zaterdag, september 17, 2005

Ziek

“Gisteren ben ik op bezoek geweest bij W. mijn tante in Amsterdam.
W. is ziek. Ze heeft een vorm van K. De ziekte die zoveel ontzag inboezemt dat sommige mensen niet verder komen als de eerste letter. Nu, bijna twee jaar na het vaststellen van de diagnose, het ondergaan van chemotherapie en bestralingen wordt er wat dit onderwerp geen verbloemende taal meer gebruikt als het, tijdens het drinken van een kopje thee, over haar ziekte gaat. Na een lange tijd waarin het redelijk goed ging, zit ze nu weer in een dip. Bepaalde klachten zijn weer teruggekeerd en haar arts heeft de behandeling en de medicatie weer wat aangepast.
“Eigenlijk verleg je steeds je grenzen weer”, zegt W, nadat ik me hardop heb lopen afvragen hoe ik zelf met een situatie als deze zou omgaan. “Ik zou waarschijnlijk meteen in een diepe depressie zijn geschoten”, zeg ik. “Maar dat weet je pas als het je overkomt” reageert W. om daarna te vertellen over hoe je geleidelijk gaat wennen aan de dingen die de ziekte met zich meebrengt. Het slikken van allerlei pillen, het gebruiken van een rollator, de hulp die je op de duur nodig hebt van anderen.
Toch komt de terugslag van de afgelopen tijd weer hard aan. De teleurstelling daarover is duidelijk af te lezen van W’s gezicht en ik voel me ongemakkelijk omdat ik graag iets zou willen zeggen om haar op te beuren, maar ik weet niet goed wat. Hopen op betere tijden is waarschijnlijk het enige wat je kan doen, maar ik kan me zo goed voorstellen dat het niet altijd even makkelijk is om die positieve insteek te behouden.
Gelukkig weet W. zelf de stemming wel om te buigen. “Met die nieuwe bril en dat nieuwe jasje begin je steeds meer op Guus Meeuwis te lijken”, zegt ze. Meteen wijzen mijn mondhoeken weer omhoog.

1 Comments:

  • Hm, wiens mondhoeken gaan er nu niet omhoog van Guus Meeuwis ;-))

    By Anonymous Anoniem, at 19 september, 2005  

Een reactie posten

<< Home


 

 Subscribe in a reader