50 cent
Afgelopen vrijdag trapte ik in de val; opgezet door de Zwolse reïncarnatie van Swiebertje en zijn vrouw. Allebei stonden ze te posten bij de Super de Boer, waar ik even vlug naar toe was gefietst om een paar zakken chips te halen voor de vrijdagmiddag borrel op mijn werk. Swiebertje liep op me af en keek me doordringend aan. Hij herkende de gereformeerde opslag in mijn ogen die zelfs na jaren kerkloos te hebben doorgebracht, nog steeds duidelijk te zien was en schatte zijn kansen daardoor hoog in. “Meneer, heeft u een hart?”, vroeg hij brutaal.
Ik begreep dat hij dit in overdrachtelijke zin bedoelde en niet geïnteresseerd was in een van mijn vitale organen. Op mijn hoede antwoordde ik “Ligt er maar net aan waar je naar gaat vragen”. De aap kwam al gauw uit de mouw. “Ik vraag meestal maar 50 cent” zei Swiebertje, die deed alsof hij de armlastigen onder ons enigszins tegemoet kwam. “Kunt u dat misschien missen?”. Ik loog en beweerde dat ik geen kleingeld bij me had. “Misschien als u straks terugkomt?” probeerde hij nog, maar ik maakte dat ik snel uit de voeten kwam. Kwaad dat hij me zo voor het blok gezet had. Zijn openingszin had zoveel wrevel gewekt dat ik al meteen had beslist dat hij niks kreeg. Swiebertje had bewust op mijn schuldgevoel gewerkt en daarvoor zou hij boeten. Helaas was hij niet de enige die de negatieve consequenties van mijn beslissing moest smaken. Mijn superego kwam meteen in opstand en zat als een engeltje op mijn linkerschouder, vastbesloten me te straffen voor deze harteloze daad. “Je kan best 50 eurocent missen” wierp hij me voor de voeten. “Wat ben je voor een figuur, heb je geen hart? Straks is het Jezus, teruggekeerd op aarde in de persoon van deze nep-Swiebertje. Enig idee wat dat betekent voor je kansen aan de hemelpoort?”. Het duiveltje op mijn rechterschouder verdedigde mijn beslissing met verve. “Waarom zoekt deze persoon geen baan? Hij probeert niet eens om een straatkrant te verkopen. Daarbij rent hij straks meteen de Super de Boer in met die 50 cent, om er bier van te kopen. Denk je misschien dat het een goed idee is om sponsor te worden van zijn alcoholisme?”
Innerlijk verscheurd stopte ik voor alle zekerheid toch maar even 50 cent in mijn broekzak, nadat ik de zakken chips had afgerekend. Twee keer iemand mijn naastenliefde onthouden ging me toch iets te ver. Toen ik naar buiten liep stond Swiebertje aan de andere kant van de parkeerplaats te kijken of hij nog andere ex-gereformeerden kon lastig vallen. Zijn vrouw stond er bij te kijken alsof ze haar laatste oortje had versnoept, net iets te ver weg om nonchalant de 50 eurocent in haar hand te stoppen. “Misschien volgende keer” besloot ik, toen ik op de fiets stapte. “Dan krijgen ze een euro”.
Ik begreep dat hij dit in overdrachtelijke zin bedoelde en niet geïnteresseerd was in een van mijn vitale organen. Op mijn hoede antwoordde ik “Ligt er maar net aan waar je naar gaat vragen”. De aap kwam al gauw uit de mouw. “Ik vraag meestal maar 50 cent” zei Swiebertje, die deed alsof hij de armlastigen onder ons enigszins tegemoet kwam. “Kunt u dat misschien missen?”. Ik loog en beweerde dat ik geen kleingeld bij me had. “Misschien als u straks terugkomt?” probeerde hij nog, maar ik maakte dat ik snel uit de voeten kwam. Kwaad dat hij me zo voor het blok gezet had. Zijn openingszin had zoveel wrevel gewekt dat ik al meteen had beslist dat hij niks kreeg. Swiebertje had bewust op mijn schuldgevoel gewerkt en daarvoor zou hij boeten. Helaas was hij niet de enige die de negatieve consequenties van mijn beslissing moest smaken. Mijn superego kwam meteen in opstand en zat als een engeltje op mijn linkerschouder, vastbesloten me te straffen voor deze harteloze daad. “Je kan best 50 eurocent missen” wierp hij me voor de voeten. “Wat ben je voor een figuur, heb je geen hart? Straks is het Jezus, teruggekeerd op aarde in de persoon van deze nep-Swiebertje. Enig idee wat dat betekent voor je kansen aan de hemelpoort?”. Het duiveltje op mijn rechterschouder verdedigde mijn beslissing met verve. “Waarom zoekt deze persoon geen baan? Hij probeert niet eens om een straatkrant te verkopen. Daarbij rent hij straks meteen de Super de Boer in met die 50 cent, om er bier van te kopen. Denk je misschien dat het een goed idee is om sponsor te worden van zijn alcoholisme?”
Innerlijk verscheurd stopte ik voor alle zekerheid toch maar even 50 cent in mijn broekzak, nadat ik de zakken chips had afgerekend. Twee keer iemand mijn naastenliefde onthouden ging me toch iets te ver. Toen ik naar buiten liep stond Swiebertje aan de andere kant van de parkeerplaats te kijken of hij nog andere ex-gereformeerden kon lastig vallen. Zijn vrouw stond er bij te kijken alsof ze haar laatste oortje had versnoept, net iets te ver weg om nonchalant de 50 eurocent in haar hand te stoppen. “Misschien volgende keer” besloot ik, toen ik op de fiets stapte. “Dan krijgen ze een euro”.
5 Comments:
Herkenbaar, ik probeer altijd iets in mijn zak te hebben, voor als ik een 'Straatkranter' tegenkom. Zodat ik niet omstandig mijn portemonnee hoef te zoeken. Stel je voor dat de Straatkranter al die briefjes van 5 ziet en daarom gaat zeuren. (U weet nu waarom de pin-automat nooit briefjes van 5 geeft, die heb ik allemaal al)
Ik stoor me aan gebedel (en ook aan straatkranten) maar het schuldgevoel is vaak groter. Door het snelle 'drag and drop' is het lekker snel weer opgelost. Snel naar huus...warme kachel potjebier.. endezo
By Anoniem, at 12 oktober, 2005
Als je ze echt wilt helpen koop bijvoorbeeld een breaker of iets dergelijks.
Daar hebben ze echt wat aan.
By Anoniem, at 13 oktober, 2005
Goeie tip!
By ary, at 13 oktober, 2005
Dan houden ze hun handen vrij inderdaad voor de verkoop van nog meer straatkranten...
By Anoniem, at 14 oktober, 2005
haha, goeie!
By ary, at 14 oktober, 2005
Een reactie posten
<< Home