonder verplichtingen ter kennisgeving aan.

Labels:

Orakelnacht

Eind januari plaatste ik, tot ongenoegen van K. die niet begreep waarom ik háár boekentips niet een keertje wilde uitproberen, een wanhopige oproep op mijn site. Ik kwam er in de bibliotheek namelijk niet meer uit. Wist ik vroeger uit deze overvloed aan boeken nog feilloos de interessante titels de destilleren, de laatste tijd kon ik maar geen geschikt boek vinden. K.’s tips waren wel goed, maar niet altijd vertaald in het Nederlands of verkrijgbaar in de plaatselijke bibliotheek. Daarbij was ik de laatste keer hopeloos verstrikt geraakt in haar tip: Jonathan Safran Foers: “Extreem luid & Ongelooflijk dichtbij”. Op het punt in het boek waar ik niet helemaal meer begreep over wie of wat het nu opeens eigenlijk ging, had ik (volgens K.) even door de zure appel moeten heen bijten. Het zou later namelijk allemaal duidelijk worden. Helaas duurde die onduidelijkheid in het boek langer dan tien pagina’s en eigenlijk had ik er “de kracht niet meer voor”, om tot het klokhuis door te eten en belandde het boek onder een laag stof op mijn nachtkastje. Even voelde ik me zwak en schuldig, over het feit dat ik niet wat meer mijn best deed, maar uiteindelijk besloot ik dat mijn tijd te kostbaar was om onbegrijpelijke passages in boeken te moeten doorworstelen.
“Orakelnacht” van Paul Auster, de tip van Herman, gaf me geen moeilijke opgaven, geen zure appels waar ik doorheen moest bijten. Het greep me meteen bij mijn strot en liet me niet daarna niet meer los. De reden waarom ik Hermans boek koos, was eigenlijk puur toeval. Eigenlijk wilde ik geen boeken van Paul Auster meer lezen. Ik had in het verleden namelijk een zelfde vastloper gehad in een van zijn boeken: “Het spinsel der eenzaamheid”, maar “Orakelnacht” was een van de weinige tips van mijn lijstje, dat daadwerkelijk op de plank in de bibliotheek stond. Ik pakte het boek uit de kast en las de kleine samenvatting op de achterkant van het boek. Een verhaal in een verhaal, verwarrende gebeurtenissen waarin het verschil tussen realiteit en fictie af en toe niet meer te onderscheiden is? Klonk verdacht veel als een zure appel, maar ik besloot het toch maar mee te nemen.
Thuis bleek het tegendeel waar. Terwijl ik het las werd ik volledig in beslag genomen door het verhaal. Het was alsof ik persoonlijk werd voorgelezen door de schrijver en de overgangen, de Droste effecten in het boek, kwamen volstrekt geloofwaardig over. In twee avonden las ik het boek uit.
Waar het over gaat? Lees hier de recensie maar even.
De veronderstelling dat ik geen tips van andere mensen kan aannemen en dat ik volstrekt eigenwijs ben bij het uitzoeken van boeken en ceedees, verklaar ik na dit succesvolle experiment als volledig uit de lucht gegrepen.
Bedankt Herman!

Labels:

dinsdag, februari 20, 2007

Vergank'lijk leven kleve

“Hebben we plannen voor vrijdag over een week?”, mailde ik K., want ik wilde er weer eens op uit op mijn roostervrije dag. “Nou, we vieren dan twee belangrijke feestdagen: Banana cream pie day en World prayer day”, mailde ze gevat terug. Ze had waarschijnlijk de Hallmark kalender er op nageslagen, want het klopte nog ook. Op die dag, Wereld gebedsdag, zou ik dus eigenlijk al die gebeden moeten inhalen die ik de afgelopen jaren niet gepreveld heb. “Bidden jullie wel eens voor het eten?”, vroeg een collega me vandaag, toen het onderwerp aan bod kwam? “Tja, eigenlijk alleen met zon en feestdagen”, biechtte ik op. Ergens gingen er wat alarmbellen rinkelen. Moest ik me schuldig gaan voelen? De restanten “gereformeerd vrijgemaakt” ergens achter in de kast van mijn onderbewuste vonden van wel. Maar de nieuwe Ary maakte daarmee korte metten. Ik moest denken aan het gebed dat mijn moeder vroeger gebruikte om de maaltijd mee af te sluiten:

“O Heer wij danken U van harte
voor nooddruft en voor overvloed
Waar menig mens eet 't brood der smarte
hebt Gij ons mild en wel gevoed
Doch geef dat onze ziele niet aan dit vergank'lijk leven kleve
maar alles doen wat Gij gebiedt
en eind'lijk eeuwig bij U leve.
Amen”

Een mooi gedicht, maar een compleet raadsel voor mij als kind. “Brood der smarte”, klonk als “brood met Smarties”, “vergank’lijk leven kleve” werd één woord (verganklukleefekleefe), en wat “nooddruft” betekende kon ik alleen maar naar raden, het klonk in ieder geval vies.
Het gebed dat je even moest laten stilstaan bij het feit dat het beschikken over voldoende voedsel geen vanzelfsprekende zaak was, werd in mijn oren een vreemde magische spreuk. Een soort hokuspokuspilatuspas wat na elke maaltijd opgezegd diende te worden, want anders… Wat er anders zou gebeuren wist ik eigenlijk niet, maar al die goedbedoelde dankzeggingen, voor en na elke maaltijd, komen me nu wat dwangmatig over. Alsof er iets onder controle gehouden moet worden, alsof een naderend onheil moet worden gekeerd.
Als bijzonder vrijzinnige Christenen, bedenken K. en ik op die betreffende zon en feestdagen waar we dankbaar voor kunnen zijn, spreken het uit en danken de Almachtige, in welke vorm Hij ook mag bestaan voor het goede in ons leven. Niet dwangmatig en zeer oprecht.

Labels:

zondag, februari 18, 2007

Testing..one,two.

Sommige mensen doen mee aan idiote programma´s als Temptation Island om hun relatie te testen. De rest van de wereld wacht rustig af tot die momenten vanzelf komen.
Bij ons was het vandaag zover. De test kwam in de vorm van een onverwachte verstopping van het toilet. Nu is dat normaal niet zo erg, als je de juiste materialen in huis hebt om het afvoerkanaal weer vrij te maken. In een ver verleden hadden we wel een ontstopper, maar die bleek op het moment dat we hem nodig hadden, opeens onvindbaar. Een lichte paniek sloeg toe. We vreesden een weekend waarin we bij het doortrekken steeds geconfronteerd zouden worden met het plotseling komen bovendrijven van elkaars drollen. Nu waren we, sinds het campylobacter avontuur, al wel enigszins gewend geraakt aan het minutieus omschrijven van onze ontlasting. Maar om daadwerkelijk geconfronteerd te worden met de afvalstoffen van je partner, dat was toch andere koek.
Slecht ook voor je libido, want zoals veel mannen, zou ik liever in een wereld wonen waarin vrouwen niet naar de wc gaan, geen scheten laten en niet stinken, zodat we ze op een voetstuk kunnen plaatsen en aanbidden als een verbeterde versie van onszelf.
Het moment dat die zeepbel uit elkaar zou spatten had ik dan ook het liefst bewaard tot aan het eind van ons leven, als we stokoud zouden zijn en noodgedwongen elkaars "Tena up and go" in de biobak zouden moeten deponeren.
Gelukkig resulteerde de gezamenlijke inspanning van K. en mij tot een creatieve oplossing. Met de kerstverlichting van een paar jaar geleden, een soort tuinslang met lichtjes erin, maakten we de riolering vrij van ongerechtigheden. De aanblik van mijn partner, die met haar gigantische roze huishoudhandschoenen op haar knieën voor de toiletpot de sfeerverlichting naar beneden probeerde te duwen, ontroerde me zelfs bijna.
Zo doorstonden we de test met glans en realiseerde ik me dat als je samen een toilet kan ontstoppen, je ongeveer elke relationele beproeving wel aan kan. Toch?

Labels:

vrijdag, februari 16, 2007

Sjoe-sjoe!

Op weg naar de terugkomdag van mijn vliegangstcursus doodde ik in de trein succesvol de tijd die ik anders maar met moeite zonder verveling doorkwam. Vroeger gebruikte ik hiervoor een walkman, een krant of een kruiswoordpuzzel, maar dan kon ik aan het eind van de rit toch niet anders concluderen dan dat ik me eigenlijk stierlijk verveeld had. Tegenwoordig heb ik de Nintendo DS Lite. Een apparaatje dat zich, qua tijdsbesteding, het best laat vergelijken met een vlakgom. Zo waren de twee uur in de trein die ik vandaag, heen en terug naar Leiden, op dusdanige manier moest proberen te vullen met activiteiten die me zouden vermaken, na het aanzetten van het duivelse apparaat opeens verdwenen. Weg gegumd alsof ze nooit bestaan hadden. Niet slecht voor die uren die je anders in verveling (trein) of lichte angst (vliegtuig) had doorgebracht, maar iets problematischer voor de tijd die je thuis altijd op een enigszins nuttige manier tracht te besteden. De draagbare spelcomputer wordt op dit moment namelijk niet alleen meer gebruikt voor de uren die we anders het liefst even weg hadden willen gummen, maar ook voor onze kostbare vrije tijd, waarvan we ons aan het begin van het jaar hadden voorgenomen om die niet meer te verspillen aan onzin. Zo zijn er de afgelopen weken hele dagdelen als een vluchtig gas in de dampkring opgelost. Zeg maar dag met je handje tegen al die uren, of “Sjoe-sjoe!”, zoals de Sims2-figuren elkaar doorgaans groeten.
Eergisteren vermomde ik de computer versie van dit spel als Valentijn cadeau en smokkelde dit spel ons huis binnen. Sinds die tijd zit K. als een crack junk achter haar laptop en voel ik me een slechte dealer, zo eentje die van zijn eigen waar snoept.
Help ons!

Labels:

dinsdag, februari 13, 2007

Harmonie

In de middagpauze, toen Bureaumaatje en ik even een frisse neus ging halen voelde ik me opeens uit balans. Niet emotioneel, maar op een soort Feng Shui achtige manier. Ik voelde me niet helemaal in harmonie met de omgeving en wist even niet waar dat aan lag.
Halverwege het kerkbrugje wist ik het opeens. Ik liep aan de rechterkant en Bureaumaatje liep links. Het ongemakkelijke gevoel waarmee dit gepaard ging was niet te negeren. Het was alsof er een vlieg om mijn hoofd cirkelde of een steentje in mijn schoen zat. Iets dat redelijk makkelijk te verhelpen valt, maar waar je dan toch de hele tijd mee doorwandelt.
Dus vroeg ik Bureaumaatje maar even om aan de andere kant te lopen, iets wat bij hem een lichte achterdocht wekte. “We hoeven toch niet hand in hand te lopen?”, zei hij. Ik stelde hem gerust, ook al was dat waarschijnlijk wel de reden waarom ik ooit ben begonnen met links lopen, omdat ik K. dan aan mijn rechterhand kan hebben.
Als die gewoonte er eenmaal ingebakken zit, merk ik dat je hem maar weer moeilijk kwijt raakt. Zo slaap ik altijd rechts, fiets ik links en als iemand zich daar niet aan houdt, zorg ik er zelf voor dat de zaak weer Feng Shui wordt , waarbij “Feng Shui” natuurlijk gewoon een mooi woord is voor “dwangneurose”.

Labels:

maandag, februari 12, 2007

Tronie

Op de site site van Zweefmakreel vond ik dit alleraardigste programmaatje waarmee je alvast je eigen compositietekening kan maken. Altijd handig voor als ik nog een keer een bank ga beroven, bedacht ik me. Dan kan ik er meteen wat exemplaren van uitdelen aan het aanwezige publiek en zet er op verzoek ook nog eens mijn handtekening op. Scheelt de hardwerkende Takietaaks van deze samenleving weer wat werk en zorgt er verder voor dat die arme bankbediendes na de toch wat vervelende ervaring misschien wat minder slachtofferhulp nodig hebben.
Bedankt Flashface!En nu jij!

Labels:

zondag, februari 11, 2007

Van Hunt

Ooit had ik het rubriekje “van die liedjes”. “Elke week een nieuw liedje”, beloofde ik. Een belofte die ik net een paar maanden volhield. Daarna raakte het wat in de versukkeling.
Zelfs “Elke máánd een nieuw liedje” haalde ik niet meer. Daarom heb ik deze loze belofte maar even uit de rechterbalk verwijderd.
Toch heb ik nog steeds de drang om andere mensen lastig te vallen met mijn smaak. Zo heb ik een paar weken geleden Van Hunt ontdekt. Een artiest die hele leuke funky liedjes maakt. “Hoe krijg ik dit door de strot van de bezoekers van dit log?”, vroeg ik me vanavond dus af.
Nu had ik in het verleden, op het log van She (die er overigens mee gaat stoppen) een keer zo’n leuk klein balkje gezien,waar je op kon klikken voor een liedje. Later zag ik ze ook op andere logs.
Zo’n balkje leek me perfect. Het zag er klein en bescheiden uit, maar voordat je het weet zat je er toch op te klikken. Perfect dus om onoplettende lezers bloot te stellen aan de funk en jazz die er in huize Vandiedingen klinkt.
Dus, uh, zie je dit leuke kleine balkje hieronder? Vooral niet op klikken.


1 Miljoen spaarlampen

“Ga je je lezers nou alweer lastig vallen met je spaarlampen?”, zei K. “Dat willen ze toch niet lezen joh”. “Misschien niet”, dacht ik. Maar de kleine kabouter, de driftige doordrammer van een actievoerder die er in me huisde wilde nog even de aandacht. Hij leek een beetje op de hoofdpersoon uit het boek “How to be good” van Nick Hornby. Als hij de ruimte kreeg pakte hij hem ook en wilde die zover mogelijk doordrammen. Met luid gejuich ontwaakte hij dus op zaterdagmorgen. Ik had mijn ogen nog maar amper open of de harde actie werd al luidkeels gepropageerd. “Naar de Gamma! Naar de Blokker! Maakt niet uit, als ze maar spaarlampen hebben” klonk de schrille stem van de dwerg. Uitstel was geen optie dus maakte ik een inventarisatie van de gloeilampen in ons huis. “We kunnen de lampen toch ook vervangen op het moment dat ze kapot gaan?”, probeerde K. nog, maar ik legde streng maar geduldig uit waar het oom Al om ging. Niet om de financiële besparing, ook al was dat een leuke bijkomstigheid, maar om de hoeveelheid CO2 die ons bescheiden huurhuis uitstootte en die viezigheid bleef de lucht instromen als we er niet snel wat aan deden. Met een lijstje met benodigde spaarlampen in mijn hand rende ik dus naar het winkelcentrum om een uurtje later terug te keren met een tas vol goedkope Blokker spaarlampen. Trots draaide ik ze in, testte ze uit en kwam er achter dat ze eerst een beetje moeten warmdraaien. Iets wat bij K. niet echt in goede aarde viel. Elke keer als ze naar de keuken liep en het licht aan deed en ze in de avondschemering stond klonk er een afkeurend geschraap van achter uit haar keel. “Knip, Gggghhgg!!”
Benieuwd wanneer de actiebereidheid gaat lijden onder het ongemak van een halfdonkere keuken.
Vooralsnog heb ik € 118,50 bespaard (klik op het plaatje) en gaat er dankzij deze actie 315 kg CO2 per jaar minder de dampkring in.Ook meedoen? Kijk hier

Labels:

donderdag, februari 08, 2007

Boos

Er zit een klein activistje in me. Een driftige dwerg die zijn koppie al een aantal keren om de deur stak bij het zien van documentaires als deze, deze, deze en deze. Kwaad, nee; echt “pissed off” werd hij bij het zien van zoveel onrecht dat de wereld wordt aangedaan alleen maar omdat er een groep mensen is die geen genoeg krijgt van het consumeren. Die, als ze moeten kiezen tussen een zak geld en het voortbestaan van deze planeet kiezen voor het eerste. Het kleine driftige ventje in me liep gisteren helemaal rood aan bij het zien van "An Inconvenient Truth”. Een film die laat zien hoe wetenschappelijke rapporten over de opwarming van de aarde stelselmatig worden genegeerd en dat niet alleen, er zijn lobbyisten actief die willens en wetens twijfel zaaien over het waarheidsgehalte van dit soort berichten, alleen maar om de belangen van de industrie en de consumerende mens te waarborgen. Er moet blijkbaar eerst een ramp op wereldformaat gebeuren voordat monkey-boy zich bezig gaat houden met onze veiligheid in plaats van zijn handicap, want, hoewel de hele wereld zich schuldig maakt aan het vernietigen van ons milieu, gaan de Verenigde Staten ons momenteel in voorop. Het verdrag van Kyoto werd in het verleden van tafel geveegd en de auto-industrie gaat vrolijk verder met het aanprijzen van z’n vies vervuilende S.U.V.’s, in plaats van milieu vriendelijke auto’s te ontwerpen.
Cynici, hier in Europa, wantrouwen Al Gore en z’n film, zoals heel Amerika tegenwoordig gewantrouwd wordt. Komt zo’n Amerikaan, zo eentje uit het land wat aan geen verdragen wil doen, ons zeker vertellen dat we met z’n allen naar de klote gaan. Onterecht natuurlijk, om een heel land over één kam te scheren. Als Al destijds verkozen was, waren we nu op de weg terug geweest. Dan was er iemand gekozen die niet sprak in naam van alle grote multinationals, iemand met een hart, met verantwoordelijkheidszin, iemand met integriteit. Maar nee, dat was destijds niet belangrijk, want Al Gore stond bekend als “houten klaas”. Een typering die waarschijnlijk was ingefluisterd door de campagneleiding van monkey-boy. Iedereen mekkerde mee als een kudde schapen die gaan blaten als de eerste begint. Want kijk de film maar. Deze man is geen houten klaas! Hij is sympathiek, onderhoudend, grappig, gevat en kan zichzelf relativeren. Deze man, die waarschijnlijk slimmer is als de meeste van ons, was onze redding geweest! Nu zitten we opgescheept met een stuk adderengebroed waarvan iemand s’nachts zijn hoofdhaar maar eens moet wegscheren om z’n achterhoofd checken. Zou me niets verbazen als het teken van het beest erop getatoeëerd staat; Damien Busch. Klein mannetje is kwaad, witheet en stampt met zijn voetjes uit machteloze woede.
Morgen trekt hij zijn kleine jasje aan en gaat spaarlampen kopen. Het is nog niet te laat.
Hoopt hij.

Labels:

dinsdag, februari 06, 2007

Borduurwerk

Af en toe sta ik nog wel eens stil bij de zin van het leven, bij de bedoeling van de dingen die er met mij en de mensen om me heen gebeuren. Vroeger, toen ik nog Gereformeerd was en als pukkelige puber wekelijks de jeugdvereniging bezocht vertelde onze leidster dat je het leven moest voorstellen als een borduurwerk waar je alleen de achterkant van ziet; een raar onsamenhangend geheel met allemaal knoopjes en losse draadjes. Op de jongste dag zouden de schellen van onze ogen vallen als we met z’n allen de voorkant mochten zien. Dan pas zouden we het hele plaatje zien en begrijpen waar alles voor diende.
Hier moest ik even aan denken toen mijn zusje T. een aantal dagen geleden opbelde. Ze had een nieuwtje. Het soort nieuwtje dat bij mijn andere zussen (en broer) al aardig routine geworden was. Al veertien keer eerder had ik bij zo’n telefoontje min of meer oprecht verrast gereageerd en vergat daarna, totdat het jong geworpen was, eigenlijk dat er iemand zwanger was geweest. Maar bij T. was het anders. Die had namelijk jaren achter elkaar haar best gedaan om zwanger te worden en daarbij, samen met haar man, het hele programma aan vruchtbaarheidstesten doorlopen. Het had niet mogen baten. Uiteindelijk hadden ze teleurgesteld de handdoek in de ring gegooid en zich erbij neergelegd dat het wel nooit meer zou gebeuren. Lang treuren zat niet in hun aard. T. wierp zich op een studie, haalde haar HBO en samen met haar man meldde ze zich aan als pleeggezin. Enige tijd later hadden ze een vroege tiener als pleegdochter . Iemand die al gauw haar draai vond bij T. en haar man en daar een stabiel leven kon opbouwen.
Maar toen werd T. tien jaar na dato toch zwanger. Iets waar ze danig van in de war was. Ze vertelde erover aan de telefoon, dat ze niet precies wist wat ze nu moest voelen. Natuurlijk was ze blij, maar ook verward en eigenlijk moest ze er wel erg aan wennen.
Ik vroeg me hardop af wat de zin van die 10 jaar wachten eigenlijk was geweest. Waarom nu opeens wel zwanger? Wat was de zin, het grote plan achter iets wat af en toe echt een lijdensweg was geweest? Ik zag alleen maar draadjes en knoopjes, maar T. niet.
“Kijk”, zei ze, “als ik meteen zwanger was geworden hadden we ons nooit aangemeld als pleeggezin en hadden we S. nooit gehad.” Zo draaide ze eigenhandig het borduurwerkje even om en liet me de mooie voorkant zien.

zondag, februari 04, 2007

Upgrade

Na het lezen van mijn vorige logjes zou je zomaar een verkeerde conclusie kunnen trekken, maar eigenlijk ben ik helemaal niet zo’n klager. Tenminste niet in hotels. Ik ken dat namelijk niet: hotels. Ik heb er inmiddels al wel een paar bezocht, maar van huis uit gingen we altijd naar de camping. Het liefst een hele primitieve, waar je je in een langsstromend beekje moest wassen en waar je je kont moest afvegen met eikenbladeren. Als groot gereformeerd gezin heb je natuurlijk ook niet zoveel keus. Als je zes kinderen moet onderbrengen in een gemiddeld drie sterren hotel, ben je toch al gauw een maandsalaris kwijt.
Nu heb ik zelf niet zoveel last van de aandrang om nageslacht te produceren, dus is de luxe van een hotel binnen handbereik. Met de financiële bijdrage van tante J. werd het dit weekend zelfs een poep chique 4 sterren hotel en ik kan je vertellen: dan heb je ook wat. Een flatscreen t.v. aan de muur, centraal geregelde verlichting met vijf standen (welcome, general, relax, reading en night) en hagelwitte badjassen met bijbehorende slippertjes. Aan elk detail leek gedacht.
Als je dan s’avonds tussen de smetteloze lakens kruipt van de comfortabele boxspring en je hoofd te rusten legt op het allergie vrije hoofdkussen dat door minderjarige, onderbetaalde Chineesjes handmatig gevuld is met de donsveertjes van ganzenkuikens van precies vier en een halve maand oud, wil je natuurlijk niet gestoord worden door het geluid van een Engelse sleutel tegen een verwarmingsbuis. Dat was in ieder geval het geluid dat tenminste 3 kwartier aanhield. “Misschien moet je even naar de receptie gaan", was K’s advies, maar daar had ik eigenlijk niet zoveel zin in. Ik was namelijk opgevoed met koude beekjes en eikenbladeren en gewend om af en toe door een zure appel heen te bijten, maar toen de geluidsoverlast niet op leek te houden en me bedacht hoeveel geld ik voor deze kamer had betaald trok ik mijn spijkerbroek aan en verwisselde de slippertjes met stoute schoenen en trok vervolgens de voordeur open. De Fransman van kamer 236 had precies hetzelfde idee op hetzelfde moment gehad en zo stonden opeens allebei in onze deuropening. “Zet noize ies terrible", zei hij en maakte wat wilde franse gebaren met zijn armen. “I zee dies only onze” zei ik resoluut, “lets go downstairs” en gezamenlijk liepen we naar de lift om voor eens en altijd een eind te maken aan dat verschrikkelijke geluid. Het middel dat we voor ogen hadden liet zich beschrijven met het magische woord “upgrade” en die kregen we ook. Okay, het was niet meteen de junior suite, maar de kamer was toch al gauw 3 centimeter groter en lag aan de stille zijde van het hotel.
Daar schoof ik mezelf weer in de envelop van lakens en genoot van een rustige nacht in Barcelona.

Nog meer Barcelona foto's rechtsonder aan de site in de Flickr bar.
En voor wie er echt geen genoeg van kan krijgen: K's versie

vrijdag, februari 02, 2007

Vliegangst, deel 15: Weer vliegen

Een paar maanden geleden werd ik opeens gemaild door ene P. Hij had mijn site gevonden doordat hij had zitten googelen op “vliegangst” en vroeg me om tips, want hij ging net als mij de vliegangstcursus bij stichting Valk doen. Ik voelde me eigenlijk wel vereerd. Ik had me ontwikkeld van een sukkelaar met vliegangst tot iemand die nu goede raad kon geven over hoe je je vliegangst aan kan pakken. Door mijn soosjale akademie achtergrond voelde ik me eigenlijk wel in mijn element en gaf hem antwoord op zijn vragen en zo de steun en support die hij nodig had.
Ook hij sloot de cursus succesvol af. Een paar weken geleden vloog hij naar Parijs en kwam in dezelfde euforie stemming terug als ik.
Toch werd ik gisteren weer even met de neus op de feiten gedrukt. Ik zou namelijk weer voor de tweede keer gaan vliegen. De stichting adviseert haar cursisten namelijk om binnen de drie maanden weer te vliegen. Veel mensen denken namelijk dat je na de grote apotheose van de laatste cursusdag, waarop je gaat vliegen, voor eens en altijd genezen bent. Ik merkte in mijn omgeving ook dat veel mensen daar ook zo over denken. Als je eenmaal weet dat je vliegen kan, is er toch geen probleem meer?
Toch zat meneer de therapeut hem weer te knijpen. Zo bang als ik de nacht voor de laatste cursusdag was geweest, was ik niet, maar ik moest toch toegeven dat ik beslist niet angstvrij was. Ik realiseerde me dat ik misschien altijd wel een soort van weerzin zou houden tegen dat vliegen, ook al wist ik nu hoe ik me over de angst heen moest zetten.
Vandaag stapte ik dus weer met frisse tegenzin in het vliegtuig en weer ging het goed. De eindbestemming Barcelona werd in twee uur vliegen zonder kleerscheuren bereikt en op dit moment zit ik dit stukje te typen in Hotel 1898, een chique hotel aan de Ramblas.
Voor meer foto’s, zie mijn Flickr bar rechtsonder aan mijn site.


 

 Subscribe in a reader