Over je nek

Het kotsen, of overgeven voor degenen die geen Bargoens verstaan, kwam een paar keer langs in de t.v. programma’s die ik vandaag als medicijn tot me heb genomen. Eerst in “Date my Mom” en vervolgens in een aflevering van Seinfeld die ik op DVD zag. Ik maak namelijk van de gelegenheid gebruik om de drie Seinfeld boxen die ik laatst voor weinig heb aangeschaft eens grondig door te nemen. In een van de afleveringen (aflevering 10, seizoen 5: The Cigar Store Indian) heeft Elaine een date met iemand die zich er op voor staat dat hij in geen tien jaar heeft overgegeven. Dat maakt hem in Elaine's ogen in een klap een aantrekkelijke partner.
Ik moet toegeven dat dit verhaal me een korte “egoboost” gaf. Ik kan me namelijk de laatste keer dat ik mijn maaginhoud aan het porselein heb toevertrouwd nog goed herinneren. Het moet zo’n twintig jaar (!) geleden zijn, toen ik voor mijn opleiding tot groepsleider stage liep in een kindertehuis van het Leger des Heils. Toen ik daar, op het harde matras van het logeerbed naar het plafond lag te staren, begon de kamer opeens gevaarlijk om zijn as te draaien. Ik probeerde het gevaar nog enige minuten te bezweren door mijn ogen te sluiten, maar uiteindelijk moest ik het toch afleggen tegen de hardnekkige peristaltische bewegingen van mijn slokdarm die de met zorg bereide gaarkeukenmaaltijd resoluut in het kleine wastafeltje deed belanden. Deze handeling werd, ondanks het feit dat mijn maag na een paar keer kotsen toch echt leeg was, de hele nacht herhaald. Diagnose: darmvirus.
De volgende ochtend werd ik door mijn stagebegeleider G. in het bestelbusje van het tehuis terug naar Zwolle gebracht.
Sindsdien lijk ik het braken te hebben afgezworen en met K’s dwangmatige gewoonte om alle etenswaren die maar enigszins tegen de uiterste houdbaarheidsdatum aan zitten, zonder enig schuldgevoel in de vuilnisbak te doen belanden (haar ouders hebben blijkbaar geen hongerwinter meegemaakt), lijkt het gevaar op een voedselvergiftiging verder dan ooit en word ik zo als partner elk jaar weer een stukje aantrekkelijker (of ga ik nu te ver?)