Naarden
K. is vertrokken, op familiebezoek naar the States. Wederom alleen, want die vliegangst van mij is dan wel min of meer onder behandeling, maar nog te prominent aanwezig om gezellig mee te gaan. De afgelopen dagen stonden dus in het teken van de trip. K. moest ongeveer driehonderd keer kwijt dat ze me zou missen en kwam er gisteren halverwege de avond, tot haar teleurstelling achter dat ik honderd keer achterstond, met zeggen dat ik haar ook zou gaan missen. Met een pruilende onderlip constateerde ze dat ik niet zoveel van haar hou, dan dat zij van mij houdt.
Nu hou ik heel erg veel van K. en weet ik zeker dat ik haar de komende dagen erg ga missen. Het alleen eten, alleen slapen, geen uitwisseling van gekke grappen, geen gezamenlijke trimtochtjes,dat zal even wennen zijn. Maar eerlijk is eerlijk, naast alle ellende en eenzaamheid die me de komende dagen ten deel zou vallen, zag ik ook wel wat pluspunten van mijn tijdelijk herwonnen solobestaan. Een relatie is namelijk, naast een van de mooiste cadeautjes die je kan krijgen op deze aarde, ook een compromis. Een soort poldermodel waar beide partijen veel profijt van hebben, maar waarbij er ook concessies gedaan moeten worden in de vorm van onderhandelingen. Zo onderhandel je op dagelijkse basis wie er gaat koken, afwassen en wie er wanneer van de computer gebruik mag maken. Daarnaast wordt er in dit huishouden ook onderhandeld over wie de lunch voor de volgende dag maakt en hoelang er s’avonds op het schommelbankje in de tuin gezeten gaat worden. Als het aan K. ligt de hele avond, want die kan echt genieten van een zwoele zomeravond, maar ik heb er doorgaans na een half uurtje wel genoeg van.
Daarbij zijn er een paar dingen die absoluut verboden zijn, zoals roken (door mij aan de huisstatuten toegevoegd) en elk onfatsoenlijk contact met het menselijk lichaam van mijn kant, zoals aan de tenen plukken, het met de vingers knakken of het krabben van de genitaliën. (opgelegd door K.)
Regels en concessies die de olie zijn van deze relatie, maar die vandaag even niet meer golden. Dus deed ik eens een keer wat onverwachts. Er hoefde namelijk even niets overlegd te worden. Op weg van het vliegveld naar huis nam ik in een opwelling de afslag Naarden. Altijd al benieuwd geweest hoe dit stadje er uit zou zien, maar het was nooit belangrijk genoeg om daar een gezamenlijk uitje van te maken.
Ik parkeerde mijn auto net buiten het stadje en wandelde het stadje in. Op een vrijdagochtend om een uur of tien was ik daar blijkbaar de enige toerist en genoot van het moment wat helaas toch niet helemaal perfect was. Okay, ik knakte eens wat met mijn vingers en deed eens een keer wat in een opwelling, door onverwacht een oud stadje te bezoeken. Het probleem was alleen dat ik het opeens met niemand kon delen. Toch jammer. Ik had namelijk ook graag een paar grappen met K. willen uitwisselen over de artistiek/kakkineuze bevolking van dit stadje. Maar dat kon nu niet.
Dus deed ik thuis uitgebreid verslag in een mailtje aan K. en stuurde haar ook nog wat foto’s mee. Het is toch leuker als ze er bij is.
“Ik had eigenlijk wel een stukje verwacht over de wedstrijd van zondag”, zei collega J. terwijl we met de rest van de collega’s puddingbroodjes en gevulde koeken stonden weg te happen ter ere van het vertrek van twee stagiaires.
Even boos worden hoor.
Na het hartkastje verhaal besloot ik maar wat meer te gaan sporten. Het hart bleek gezond, dus een beetje sporten kon geen kwaad. Daarbij was ik me mentaal aan het voorbereiden op de daadwerkelijke vliegangstcursus die in Augustus zou beginnen en daarbij zou veel sporten me misschien kunnen helpen. Een gezonde geest in een gezond lichaam zullen we maar zeggen.
Nakker blijft me inspireren. Of ik kan beter zeggen: “Nakker je blijft me inspireren” (want hij leest dit log). Vanmiddag kwam ik hem tegen op de gang en we pakten even ons entertain-moment, verveeld als we waren na een saaie werkdag. Hij deed me even een vreemd loopje voor. Zo liep hij altijd als hij verveeld, relaxed of moe was. Tenminste, dat beweerde hij. Ik weet het eigenlijk niet meer wat hij met dat loopje wilde uitdrukken, maar hij terwijl hij dat deed hield hij zijn linkerhand een beetje slapjes voor zijn borst. Daarmee viel er een luikje open in mijn brein. Dat gebeurt vaker als ik met Nakker in gesprek ben. Ik moest opeens denken aan familie van der Dool. Zo noem ik ze maar eventjes. Eigenlijk heetten ze anders, maar ik ben bang dat ze dit stukje al googelend een keer tegen komen en dat zou me ervan weerhouden om hier wat over deze familie te vertellen.
Amerikanen zijn vaak vriendelijk. Schijnt in de landsaard te zitten. K. protesteerde hevig toen ik gisteren, op de fiets richting huis, beweerde dat dat kwam omdat de helft van hen een schietijzer op zak heeft. So, you dont want to piss anyone off. Leek me logisch.
“Ik vind het saai”, zegt K. terwijl ik naar de zoveelste wedstrijd van het Wereldkampioenschap Voetbal zit te kijken. Saai? Saai? Hoe kan je dit nou saai vinden, denk ik, maar realiseer me tegelijkertijd dat je af en toe wel 90 minuten naar een spelletje zit te kijken waarin niets gebeurt totdat er in de laatste minuut nog een keer wordt gescoord. Enig geduld is dan vaak wel vereist.
Waarom zijn we hier, op deze aardbol? Wat is de zin van het leven? Dagelijks stellen miljoenen mensen zich deze vraag. De ene helft van deze vragenstellers vindt de oplossing in religieuze zingeving en de andere helft komt er niet helemaal uit en besluit naast het ondergaan van de verplichte dingen waar het leven vol mee zit, maar zoveel mogelijk momenten van geluk en plezier te vergaren.
Halverwege de ochtend stond ik op het kantoor van B. de printer leeg te halen en bespraken het feit dat collega C. met het blijde nieuws was gekomen dat ze weer zwanger was.
Als je, zoals ik, de middelbare leeftijd bereikt gebeurt er iets vreemds met je tijdsbesef. Het eerste wat verandert is dat je moeilijker leeftijden van anderen kan inschatten. 
1. Dacht ik in het verleden bij de naam Hercules nog aan een Griekse god, of aan een tekenfilm uit de Disney stal. Sinds gisteren is deze naam in dit huishouden synoniem aan een haspel karretje voor de tuinslang. Met de aanschaf van deze Hercules (bij de Action voor negenvijfenegentig) zoek ik nadrukkelijk naar de grenzen van mijn pas verworven burgerlijkheid. How bourgeois can you get? Tot welke hoogten kan ik dit opdrijven en wat valt er nu nog aan te schaffen om uiteindelijk gekroond te worden als Uberburger? (Kan iemand mij trouwens nog even die code geven voor de umlaut? Is wel handig, ook in verband met eventuele wedstrijdverslagen tegen die Mannschaft)
Terwijl ik op mijn 16e, via Supertramp (nog wel okay) en the Alan Parsons Project (onacceptabel) op het spoor was gekomen van de funk en jazz (toch wel redelijk hip voor een gereformeerde puber die is opgegroeid met de Johannes de Heer bundel), zat K. op het zelfde moment op haar meisjeskamer de volgende tekst mee te zingen:
Vroeger op de lagere school kregen we het vak handenarbeid. Met behulp van hamer en beitel maakten we bijvoorbeeld een leuk houten huisje en van een klomp klei draaiden we een mooie asbak die we in een oven afbakten en vervolgens aan pappa kado deden op vaderdag.
Meestal vind ik het niet zo erg als K. mensen mee neemt naar huis. Maar deze vreemde vogel begon meteen op te scheppen over de grootte van z'n geslacht.
Met een knoop in mijn maag reed ik afgelopen maandag naar het kantoor van mijn nieuwe therapeut. Ik vroeg me al fietsend af waar ik nu eigenlijk bang voor was. Deze man ging me per slot van rekening helpen om mijn vliegangst te overwinnen en als dat zou lukken zou ik verlost zijn van een zware last. Dus eigenlijk zou de vlag uitmoeten want het was bevrijdingsdag. Maar helaas werkte het niet zo. Ik hou er doorgaans niet zo van om mijn angsten in de ogen te moeten kijken en zeker niet samen met een therapeut die overigens als twee druppels water op Harry de Winter leek. Kon ik maar lekker over muziek praten, dat zou me een stuk makkelijker af gaan. 

