koninginnegeit
Koninginnedag in Zwolle stelt niet zoveel voor. Zeker niet vergeleken met de koninginnedagviering die ik als kind in Axel (Zeeuws Vlaanderen) gewend was. Weken van te voren keek je daar al naar uit. Op de dag zelf deed je oud Hollandse spelletjes op school en werd je verkleed als zeerover of blauwe druif in een parade het dorp door gereden. Misschien dat ik de spannende dingen hier in Zwolle een beetje over het hoofd zie, maar in de binnenstad is het al jarenlang hetzelfde, namelijk een halfslachtige vrijmarkt en wat activiteiten met padvinders of zo. Verder wordt er elk jaar om een of andere onduidelijke reden een tijdelijke kinderboerderij opgebouwd. Wie dat organiseert en wat er nu eigenlijk de bedoeling is van dat ding (hebben we niet al in elke wijk een vaste kinderboerderij staan? Hier in Stadshagen zelfs een compleet met Lama’s) is me volstrekt onduidelijk. Maar bij gebrek aan beter gingen we toch maar even kijken. “Je moet even naar binnen gaan en zo’n geitje oppakken” zei ik tegen K, die me twijfelend aan keek. “Dat wordt vast een leuke foto”, ging ik verder. “Nee, doe jij het maar”, antwoordde ze terug, bang dat ze was om voor gek te staan. Na enige aarzeling deed ik het hek open, stapte over wat geiten en kinderen heen en pakte het eerste en beste jonge geitje. Het was waarschijnlijk al de drieduizendste keer dat het beestje werd op gepakt en waarschijnlijk sloot het de dag af met een zware migraine. Maar het bezorgde ons het onbetwiste hoogtepunt van deze koninginnedag. Triest eigenlijk.Voor meer Oranjefoto's: zie Flickr bar

Op verzoek hier even een foto van de vlag die ik vanochtend nog even uithing omdat K. gisteren thuis was gekomen.
Om het "there's no place like home" gevoel nog even extra te benadrukken had ik nog even wat tulpjes gehaald. Meteen weer wat extra punten gescoord natuurlijk.
Een normaal mens vraagt zijn vrouw om een t-shirt mee te nemen als ze op zakenreis is geweest. Maar gelukkig kent K. mijn obsessie voor vreemd snoep, dus had ze de kiosk voor haar hotel even geplunderd. Ziet er wel interessant uit he, Grieks snoep? Die smalle roze candybar met aardbeienvulling heb ik inmiddels al achter de kiezen.
Een paar jaar geleden kreeg mijn vader een lintje uitgereikt. Ridder in de orde van de oranje Nederlandse Nassau leeuw of zoiets.
Morgen is het weer zover: Koninginnedag. Nu ben ik zelf niet zo van de monarchie, maar als we met z’n allen hebben afgesproken dat we een vaste persoon hebben die de lintjes doorknipt, dan hoor je mij ook niet echt klagen. Daarbij ziet het er ook nog wel eens leuk uit, zo’n vlag en wimpel aan je huis. Ik moet toegeven dat ik daar altijd een erg Hollands, schoongewassen gevoel bij krijg.
Gisteren was het eigenlijk onze zoveelste niet-getrouwd dag. Voor de zesde keer konden K. en ik vieren dat ze naar Nederland verhuisde en haar comfort zone verliet om die in te ruilen voor een land en een stad waar alles anders was. Niet gek voor iemand die minstens zo neurotisch is als ik en doorgaans allerlei leeuwen en beren op haar levenspad ziet.
7:55 Opgestaan
In de bijna 40 jaar die ik op deze aardkloot rondloop heb ik me al menige ziekte ingebeeld. Favoriete ziektes waren daarbij kanker en hartkwalen. In het verleden heb ik hier al wel eens wat over gelogd. Dit even omdat u mij anders misschien wil waarschuwen voor het vertonen van beginnende verschijnselen van Alzheimer. Een ziekte die ik mij vreemd nog nooit heb ingebeeld. Misschien begin ik daarmee als ik de 60 ben gepasseerd.
Vandaag had ik mijn eigen spaghettiwestern moment. Downtown Zwolle stond ik bij het oversteken van een drukke straat opeens oog in oog met mijn opponent. Ik dacht in het voordeel te zijn. De plaats waar ik de overkant probeerde te bereiken was namelijk net voor een rotonde. Daarbij moest de rode patserbak sowieso stoppen want de verkeerssituatie zat zodanig op slot dat hij onmogelijk verder kon. De voetgangersoversteekplaats was dus vrij en ik deed een moedige poging om mijn rechtervoet op het asfalt te zetten. Mijn rivaal was het daar niet mee eens en keek me van onder zijn baseball pet doordringend aan. Provocerend liet hij zijn motor ronken. Geschrokken trok ik mijn voet terug. De Ennio Morricone strijkers zwelden aan en hoorde ik daar een mondharmonica in de verte?
Je loopt tegen de veertig, je hebt geen kinderen en kunt buiten de werkuren die je elke week moet opofferen aan de baas eigenlijk doen wat je wilt. Daarbij word je niet gehinderd door criticasters in de vorm van opgroeiende pubers die je zelf op de wereld hebt gezet en die zich generen voor elk spontaan idee dat er in je brein opborrelt en tot uitvoer wordt gebracht.
Hoe vervelend het ook is, die sociaal maatschappelijke tendens van het vernielen van publiek eigendom is natuurlijk niets nieuws. Zijn het geen koeien dan worden er wel even een paar bushokjes onder handen genomen.
Een andere sociaal maatschappelijke conclusie die ik moet trekken is dat wij het als mannen verloren hebben. Daar kwam ik opeens achter toen twee vrouwelijke collega’s vandaag verslag deden van hun bezoek aan een optreden van de London Knights, de groep zwaargeschapen kleerkasten die avond na avond hun hebben en houwen laten zien aan grote groepen gillende huisvrouwen. In geuren en kleuren werd er verslag gedaan van de opwindende avond waar beide dames helaas net niet uit het publiek werden gepikt om mee te participeren in het optreden. Wel was er achteraf nog een “meet en greet” waarbij, tegen betaling, een foto kon worden genomen. Deze foto van mijn twee collega’s op de schoot van enkele van deze blanke sabelzwaaiers werd trots aan ons getoond. Wat grappig, wat leuk!
Terwijl ik nog steeds niet alle kunstkoeien op foto heb verzameld, lees ik
Vanuit een milieubewust (Stad)shagen.
Afgelopen week ging de telefoon. Zo rond een uur of zeven. “Zal wel weer zo’n televerkoper zijn”, dacht ik. Klaar om af te poeieren nam ik op. Een stem van een oudere dame sprak me toe. “U spreekt met de Ambassade van Israel” zei de stem. Verbaasd en benieuwd waar ze me voor nodig hadden (onderhandelingen met Hamas, de Mossad?) wachtte ik af wat ze zou gaan zeggen. De vriendelijke dame vroeg me om mijn adres. Ze wilde me namelijk een uitnodiging sturen. De ambassade was namelijk van plan mijn opa en oma te eren met de
Ik heb in mijn leven veel slechte films gezien. Ondanks de waarschuwingen van recensenten dacht ik af en toe toch bepaalde films te moeten zien, omdat het hoesje van de DVD er zo leuk uit zag, omdat er een bepaalde acteur in meespeelde, of gewoon omdat het zondagmiddag was en ik een inleiding nodig had voor mijn middagdutje.
Highbrow en lowbrow. Twee thermen die altijd gebruikt werden om de hogere van de lagere kunst te scheiden. Highbrow was opera, de Matheus Passion en het Stedelijk Museum en lowbrow was Andre Hazes en het huilende zigeunerjongetje.
En toen gingen we nog even naar buiten. “Ik neem mijn fototoestel mee”, zei K. “Wat jij wil” zei ik “Maar we gaan alleen even de DVD’s terugbrengen hoor”
Op de verjaardag van A. ging de conversatie afgelopen middag achtereenvolgens over de stroomuitval in Haaksbergen, A’s behaalde diploma, het weer, de camping en het knippen of pellen van Amandelen bij kinderen. Het gesprek viel even stil toen L. (dochtertje van C., de vriend van A) de bijzonder intelligente “Daar-vraag-je-me-wat-vraag” stelde: “Maar waar zijn je amandelen eigenlijk voor?”
Met het schaamrood op onze kaken sjouwden we twee jaar geleden onze armetierige studentenbank in ons nieuwe huis. Bij het langskomen van onze vers gewonnen breedbeeld t.v. hadden de “oohs” en ahhs” nog geklonken, maar bij het zien van de vaalgrijze, in elkaar gezakte tweezitsbank waar de flarden vanaf hingen bleven de toekijkende buren angstig stil. Je zag ze denken: “ben ik net naar een betere buurt verhuisd, komen er weer een stelletje Tokkies in de straat wonen”.
Vandaag moest ik opeens aan J. denken. J. was een jongen die vroeger bij mij in de klas zat op de middelbare school. De reden dat ik opeens aan hem moest denken was omdat K., toen we de fietsen in de schuur zetten, naar mijn fietstas wees. “Kijk, er zit vogelpoep op”, zei ze. Terwijl ik de schuurdeur op slot deed vroeg ik me af waarom vogelpoep eigenlijk niet stinkt en hondenpoep bijvoorbeeld wel. Dat zou een fantastische vraag zijn geweest voor “Daar vraag je me wat”, een populair wetenschappelijk t.v. programma van vroeger, waarin mensen in de studio werden uitgenodigd om vragen te stellen als: “Waarom is de zon s’morgens eigenlijk rood?”
“Leuk stukje retro snoep” zei ik gisteren, toen ik bij de snoepkast op m’n werk stond en stak de salmiaklolly in mijn mond. Mijn collega stond zichtbaar verward na te denken over het woord “retro snoep”. “Snoep van vroeger”, verduidelijkte ik en had meteen spijt van mijn zelfbedachte woord. Creatief woordgebruik wordt niet altijd op waarde geschat en kan aanstellerig overkomen als je niet uitkijkt. Daarbij is het ook niet zo verstandig om te praten zonder de lolly uit je mond te halen. Voordat je het weet kwijl je een lichtbruine salmiak klodder op je shirt en word je de rest van je loopbaan niet meer serieus genomen.
Ik ben een kind van de jaren 80. Ik ben niet in dit decennium geboren, maar voel me er wel het meest verwant aan. Per slot van rekening ging ik toen op kamers wonen, verwierf mijn vrijheid en begon eindelijk echt te proeven van het leven. De soundtrack die daarbij hoorde was The Simple Minds, the Police, Squeeze (dat album met die lelijke puddinkjes op de voorkant) en ga zo maar door.
Vandaag regent het pijpestelen, maar eerder dit weekend leek het 

