Twijfelaar
“Een lopend avondmaal? Wat is dat nu weer?”
Ik had mijn moeder aan de telefoon en op een of andere manier waren we in gesprek geraakt over recentelijke ontwikkelingen in de kerk waar zij nog steeds naar toe gaat, maar waar ik al een aantal jaar geleden afscheid van genomen heb.
Blijkbaar was er wat gesleuteld aan een van de sacramenten van de kerk en loopt de hele gemeente nu bij de dominee langs om het stukje brood en het slokje wijn in ontvangst te nemen in plaats van aan een gedekte tafel te zitten. Een beetje op z’n katholieks zullen we maar zeggen. “Interessant”, zei ik “dat er toch weer van alles veranderd in de kerk.”
“Maar het is nog steeds niet iets voor jou dus”, reageerde mijn moeder en ik hoorde het sprankje hoop in haar stem dat verlangde naar mijn terugkeer, zodat ze zich over mijn lot in ieder geval geen zorgen meer hoeft te maken.
“Kijk mam”, zei ik, “ik geloof in goed zijn voor je medemens en ik geloof ook in een God, die op een of andere manier invloed heeft op mijn leven, maar in wat voor een vorm weet ik niet. Ik geloof dat ik het meest eerlijk ben als ik daaraan twijfel. Misschien is de God van de Christenen wel dezelfde als die van de Moslims en de Boeddhisten. Daarbij; als ik ergens in het Midden Oosten was geboren was u waarschijnlijk gesluierd door het leven gegaan en was u getrouwd geweest met een man met een grote, zware baard. Wat je gelooft wordt volgens mij dus in grote mate bepaald in welke omstandigheden je geboren wordt. Reden genoeg dus om twijfelend door het leven te gaan en dingen niet zeker te weten. Als er in de kerk dus mensen op de kansel hun monoloog staan af te steken en denken precies te weten hoe de vork in de steel steekt, dan is dat voor mij reden genoeg om die mensen te wantrouwen.”
“Ik ben een twijfelend mens mam”, zei ik “en ik wil de ruimte hebben om dingen niet zeker te weten en die krijg ik in deze kerk niet”
En zo sloten we ons gesprek af.
“Weet je”, zei mijn moeder “ondanks het feit dat we het hierover niet eens zullen worden, vind ik het toch prettig dat we hierover kunnen praten” Ze had gelijk. Het onderwerp “geloof” kwam eigenlijk nooit meer ter sprake, bang dat we zijn om elkaars gevoelens te kweten. Het feit dat we hierover een uur lang van gedachten hadden gewisseld was dus weer een hele nieuwe ervaring. Zo kwamen we ondanks onze verschillen toch nader tot elkaar. Niet slecht voor een doordeweekse avond.
Ik had mijn moeder aan de telefoon en op een of andere manier waren we in gesprek geraakt over recentelijke ontwikkelingen in de kerk waar zij nog steeds naar toe gaat, maar waar ik al een aantal jaar geleden afscheid van genomen heb.
Blijkbaar was er wat gesleuteld aan een van de sacramenten van de kerk en loopt de hele gemeente nu bij de dominee langs om het stukje brood en het slokje wijn in ontvangst te nemen in plaats van aan een gedekte tafel te zitten. Een beetje op z’n katholieks zullen we maar zeggen. “Interessant”, zei ik “dat er toch weer van alles veranderd in de kerk.”
“Maar het is nog steeds niet iets voor jou dus”, reageerde mijn moeder en ik hoorde het sprankje hoop in haar stem dat verlangde naar mijn terugkeer, zodat ze zich over mijn lot in ieder geval geen zorgen meer hoeft te maken.
“Kijk mam”, zei ik, “ik geloof in goed zijn voor je medemens en ik geloof ook in een God, die op een of andere manier invloed heeft op mijn leven, maar in wat voor een vorm weet ik niet. Ik geloof dat ik het meest eerlijk ben als ik daaraan twijfel. Misschien is de God van de Christenen wel dezelfde als die van de Moslims en de Boeddhisten. Daarbij; als ik ergens in het Midden Oosten was geboren was u waarschijnlijk gesluierd door het leven gegaan en was u getrouwd geweest met een man met een grote, zware baard. Wat je gelooft wordt volgens mij dus in grote mate bepaald in welke omstandigheden je geboren wordt. Reden genoeg dus om twijfelend door het leven te gaan en dingen niet zeker te weten. Als er in de kerk dus mensen op de kansel hun monoloog staan af te steken en denken precies te weten hoe de vork in de steel steekt, dan is dat voor mij reden genoeg om die mensen te wantrouwen.”
“Ik ben een twijfelend mens mam”, zei ik “en ik wil de ruimte hebben om dingen niet zeker te weten en die krijg ik in deze kerk niet”
En zo sloten we ons gesprek af.
“Weet je”, zei mijn moeder “ondanks het feit dat we het hierover niet eens zullen worden, vind ik het toch prettig dat we hierover kunnen praten” Ze had gelijk. Het onderwerp “geloof” kwam eigenlijk nooit meer ter sprake, bang dat we zijn om elkaars gevoelens te kweten. Het feit dat we hierover een uur lang van gedachten hadden gewisseld was dus weer een hele nieuwe ervaring. Zo kwamen we ondanks onze verschillen toch nader tot elkaar. Niet slecht voor een doordeweekse avond.
11 Comments:
Ik kwam op mijn 23ste voor het eerst in de kerk. Op mijn 25ste liet ik mij dopen en deed ik meteen belijdenis. Opeens was ik hervormd. Wat mij het meest verbaasde in die stormachtige periode was dat al die andere christenen zoveel twijfels over het geloof hadden. Ik dacht altijd dat zij het zeker wisten. Na tien jaar actief geweest te zijn als scriba heb ik de kerk weer de rug toegekeerd. Maar dat had met twijfel over geloof niks te maken. Integendeel, dat vond ik een openbaring. Mijn afkeer had te maken met twijfel over het nut van het instituut kerk.
By Anoniem, at 26 maart, 2006
Ik moest meteen aan een zinnetje uit een liedje van Doe Maar denken: "...maar dat is een kwestie van geloof, geloof ik. Dat mag je dus zelf weten...".
Best wel treffend (geloof ik). (Hoewel het liedje verder helemaal niet over 'het geloof' gaat.)
By Anoniem, at 26 maart, 2006
Dat was een mooi gesprek!
Bij een diepgravend gesprek met een goede vriendin en een paar flessen wijn, ontdekten we dat wij beiden hetzelfde goed willen doen en daarbij dat ik het vanuit iets doe wat ik God noem en zij zichzelf noemt...een openbaring!
By Anoniem, at 26 maart, 2006
Wijze woorden. Hele wijze woorden.
By Anoniem, at 26 maart, 2006
Mijn oma zei altijd dat het mooie van het geloof, het geloven is. Je gelooft het dus of niet...
By Pino-2008, at 26 maart, 2006
Ik kom al jaren niet meer in de kerk. De reden daarvoor komen overeen met jouw verhaal. Ook mijn moeder vind het jammer dat ik daar niet meer naartoe ga. Praten met moeders daarover gebeurd niet. Ik heb daar geen behoefte aan.
By Anoniem, at 26 maart, 2006
Ik ben dus zo'n tafelwandelaar ;-), sinds een poosje weer af en toe actief langs de sacramenten wandelend. Geloven kan mèt en zonder kerk...twijfelen ook. UIteindelijk maakt het allemaal niet zo veel uit indeed, welke vorm je kiest om het aangenaam voor jezelf en je medemens te maken.
Wat ik erg treffend vond, was een opmerking van mijn leraar theologie: hij zei:'Geloof, dat is dat vlammetje in jou. Daar kun je een kerk omheen bouwen, maar da's best gevaarlijk. Vier muren en een dak...dat zorgt voor een mindere toevoer van zuurstof en het vlammetje kan uitgaan...'
Ik hou de deur dus wel liever open.
Los van dit verhaal: gesprekken over dit soort zaken, en daar bedoel ik ook politiek mee, dat zit voor mijn gevoel op dezelfde lijn, met mensen die een andere mening toegedaan zijn, kan enorm verrijkend zijn. Erg prettig, als je dat kan, zonder dat je het gevoel krijgt de ander in de haren te moeten vliegen, of omgekeerd...dan ben je dus een heel eind!
By Anoniem, at 27 maart, 2006
Krenten uit de pap.
By Anoniem, at 27 maart, 2006
Ik probeer me al jaren uit te schrijven, maar helaas. Mijn geloof is erfelijk. Zelfs als je er niets meer mee doet.
By Petra, at 27 maart, 2006
Een uur bellen? Met mijn moeder? Geloof je het zelluf? :-)
By Anoniem, at 27 maart, 2006
ik heb nog nooit (samen op weg achtergrond) een gedekte tafel gezien bij het avondmaal! We gaven/geven het brood en de wijn altijd door (zoals het collectezakje zeg maar).
Maar dat gesprek.
Dat klinkt wel zoals geloven, welk geloven dan ook, zou moeten zijn.
Respect.
By Zeppo, at 27 maart, 2006
Een reactie posten
<< Home