Poep
“Wat ben je toch serieus! “, zei K. na het lezen van mijn laatste logje. “Vind je?”, antwoordde ik. Ik vond het eigenlijk wel meevallen, maar misschien had ze wel een beetje gelijk. Dus besloot ik het in mijn volgende stukje maar gewoon over poep te hebben. Ik wist dat ik K. daar een groot plezier mee zou doen, want zij behoort tot die grote groep mensen die altijd erg moet lachen om alles wat met dit onderwerp te maken heeft. Er kan hier in dit huis in ieder geval geen scheet gelaten worden zonder dat K. er enorm over in een deuk ligt.
Mijzelf verging het lachen dit weekend een beetje toen ik een blik liet vallen op mijn excrementen van die ochtend. Dat zag er nogal verontrustend uit. Een lichte paniek overviel me. Hypochonder als ik al ben hoeft er namelijk maar weinig te gebeuren of ik waan mezelf in een levensbedreigende situatie. Dus ging ik maandagochtend maar even langs de dokter. In de wachtkamer brak het zweet me vervolgens uit. Dit keer niet van angst, maar van het gevoel dat mijn darmen zich langzaam in een knoop trokken. Kon ik nog weg? Met zulke krampen zat ik namelijk eigenlijk liever thuis. “ Meneer Vandiedingen” , hoorde ik opeens. Zo snel was ik nog nooit aan de beurt geweest. Ik liep met mijn dokter mee naar zijn kantoor en beschreef daar zorgvuldig mijn poep. “Paratyfus”, concludeerde hij zonder aarzelen. Mijn huisarts is er een van het type dat niet om de brij heen draait (no pun intended) en meteen zegt waar het op staat. “Dat is eigenlijk een ander woord voor darminfectie”, ging hij verder. ” U hoeft zich verder geen zorgen te maken. Voor darmkanker bent u eigenlijk nog te jong”. Zo, daarmee haalde hij de angel er gelukkig meteen uit. Mijn huisarts bleek feilloos te kunnen zien waar ik bang voor was. Opgelucht haalde ik adem. “Het is het beste dat we toch maar even een monstertje opsturen naar het lab”, vervolgde hij.
Dus zat ik later die ochtend op mijn knieën voor de pot. Met een speciaal schepje probeerde ik er een zo representatief stuk derrie uit te vissen en in het daarvoor bestemde potje te doen. Dit moest vervolgens in een houdertje dat via een gesealde zak in een dikke van blauw plastic vervaardigde etui ging. Vervolgens moest dit op de post. Iets wat me nogal vreemd voorkwam. Natuurlijk paste de etui niet in de rode brievenbus, dus leverde ik hem met schaamrood op mijn kaken in bij het postkantoor.
Daar werd ik nog even extra voor paal gezet toen de mevrouw achter de balie al zwaaiend met de blauwe zak de aandacht van haar collega achter de andere toonbank probeerde te trekken. “Oehoe Chantal, moet dit met de normale post mee?” Die envelop werd vast herkend door de rest van de klanten.
Toch enigszins opgelucht en in gedachten verzonken fietste ik weer naar huis en vroeg me terloops af hoe ik nu door Wesley Snijder uitgescholden zou worden als ik toevallig scheidsrechter was geweest. Blinde paratyfus hond?
Mijzelf verging het lachen dit weekend een beetje toen ik een blik liet vallen op mijn excrementen van die ochtend. Dat zag er nogal verontrustend uit. Een lichte paniek overviel me. Hypochonder als ik al ben hoeft er namelijk maar weinig te gebeuren of ik waan mezelf in een levensbedreigende situatie. Dus ging ik maandagochtend maar even langs de dokter. In de wachtkamer brak het zweet me vervolgens uit. Dit keer niet van angst, maar van het gevoel dat mijn darmen zich langzaam in een knoop trokken. Kon ik nog weg? Met zulke krampen zat ik namelijk eigenlijk liever thuis. “ Meneer Vandiedingen” , hoorde ik opeens. Zo snel was ik nog nooit aan de beurt geweest. Ik liep met mijn dokter mee naar zijn kantoor en beschreef daar zorgvuldig mijn poep. “Paratyfus”, concludeerde hij zonder aarzelen. Mijn huisarts is er een van het type dat niet om de brij heen draait (no pun intended) en meteen zegt waar het op staat. “Dat is eigenlijk een ander woord voor darminfectie”, ging hij verder. ” U hoeft zich verder geen zorgen te maken. Voor darmkanker bent u eigenlijk nog te jong”. Zo, daarmee haalde hij de angel er gelukkig meteen uit. Mijn huisarts bleek feilloos te kunnen zien waar ik bang voor was. Opgelucht haalde ik adem. “Het is het beste dat we toch maar even een monstertje opsturen naar het lab”, vervolgde hij.
Dus zat ik later die ochtend op mijn knieën voor de pot. Met een speciaal schepje probeerde ik er een zo representatief stuk derrie uit te vissen en in het daarvoor bestemde potje te doen. Dit moest vervolgens in een houdertje dat via een gesealde zak in een dikke van blauw plastic vervaardigde etui ging. Vervolgens moest dit op de post. Iets wat me nogal vreemd voorkwam. Natuurlijk paste de etui niet in de rode brievenbus, dus leverde ik hem met schaamrood op mijn kaken in bij het postkantoor.
Daar werd ik nog even extra voor paal gezet toen de mevrouw achter de balie al zwaaiend met de blauwe zak de aandacht van haar collega achter de andere toonbank probeerde te trekken. “Oehoe Chantal, moet dit met de normale post mee?” Die envelop werd vast herkend door de rest van de klanten.
Toch enigszins opgelucht en in gedachten verzonken fietste ik weer naar huis en vroeg me terloops af hoe ik nu door Wesley Snijder uitgescholden zou worden als ik toevallig scheidsrechter was geweest. Blinde paratyfus hond?
16 Comments:
Eet je in het bedrijfsrestaurant? Of hoef ik mij geen zorgen te maken.
"Paratyfus is een meldingsplichtige ziekte groep B. In Nederland worden circa twaalf gevallen per jaar gemeld, de meeste zijn geimporteerd." Bron: Wikipedia
Ben jij 1 van die 12 gevallen?
By Anoniem, at 06 december, 2006
Tip: Via de interne post. 100% discreet en port is betaald
Ons bint sunig
By Anoniem, at 06 december, 2006
@ Emmel: Nou, ik denk dan dat ik een van die minder ernstige soorten salmonella heb.
En ik eet zeker niet in het bedrijfrestaurant!
@ Alex: zit de hele afdeling MT nog te werken of zo? ;-)
By ary, at 06 december, 2006
Bij de chinees geweest? Zo'n cadeautje heb ik wel eens gehad. En... ik kijk uit naar je nieuwe logje. ;-)
By Anoniem, at 07 december, 2006
Hm, ik wete niet wat ik liever heb...jou serieus of jou serieus over poep...
brrrrrrrrrr
By Anoniem, at 07 december, 2006
Fijn logje. Zo heb ik al eens een potje slijm moeten wegsturen. Lang niet zo onsmakelijk, maar ook niet leuk...
By Anoniem, at 07 december, 2006
Artikel 126708 pot feaces overdoos a 400 stuks.
By Anoniem, at 07 december, 2006
Aaah arme Ary.. heb wel een beetje medelijden met je hoor! Ziek maar lekker uit met al die derrie..
By Anoniem, at 07 december, 2006
haha oeps.. die anonymous.. was ik..
By Anoniem, at 07 december, 2006
Serieus? Tis vast de leeftijd. Als je veertig bent begin je poepserieus te worden en begin je meer over de dood na te denken, en dat heeft niets met hypochondria te maken.
Was die winter maar weer voorbij.
By Anoniem, at 07 december, 2006
Het begint met vieze derrie uit de bilnaad, het eindigt met 'nog 1 keer roken'. Het einde is nabij, Adrianus.
By Anoniem, at 08 december, 2006
Precies de reden waarom ik een platpoeper wilde in ons huis. Maar niet kreeg.
By Anoniem, at 08 december, 2006
Ik zou * uiteraard geheel per ongeluk * het potje volledig vullen met lichaamsrestanten. Gewoon om te jennen voor het leed jou is aangedaan bij het postkantoor...
By Pino-2008, at 09 december, 2006
Kon je het monster niet gewoon bij de assistente van de dokter afgeven? Die hebben de kortste lijn met het laboratorium toch?
By Anoniem, at 09 december, 2006
En nu is K. weer gelukkig. Je moet de dingen in balans houden he... ;-)
By Anoniem, at 09 december, 2006
hahaha
o sorry
nou het mag hoor
ik heb al drie uitstrijkjes in een jaar achter de rug
mét medisch assistenten
By Zeppo, at 12 december, 2006
Een reactie posten
<< Home