Bolus
Toen K. en ik na een paar jaar samenwonen zoveel kilo’s waren aangekomen dat we regelmatig het commentaar: “Jij ziet er gezond uit!” kregen, als we geconfronteerd werden met vrienden en familie, hebben we onszelf op een dertig plus dieet gezet. Na je dertigste kan je blijkbaar dus niet meer met goed fatsoen iets uit de frituur eten en wekelijkse pizza’s en zakken Dorito’s zijn dan ook uit den boze, tenminste als je er nog enigszins toonbaar uit wil zien. Dit dieet, bestaande uit veel groenten, mager vlees en minder zetmeel wierp al gauw zijn vruchten af. De kilo’s vlogen er vanaf. Maar hoe hou je zoiets de rest van je leven vol?
Uiteindelijk vonden we daar wat op: de “eetdag”. Eens per maand zouden er 24 uur lang geen eetregels gelden.
Gisteren was het weer zover. Ik begon de ochtend met twee Zeeuwse bolussen en een halve liter volvette Verwenyoghurt met stukjes citroentaart er in. De bolussen bezorgden me een nostalgische trip naar mijn jeugd in Zeeuws Vlaanderen, waar je te pas en te onpas zo’n stroperige drol krijgt voorgezet. De yoghurt, die het gebak in mijn maag met een zoete deken moest afdekken, viel wat tegen. De substantie had qua mondgevoel iets te veel weg van behangersplaksel om er echt ten volle van te kunnen genieten.
Voor de lunch togen we naar snackbar “Vork” die, volgens een ingelijst krantenartikel op de toonbank, recentelijk was geëindigd in de top tien van Nederlandse snackbars. Waarschijnlijk hadden ze in de beoordeling de service-met-een-lach buiten beschouwing gelaten. Het piepjonge personeel stond namelijk allemaal in de keuken de kat uit de boom te kijken. Die kat waren wij: wachtend tot we onze bestelling konden doen. Terwijl deze pukkelige pubers elkaar aan stonden te kijken, benieuwd wie het eerst zou breken en zijn plicht zou doen, stonden wij daar een beetje geïrriteerd te wachten totdat we ons patatje oorlog met een kroket zouden kunnen bestellen. Uiteindelijk konden we onze gefrituurde waar toch mee naar huis nemen en genoten we met volle teugen van deze ultieme vette bek.
Hierna konden we voor een tijdje geen pap meer zeggen. Even waren we bang dat dit patatje oorlog de genadeklap voor onze eetdag was geweest, maar gelukkig kwam de man met de hamer pas na de pizza van Al Capones en de halve liter Ben&Jerry’s icecream (Fossile Fuel, een nieuwe smaak in hun assortiment).
Daarna nam ik me voor om een week te gaan vasten. Opeens kon ik me het katholieke carnavalspatroon toch een beetje voorstellen.
Net als vorig jaar brak er in huize “Van Die Dingen” een lichte paniek uit, toen bleek dat geen van de reguliere t.v.-zenders de jaarlijkse Oscar uitreiking zou uitzenden. Dit evenement moet hier namelijk altijd verplicht gevierd worden, compleet met vooraf ingevulde favorieten lijstjes. In voorafgaande jaren konden we meestal terugvallen op de BBC, totdat tv-zender Sky vorig jaar opeens de rechten opkocht en de Oscar uitreiking bijna aan onze neus voorbij ging. Gelukkig kunnen we nu, net als vorig jaar, terugvallen op de Duitse tv-zender ProSieben, die naast de Oscar uitreiking zelfs de “pre-show” van de Amerikaanse zender ABC zal uitzenden. Allemaal gewoon in het Engels, dus niet gedubd.
Na de middagpauze ging Joyce weer terug naar haar kantoor. Ze plofte met een diepe zucht op haar ergonomisch correcte bureaustoel, zette haar headsetje op en keek verveeld naar haar beeldscherm. Wat kon ze doen om zich een beetje te vermaken. Een potje patience was “out of the question”. Een paar weken geleden was ze namelijk bij het teamhoofd geroepen. Die had via “geluiden uit de groep” vernomen dat ze nogal vaak met dingen bezig was die niets met haar werk te maken hadden. Nu viel dat grasgroene patience-scherm inderdaad nogal op, maar dat ze er zo door haar collega’s zou worden bijgenaaid had ze niet verwacht. “Stelletje klunzen” mopperde ze hardop en keek even verschrikt over haar schouder, bang dat iemand haar misschien had gehoord.
Afgelopen weekend heb ik de eerste prins Carnaval al weer gesignaleerd. Hij liep met zijn kornuiten in het winkelcentrum. Bier halen zeker, want verder valt er daar weinig te doen.
K. kwam vanavond met een nogal ongebruikelijk verzoek: “Honey, kan je even je shirt omhoog doen?” Niet dat ze nooit mijn, ahum, naakte torso wil bewonderen, maar meestal gebeurt dat niet, op zo’n terloopse manier in de huiskamer.
“…en dan rest mij nu niets anders dan u een goede avond te wensen. Er staan hapjes en drankjes klaar voor diegenen die nog een borrel willen drinken.” Deze laatste zin van een evaluatiespeech, uitgesproken door de grote baas van ons bedrijf, was niet tegen dovemans oren gezegd. Na een poging om door middel van een workshop trommelen wat eenheid te kweken in ons bedrijf, waren we allemaal hard toe aan wat alcohol. Sommigen van ons hadden zich tijdens het creatieve proces van muziek maken op huis- tuin- en keukengereedschap, afgevraagd waarom we die borrel niet vooraf hadden kunnen hebben. Op die manier hadden we misschien wat minder last gehad van die lastige emotionele blokkades waar we pas op het eind doorheen wisten te breken. Eenmaal verlost van onze koud water vrees kwamen we zelfs op het spontane idee om een choreografie te verzinnen bij de percussie activiteit (het slaan met een stokje op een bezemsteel) die wij als groepje toebedeeld hadden gekregen. Helaas moesten we op ons hoogtepunt stoppen en mochten we gaan borrelen.
“Ga nu maar een stukje schrijven op je weblog en zeg maar even wat voor een fantastische girlfriend je hebt”, grapte K. vanmiddag, toen we samen van ons werk naar huis reden.
In internationale, of intercontinentale relaties zoals die tussen K. en mij worden de verschillen in politiek, cultuur en landsaard tussen de twee landen regelmatig besproken. Zonder dat je het eigenlijk wil begin je een discussie waarin blijkt dat je zelf toch nationalistischer bent als je zelf wil en verdedig je de vervelende trekjes van jezelf en je medelandgenoten waar je eigenlijk zelf ook een hekel aan hebt.
Raakte ik laatst nog behoorlijk gefrustreerd van het feit dat ik nogal vast liep in mijn pogingen om HTML onder de knie te krijgen, vanavond had ik ruzie met mijn printer. Het is weliswaar een goedkope Lexmark, maar dat mag toch niet betekenen dat ie geen foto’s voor me kan printen. In plaats van mooie glanzende kleurenfoto’s printte het onding een soort negatieven, waarbij de donkere kleuren geel waren en de lichte kleuren donkergrijs. In eerste instantie dacht ik dat het aan de verouderde fotocartridge lag, maar zelfs na vervanging met een spiksplinternieuw exemplaar, volharde het koppige stuk hardware in het printen van een vreemd soort psychedelische kiekjes.
Zoals ik al eens eerder heb verteld ben ik Gereformeerd Vrijgemaakt opgevoed. Inmiddels ben ik niet meer lid van deze kerk. Eigenwijs als ik ben, ben ik van mening dat georganiseerd geloven niet echt iets voor mij is. Tenminste niet op dit moment.

Ik heb doorgaans een redelijk gelijkmatig karakter. Meestal is bij mij het glas half vol en niet half leeg. Om nu te zeggen dat ik het zonnetje in huis ben gaat misschien wat te ver, maar ik ben toch zeker te vergelijken met een half bewolkte lentedag met een temperatuur van zo’n 21 graden Celsius.
Heb je dat ook wel eens?
Een stukje schrijven over je weblog, over het loggen zelf,dat is iets wat je niet moet doen. Het is saai, oninteressant en niemand zit er op te wachten. Tenminste volgens de ongeschreven cyberspace regels.
Hoe leren mensen een andere taal? Uit lesboeken, cursusmateriaal in de vorm van bandjes, DVD’s of interactief materiaal op CD Roms? Natuurlijk. Maar je krijgt een taal pas echt onder de knie als je hem gebruikt en doordat je dingen oppikt in conversaties met mensen die deze taal als moedertaal hebben.
Tot mijn blijde verrassing kreeg ik een paar weken geleden een gratis flesje “Dreft Actief Schuim” aangeboden bij de firma Kruidvat. Niet helemaal begrijpend waar ik dit actieve schuim nu helemaal voor kon gebruiken las ik even de instructies achterop de fles. Deze informatie beloofde mij, indien ik het schuim aanbracht op een spons, of bij een extra vieze vaat: direct op het te schoonmaken oppervlakte, een snel een schitterend resultaat.

