Veer
O ja, Yad Vashem! Ik was het hele evenement alweer vergeten, totdat mijn collega G. er naar vroeg. “Hoe was het afgelopen donderdag?”, vroeg ze en ik moest zelfs een beetje in mijn geheugen graven om terug te halen wat er toen gebeurd was.
Ik herinner me mooi weer. K en ik zaten op het gras achter in de tuin te bedenken of we nu wel zouden gaan of niet. Mooi weer en thuis relaxen aan de ene kant en anderhalf uur in de auto zitten en luisteren naar toespraken van een handjevol oude mensen aan de andere kant.
Bijna bleef ik thuis, maar mijn plichtsgevoel won het van mijn luiheid en dat was maar goed ook, want niet alleen won ik hiermee een aantal karmapunten, ik maakte ook een bizar dagje uit mee.
Het bizarre zat er eigenlijk in dat ik geconfronteerd werd met tientallen familieleden die ik in geen twintig jaar gezien had. Sommigen had ik zelfs nog nooit gezien, mede door het feit dat we (mijn vader, moeder, broer en zusjes) niet zo dik zijn met deze tak van de familie.
Al vanaf het moment dat ik de auto uitstapte werd ik in mijn wangen geknepen. De knijper in kwestie was een hoogbejaarde dame die vertederd mijn naam uitriep: “O, kijk nou toch eens: Ary!”. Verbouwereerd liet ik het ritueel over me heen komen en zocht koortsachtig naar een bijpassende naam in mijn adressenbestand. Na een teleurstellend “file not found” lachte ik wat schaapachtig en liep verder. In de aula werd ik weer overvallen. Ditmaal door een knappe jongedame die met uitgestoken hand op me kwam toelopen. “Dat is lang geleden”, zei ze. “Kan je wel zeggen”, dacht ik, “want ik heb je nog nooit gezien”. Ik veinsde een mix van herkenning en verrassing en zocht ondertussen wanhopig naar wat bekende gezichten in de menigte. Gelukkig vond ik al snel mijn naaste familieleden en onderging samen met hen de plechtigheden. Mijn voorouders kregen postuum een veer in hun achterste gestoken, die ze er, als ze nog in leven waren geweest er met dezelfde gang weer uit zouden hebben getrokken. Het goede doen, zelfs in tijd van oorlog, was namelijk gewoon hun christenplicht en niet iets om nog eens zwaarwichtig over te gaan lopen doen.
Toen we later met de naaste familie downtown Zaandam nog een hapje gingen eten en plaats namen op een terrasje, werd de dag in bizarro stijl afgesloten, toen de elektriciteit in de hele binnenstad uitviel.
Mijn vader dacht grappig te zijn door met een kaarsje naar het toilet te lopen, want het zou daar wel donker zijn. De ober, zichtbaar een lid van de roze gemeente (not that there’s anything wrong with that) gaf hem meteen lik op stuk door hem na te roepen “Ach joh, dat doe je toch even op gevoel. Dat ding hangt er al je hele leven!”
Ik herinner me mooi weer. K en ik zaten op het gras achter in de tuin te bedenken of we nu wel zouden gaan of niet. Mooi weer en thuis relaxen aan de ene kant en anderhalf uur in de auto zitten en luisteren naar toespraken van een handjevol oude mensen aan de andere kant.
Bijna bleef ik thuis, maar mijn plichtsgevoel won het van mijn luiheid en dat was maar goed ook, want niet alleen won ik hiermee een aantal karmapunten, ik maakte ook een bizar dagje uit mee.
Het bizarre zat er eigenlijk in dat ik geconfronteerd werd met tientallen familieleden die ik in geen twintig jaar gezien had. Sommigen had ik zelfs nog nooit gezien, mede door het feit dat we (mijn vader, moeder, broer en zusjes) niet zo dik zijn met deze tak van de familie.
Al vanaf het moment dat ik de auto uitstapte werd ik in mijn wangen geknepen. De knijper in kwestie was een hoogbejaarde dame die vertederd mijn naam uitriep: “O, kijk nou toch eens: Ary!”. Verbouwereerd liet ik het ritueel over me heen komen en zocht koortsachtig naar een bijpassende naam in mijn adressenbestand. Na een teleurstellend “file not found” lachte ik wat schaapachtig en liep verder. In de aula werd ik weer overvallen. Ditmaal door een knappe jongedame die met uitgestoken hand op me kwam toelopen. “Dat is lang geleden”, zei ze. “Kan je wel zeggen”, dacht ik, “want ik heb je nog nooit gezien”. Ik veinsde een mix van herkenning en verrassing en zocht ondertussen wanhopig naar wat bekende gezichten in de menigte. Gelukkig vond ik al snel mijn naaste familieleden en onderging samen met hen de plechtigheden. Mijn voorouders kregen postuum een veer in hun achterste gestoken, die ze er, als ze nog in leven waren geweest er met dezelfde gang weer uit zouden hebben getrokken. Het goede doen, zelfs in tijd van oorlog, was namelijk gewoon hun christenplicht en niet iets om nog eens zwaarwichtig over te gaan lopen doen.
Toen we later met de naaste familie downtown Zaandam nog een hapje gingen eten en plaats namen op een terrasje, werd de dag in bizarro stijl afgesloten, toen de elektriciteit in de hele binnenstad uitviel.
Mijn vader dacht grappig te zijn door met een kaarsje naar het toilet te lopen, want het zou daar wel donker zijn. De ober, zichtbaar een lid van de roze gemeente (not that there’s anything wrong with that) gaf hem meteen lik op stuk door hem na te roepen “Ach joh, dat doe je toch even op gevoel. Dat ding hangt er al je hele leven!”
7 Comments:
Ik denk ook dat het best lastig is, met een kaarsje in de ene hand....met de andere hand rist open en de rest van het mannelijk ritueel der toiletgang...maar ik ken je vader niet, dus wellicht is hij daar wel heel goed in!
Goed dat je gegaan bent, bytheway...!
By Anoniem, at 17 mei, 2006
Ik krijg de bibbers. Familie-bijeenkomsten. NEE! Argh. Frustratie. Irritatie. En rode wangen van het geknijp... :)
By Anoniem, at 17 mei, 2006
Wij hebben 'dat' bij uitvaarten. En aangezien het aantal uitvaarten binnen de familie de laatste jaren logischerwijs toeneemt, leer ik mijn (verre) familie steeds beter kennen.
By Anoniem, at 17 mei, 2006
Met dat uitje heb je toch een geinig stukje voor je blog kunnen schrijven!
By Anoniem, at 18 mei, 2006
Altijd naar dit soort uitjes gaan. Goed voor je lezers. Prachtig stukje!
By Anoniem, at 18 mei, 2006
Nakker houdt van zijn familie !
By Anoniem, at 19 mei, 2006
prachtig verhaal :-)Vooral die kneepjes in je wangen...dat dat nog bestaat gewoon?...joh....
By Paola, at 19 mei, 2006
Een reactie posten
<< Home