Slob
“ Hahaha; Arie Slob” , mailde K. me gisteren op mijn werk. In eerste instantie had ik niet goed door waarom deze Christenunie politicus haar zo op de lachspieren werkte. Deze serieuze meneer had recentelijk respect afgedwongen door uitgekozen te worden om de koningin te begeleiden op Prinsjesdag. Niet echt iets waarmee je bij monarchieminnend Nederlander de lachers op de hand krijgt.
Maar al gauw begreep ik dat het om zijn achternaam ging. “ Slob” is sloddervos in het Engels. Vervelend maar nog niet echt dramatisch leek me. Namen als Hannie en Fokje lijken me een groter probleem als je de paspoortcontrole in Amerika moet passeren. Gelukkig blijven Amerikanen meestal beleefd en lachen je hoogstens achter je rug uit. Daarbij heeft iemand als Wim Kok bewezen dat je je er gewoon niets van aan moet trekken, hoe je naam overkomt in het buitenland. Zonder enige gene schaarde hij zich bij de andere wereldleiders en deed, terwijl menig bevriend staatshoofd zich een nanoseconde een imaginair plaatje van zijn geslacht voor het netvlies haalde, maar gewoon alsof zijn neus bloedde.
“Denk maar niet dat dat Arie Slob ook maar wat kan schelen", zei ik later thuis. Ik kende hem namelijk. Hoewel “kennen” een groot woord is. Ik had een keer bij hem in de auto gezeten. In een ver verleden werkten we allebei voor een Gereformeerd tijdschrift. Ik maakte het stripje en hij deed iets anders. Ik weet niet meer goed wat. Wat ik me wel herinner is dat we op de weg terug van een vergadering een geanimeerd gesprek hadden over houseparty’s en vooral de gevaren ervan. Hij vond het maar niks en ik vond het wel meevallen geloof ik. Sindsdien associeer ik Arie Slob met houseparties. Net als dat ik Wouter Kurpershoek, waarmee ik nog in de klas heb gezeten (ik kan dit niet genoeg benadrukken) associeer met Maatschappijleer en kruisraketten.
K. moet zich bij dit soort momenten wel afvragen in wat voor Mickey Mouse land ze nu eigenlijk is beland, waarbij mijn halve kennissenkring op t.v. te zien is, of in de Tweede Kamer zit en dan heb ik het nog geeneens gehad over het moment dat de dochter van Ruud Lubbers me een keer vroeg of ze een slokje van mijn bier mocht.
(Okay, ik geef toe dat ik in deze laatste anlinea enigszins overdrijf. Een beetje maar)
Maar al gauw begreep ik dat het om zijn achternaam ging. “ Slob” is sloddervos in het Engels. Vervelend maar nog niet echt dramatisch leek me. Namen als Hannie en Fokje lijken me een groter probleem als je de paspoortcontrole in Amerika moet passeren. Gelukkig blijven Amerikanen meestal beleefd en lachen je hoogstens achter je rug uit. Daarbij heeft iemand als Wim Kok bewezen dat je je er gewoon niets van aan moet trekken, hoe je naam overkomt in het buitenland. Zonder enige gene schaarde hij zich bij de andere wereldleiders en deed, terwijl menig bevriend staatshoofd zich een nanoseconde een imaginair plaatje van zijn geslacht voor het netvlies haalde, maar gewoon alsof zijn neus bloedde.
“Denk maar niet dat dat Arie Slob ook maar wat kan schelen", zei ik later thuis. Ik kende hem namelijk. Hoewel “kennen” een groot woord is. Ik had een keer bij hem in de auto gezeten. In een ver verleden werkten we allebei voor een Gereformeerd tijdschrift. Ik maakte het stripje en hij deed iets anders. Ik weet niet meer goed wat. Wat ik me wel herinner is dat we op de weg terug van een vergadering een geanimeerd gesprek hadden over houseparty’s en vooral de gevaren ervan. Hij vond het maar niks en ik vond het wel meevallen geloof ik. Sindsdien associeer ik Arie Slob met houseparties. Net als dat ik Wouter Kurpershoek, waarmee ik nog in de klas heb gezeten (ik kan dit niet genoeg benadrukken) associeer met Maatschappijleer en kruisraketten.
K. moet zich bij dit soort momenten wel afvragen in wat voor Mickey Mouse land ze nu eigenlijk is beland, waarbij mijn halve kennissenkring op t.v. te zien is, of in de Tweede Kamer zit en dan heb ik het nog geeneens gehad over het moment dat de dochter van Ruud Lubbers me een keer vroeg of ze een slokje van mijn bier mocht.
(Okay, ik geef toe dat ik in deze laatste anlinea enigszins overdrijf. Een beetje maar)
10 Comments:
Overdrijven is een kunst, dat mag men niet onderschatten... ;)
By Anoniem, at 21 september, 2006
Sowieso zal ze zich afvragen in wat voor bizar land ze woont, met aftredende ministers van een kabinet dat al gevallen was (of zoiets, ik kan het niet meer bijhouden). Gelukkig is het niet veel beter in haar thuisland.
By Anoniem, at 21 september, 2006
jemig en ik ken dus zomaar iemand die al die mensen kent zeg.... okee ik geef toe dat ik in dit comment enigszins overdrijf ;-)
By Paola, at 21 september, 2006
Overdrijven mag altijd wel een beetje...
By Anoniem, at 21 september, 2006
is dat een lekker wijf die dochter van Ruud Lubbers..Ze zal wel een enorme spleet hebben :).
By Anoniem, at 22 september, 2006
Ha, en mijn broer heeft bij Wim-Lex aan één tafel gezeten!
By Anoniem, at 22 september, 2006
Ik ken er niemand van. Maar ik heb wel een zus die Dicky heet...
By Anoniem, at 22 september, 2006
Ik heb de vrouw van Ruud L eens tijdens een bewakingsdienst s'nachts aan mijn container gezien in ochtendjas...
Maar wél met een beker warme chocomelk...
By Pino-2008, at 23 september, 2006
ik heb kok zijn das een keer recht getrokken voor ik hem interviewde!
echt waar!
(maar verder ken ik helemaal niemand)
By Zeppo, at 24 september, 2006
Wat de meeste mensen zich niet realiseren is het feit dat bekende nederlanders ook gewoon vrienden en kennissen hebben en ook gewoon gewone mensen zijn met gewone levens. Als er dan eentje regelmatig bij je op visite komt ben je zelf ook ineens een beetje anders en gaan de buren toch raar kijken. Heel maf is dat.
By Anoniem, at 26 september, 2006
Een reactie posten
<< Home