Burgerwijk

“Ik vind de mensen hier wel lelijker”, zei ik afgelopen week tegen K. Een begin van een analyse die niet helemaal in goede aarde viel bij mijn vrouw. Dat was volgens haar gemeen en niet aardig, zeker niet ten opzichte van die vrouw met dat a-symetrische gezicht en dat forse achterwerk, die net langsfietste. Zij was inderdaad een beetje de aanleiding van deze opmerking die ik recht probeerde te breien door te beweren dat dat dan ook wat over mij zei, want ik was nota bene zelf naar deze buurt verhuisd.
Naast het feit dat de mensen hier misschien niet meteen in aanmerking komen voor een finaleplaats in Holland Top Models, behoren ze volgens mij ook tot een andere klasse. Was Holtenbroek een vrolijke mix van studenten, white trash en allochtonen, Stadshagen een heenkomen voor jonge yups met kinderen, Zwolle Zuid lijkt toch vooral bevolkt te worden door de gezellige, ouderwetse Hollandse burgerij. Waar anders komt de ijscoboer nog twee keer in de week voorbij? Toen het gezellige deuntje van de ijscowagen afgelopen zondag mijn trommelvliezen bereikte, wist ik niet hoe snel ik uit de tuin, via mijn portemonnee naar buiten moest rennen, om een kwalitatief inferieur ijsje te bestellen. Dat mocht de pret niet drukken, want het was de nostalgie die telde.
Ook vandaag leek ik wakker te zijn geworden in de jaren zeventig, toen de deurbel ging. Als hier de bel gaat kan je er trouwens vergif op innemen dat er kinderen voor de deur staan. Zo ook deze keer. “Een heitje voor een karweitje meneer?”. De twee frisse Hollandsche knapen die op mijn deurmat stonden maakten geeneens een grapje. Ik wist niet wat ik hoorde. Deze uitdrukking hoorde toch thuis in de jaren 50, toen we met z’n allen de schouders er onder zetten om dit land weer op te bouwen? Maar nee, dit was toch echt 2008.
Ik wist zo 1,2,3 geen klusje te verzinnen (al vroeg ik me later af of twee jongetjes van 8 me van dienst hadden kunnen zijn met het ophangen van de verlichting), maar de opmerking alleen al was wel een heitje waard geweest, of zelfs een daalder.
Dus misschien moet ik me ook maar wentelen in deze gezellige jaren zeventig mentaliteit. Maar eens beginnen met iets wat ik laatst in de film Ober zag. Gezellig ontbijten aan tafel en dan niet van te voren je boterham klaarmaken in de keuken, nee, al het beleg op een dienblaadje op de tafel. Zodat je goed kan zien wat je kunt kiezen. Net zoals vroeger thuis.
En dan een boterham met veel boter en gestampte muisjes.
Labels: verhuizen