Even doorbijten
Zes uur achter elkaar fietsen. Doe je jezelf daar een plezier mee? Mijn ouders vinden van wel. Die houden sinds jaar en dag fietsvakanties waar een dag van zes uur fietsen een soort van rustdag is. In het verleden fietsten deze vijfenzestig plussers de Pyreneeën over en overwonnen ze in Italië menig colletje van de eerste categorie. Een lichte hartaanval bij mijn vader zorgde ervoor dat hij even een jaartje rustig aan deed, maar afgelopen zomer begon hij samen met mijn moeder weer vrolijk aan de Noordzeeroute.
Nu zijn K. en ik beslist niet onfit (is dat een woord?) We sporten op zeer regelmatige basis, maar die actieve vakanties willen er maar niet van komen. Als we weggaan slenteren we wat door steden, lopen eens een kerk naar binnen en liggen verder lui op het strand met een boek. Vandaag trokken we er toch maar eens op uit. We hadden namelijk fietsen gehuurd, dus die moesten maar eens gebruikt worden. Ik had in een boekje van de bieb een leuke route gevonden. Die was maar 40 kilometer, dus dat moest te doen zijn. Ik rekende dat als je gemiddeld 15 kilometer per uur rijd, dat je dan toch binnen 3 uur klaar zou moeten zijn. Helaas had ik buiten het feit gerekend dat we ook nog eens tien kilometer moesten fietsen om bij de route te komen. Waar ik ook geen rekening mee had gehouden was dat de ANWB op een paar cruciale plaatsen geen bordjes had geplaatst. Waarschijnlijk om de moeilijkheidsgraad van de route wat op te krikken. Dus reden we een paar keer fout. Na twintig kilometer begon K. er ook nog eens schoon genoeg van te krijgen. Haar brein eist op dat soort momenten “ instant gratification” en het liefst was ze dus halverwege van de fiets gestapt. De rest van de route klaagde ze als de profeet Jeremia en draaide pas weer bij toen ze in Domburg een witbiertje achterover had geslagen.
Intussen voelden mijn edele delen aan alsof ze er af waren gevallen en stonden, door de harde tegenwind, mijn dijen op ontploffen. Ik dacht aan die keer dat mijn oudere zus B. en ik naar Assendelft waren gefietst, waar mijn oma woonde. Dat was zo’n honderd kilometer verwijderd van ons ouderlijk huis en we waren amper twaalf. Hoe hielden we dat vol. Ik kan me wel herinneren dat we op de terugweg halverwege mijn vader opbelde. Of ie ons op kon halen met de auto. Maar dat vond mijn vader niet nodig. Gewoon even doorbijten was zijn advies.
Dat doorbijten deden K. en ik dus ook maar even. De laatste tien kilometer vochten we zwijgend tegen de straffe tegenwind en reden zo over de lange zeedijk naar huis. Daar warmde ik mijn stramme spieren op in de huissauna en nam me voor om morgen maar eens de hele dag op het strand te hangen.
Nu zijn K. en ik beslist niet onfit (is dat een woord?) We sporten op zeer regelmatige basis, maar die actieve vakanties willen er maar niet van komen. Als we weggaan slenteren we wat door steden, lopen eens een kerk naar binnen en liggen verder lui op het strand met een boek. Vandaag trokken we er toch maar eens op uit. We hadden namelijk fietsen gehuurd, dus die moesten maar eens gebruikt worden. Ik had in een boekje van de bieb een leuke route gevonden. Die was maar 40 kilometer, dus dat moest te doen zijn. Ik rekende dat als je gemiddeld 15 kilometer per uur rijd, dat je dan toch binnen 3 uur klaar zou moeten zijn. Helaas had ik buiten het feit gerekend dat we ook nog eens tien kilometer moesten fietsen om bij de route te komen. Waar ik ook geen rekening mee had gehouden was dat de ANWB op een paar cruciale plaatsen geen bordjes had geplaatst. Waarschijnlijk om de moeilijkheidsgraad van de route wat op te krikken. Dus reden we een paar keer fout. Na twintig kilometer begon K. er ook nog eens schoon genoeg van te krijgen. Haar brein eist op dat soort momenten “ instant gratification” en het liefst was ze dus halverwege van de fiets gestapt. De rest van de route klaagde ze als de profeet Jeremia en draaide pas weer bij toen ze in Domburg een witbiertje achterover had geslagen.
Intussen voelden mijn edele delen aan alsof ze er af waren gevallen en stonden, door de harde tegenwind, mijn dijen op ontploffen. Ik dacht aan die keer dat mijn oudere zus B. en ik naar Assendelft waren gefietst, waar mijn oma woonde. Dat was zo’n honderd kilometer verwijderd van ons ouderlijk huis en we waren amper twaalf. Hoe hielden we dat vol. Ik kan me wel herinneren dat we op de terugweg halverwege mijn vader opbelde. Of ie ons op kon halen met de auto. Maar dat vond mijn vader niet nodig. Gewoon even doorbijten was zijn advies.
Dat doorbijten deden K. en ik dus ook maar even. De laatste tien kilometer vochten we zwijgend tegen de straffe tegenwind en reden zo over de lange zeedijk naar huis. Daar warmde ik mijn stramme spieren op in de huissauna en nam me voor om morgen maar eens de hele dag op het strand te hangen.
6 Comments:
Dat wordt elke dag een stukje fietsen, Ary. Gewoon om conditie op te bouwen. Dan gaat het over een paar best wel lukken.
By Anoniem, at 10 september, 2006
Hahaha
geweldig,
blijf ze sturen he die roompot updates!
By Zeppo, at 10 september, 2006
Je hebt wel geluk met het weer tijdens je vakantie! En indrukwekkend hoor die fietstocht. Kinderen hebben volgens mij een veel betere conditie dan volwassenen, die doen gewoon.
By Anoniem, at 10 september, 2006
Leuk man... vakantie !
By Anoniem, at 10 september, 2006
Even kwam de gedachte op dat ik je link zou hebben veranderd in een pornosite.
Dit is wel erg veel van het goede.
By Anoniem, at 11 september, 2006
Hier geldt maar één woord: respect !
By Pino-2008, at 11 september, 2006
Een reactie posten
<< Home